COLUMN: ‘Waarom zou ik me moeten schamen omdat ik naar een ““gewoon”” bungalowpark ga?’
'Alsof ik me moet schamen omdat ik af en toe eens op hotel wil in plaats van naar de nieuwste coole camping. Want wat valt er in zo’n hotel nu te posten op Instagram?’, aldus een collega-journalist. Ik wist meteen wat ze bedoelde. In het überhippe universum dat Instagram heet, lijkt alles wat de 'massa' leuk vindt al bij voorbaat uncool. Ik heb me er ook meermaals aan bezondigd. Kwam ik op een plek waar mijn hipsteralarm afging, dan merkte ik dat ik geneigd was om met een kiekje snel mijn aanwezigheid daar te signaleren, terwijl ik dat pakweg in Center Parcs niet zou gedaan hebben. Daar ben ik dus mee gestopt. Want waarom zou ik me moeten schamen over het feit dat mijn kroost en ik regelmatig naar een 'gewoon' bungalowpark trekken, en niet naar de nieuwste bioboerderij/glamping op den buiten?
In het überhippe universum dat Instagram heet, lijkt alles wat de 'massa' leuk vindt al bij voorbaat uncool.
Wel, ten eerste wóón ik al op den buiten, en mijn kinderen vinden kippen en koeien dus al lang niet meer exotisch, zelfs al zijn ze bio. Daarnaast schijnen de hipsters ook nog steeds niet door te hebben dat achter heel dat hipstercircuit óók een commerciële strategie zit, of dacht u dat al die koffiebars 'eerlijke' koffie tappen enkel om de wereldvrede te bevorderen? Door de focus te leggen op het feit dat ze 'anders', 'nieuw' en vooral – insert betekenisloos modewoord – ‘authentiek’ zijn, wéten de hipster-places immers dat hun hipsterpubliek de smartphone in één Pavloviaanse relfex alvast bovenhaalt en hashtags begint te bedenken.
Zelfs chicklitauteur Sophie Kinsella zet het fenomeen geniaal te kakken in haar nieuwste roman. De vader van het hoofdpersonage opent een hipstercamping in landelijk Engeland. De gasten gaan back to the roots, maar willen wél dure lakens en wifi, want hoe weet de rest van de wereld anders dat ze aan het 'glampen' zijn? En de glamping mag ook maximaal zeven plaatsen hebben, want anders wordt het al te ‘groots’ voor het hipstervolkje. Het resultaat: dikke winst voor de uitbaters, want voor hun authentieke kampeerplaatsje betalen de glampers graag buitennissige prijzen. Hoe hoger, hoe hipster, zeg maar.
Niks daarvan voor mij en de mijnen, wij gaan dus gewoon naar Center Parcs. Mijn koters vinden het er fantastisch, het buffet (ook al compleet onhip) is te pruimen, zodat ik zelf niet moet koken. Het zal wel niet bio zijn, maar who cares, er zijn groenten aanwezig: good enough for me. Toen we gisteren terugkwamen van een weekendje bungalowcrashen, reden we nog even langs een boer bij ons in de buurt. Hij bedacht er een fantastisch systeem waarbij je zelf je verse hoevemelk kan tappen aan een automaat. ‘Waarom post je dát niet op Instagram?’, vroeg mijn man 37 Centerparcposts van mijn blije kinders later. ‘Zot!’, zei ik, ‘dan denken de mensen dat ik een hipster ben!’
Deze column verscheen in Flair op 4 april.
Meer columns van Lien lezen:
- COLUMN: 'Je zag aan zijn zelfvoldane kop dat hij zichzelf een fantastische collega vond'
- COLUMN: 'Een job waarbij ik het haal van de mannelijke kandidaat, gewoon omdat ik een vrouw ben? Ik moet ze niet hebben!'
- COLUMN: 'Ik zag het al voor mij. Flo en ik zouden samen tv-kijken en Hillary zou een fantastische speech afsteken'
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier