De vriend van Lotte stierf op vakantie.
Straf verhaal: Mijn vriend werd doodgereden op vakantie
Aangereden en voor dood achtergelaten
Met die éne klap was ik mijn liefste, mijn toekomst, mijn alles kwijt. Voor altijd.
Tweehonderd meter moesten we nog fietsen. Twee-honderd. Ik reed vooraan, Willem achteraan. Het was donker, dus hadden we onze fietslichten aangezet en reden we langs de kant van de weg. Maar het mocht niet baten. Eén dronken chauffeur, één zatlap die te snel reed, en ons leven was voorbij. De klap was immens. Willem en ik werden dertig meter weggekatapulteerd en voor dood achtergelaten. Maar de chauffeur? Die keek niet eens naar ons om. Vluchtmisdrijf. Uiteindelijk diende een brandweerman die toevallig passeerde, ons de eerste zorgen toe.
Ik in coma, hij overleden
Wekenlang lag ik in coma. Ik had veel breuken opgelopen, dokters moesten een schedelboring uitvoeren om de druk op mijn hersenen te verlagen. Mijn ouders weken geen moment van mijn zijde, ook niet toen ik uit de coma was ontwaakt. Maar Willem had ik nog steeds niet gezien. Vreemd, vond ik. Dus zei ik er wat van. De kamer werd muisstil. "Willem is er niet meer," zeiden ze. "Hij is dood, Lotte." Drie dagen na het ongeval hadden ze de machines afgezet, Willem was hersendood. Ik was emotioneel verlamd. Míjn Willem, dood? Dat kon niet. Maar echt doordringen deed de realiteit niet. Ik was in shock. Niet alleen vlak na het nieuws, maar weken- en maandenlang leek de waarheid niet tot me door te dringen. Mijn hoofd kon de realiteit niet aan. Ik leefde op automatische piloot.
Slapen om geen verdriet te voelen
Ik ben blij als ik kan gaan slapen: dan voel ik het verdriet niet.
De klap kwam er pas maanden later, toen ik tijdens de revalidatie opnieuw bij mijn ouders ging wonen. Voor het eerst drong de realiteit tot me door. Mijn droomprins Willem was er niet meer. Met die éne klap was ik mijn liefste, mijn toekomst, mijn alles kwijt. Voor altijd. Nooit zou ik hem nog in mijn armen kunnen sluiten. Nooit zouden we trouwen, kinderen krijgen, een huis bouwen. Wég toekomst, weg dromen en weg levenslust. De pijn van mijn verdriet gaat zó diep. Ik sleep mezelf door de dagen, ben blij als ik 's avonds in slaap val. Dan voel ik tenminste een paar uur die immense pijn niet. Want word ik 's morgens wakker, dan is het eerste wat ik denk: wéér een dag zonder Willem. Zijn dood laat me nooit los, geen moment vind ik rust.
Hadden we maar...
Hadden we dat huis maar gekocht, dan waren we niet op vakantie vertrokken en was Willem niet dood.
Mijn leven met Willem was een sprookje. Ik weet dat veel mensen denken dat ik alles romantiseer nu hij er niet meer is, maar het was écht zo. Niet één keer hebben we ruzie gemaakt, zelfs niet gediscussieerd. We waren smoorverliefd, Willem was mijn lotje uit de loterij. Het besef dat ik hem nooit meer zal zien, is zwaar. Heel zwaar. Want de kans dat ik ooit nog zo'n lotje win, is onbestaande. Willem was zo lief. Voor iedereen stond hij klaar, niets was hem te veel. Met hem wilde ik oud worden. Vlak voor het ongeval waren we naar een huis gaan kijken dat we wilden kopen. Zo vaak heb ik al gedacht: hadden we het maar gekocht, dan waren we niet op vakantie vertrokken. Of waren we die avond maar wat langer blijven hangen in het restaurant. Maar ik besef dat Willem daar niet mee terugkomt. Willem, die komt nooit meer terug.
Nee, ik ben niet blij dat ik nog leef
Ik weet dat ik blij zou moeten zijn dat ik nog leef, maar dat is niet zo. Helaas heb ik het ongeluk overleefd. Het is hard dat ik zoiets zeg, dat weet ik. Maar de enigen voor wie ik me door de revalidatie sleep, zijn mijn ouders en broers. Ik zie hen ongelooflijk graag, ze zijn de enige reden dat ik hier nog ben. Krijg ik morgen een pilletje aangeboden waardoor ik er niet meer hoef te zijn, dan zou ik geen moment twijfelen. Zo intens is mijn verdriet, zo veel pijn voel ik elke dag opnieuw. Ooit zal die pijn misschien verzachten, maar nooit zal ik nog zo gelukkig zijn als met Willem.
Vijf whisky's en 100 km/u
Ik ben kwaad, ja, heel kwaad. De man die ons dit heeft aangedaan, was al zo vaak betrapt op dronken rijden. Vijf whisky's had hij die avond naar binnen gewerkt. Vijf! Maar hij vond zichzelf nog steeds in staat om met de auto te rijden. En alsof dat nog niet genoeg was, reed hij ook nog eens honderd kilometer per uur. Zonder blikken of blozen liet hij ons voor dood achter. Hij werd veroordeeld tot de maximumstraf in Frankrijk. Maar dat is amper vijf jaar. Ik kreeg levenslang. Willem is er niet meer, maar de man die de ene foute beslissing na de andere nam, kreeg amper vijf jaar. Ik heb aan mijn advocaat gevraagd om tijdens het proces een brief van mij voor te lezen. Ik wou dat de dader wist hoeveel leed hij heeft veroorzaakt. Mijn laatste zin in de brief was: "Ik wens dat je bij elke slok whisky eraan zult herinnerd worden wat voor moordenaar je bent." Toch weet ik dat ik hem niet zal kunnen veranderen. Hem niet. Maar als ik één iemand met mijn verhaal het leed kan besparen dat ons is aangedaan, dan is alles misschien toch niet voor niks geweest. Alcohol en autorijden gaan niet samen. Nooit.
Tekst: Lies Van Kelst
Werd jouw leven ook van de ene op de andere dag overhoop gegooid? Beleefde jij ook iets wat je voor altijd zal bijblijven? Of heb jij nog een ander sterk verhaal dat je met ons wil delen? Mail het via strafverhaal@flair.be en we nemen graag met jou contact op.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier