Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Veer

Johans vriendin Hanne heeft een postnatale depressie

Johan (32) is zes jaar samen met Hanne, ze hebben samen een zoontje van anderhalf.

'Het is pas toen ik een afscheidsbrief van Hanne vond, dat ik besefte hoe diep ze zat. Niks had ik in de gaten. Ik was zelf zo overdonderd door de komst van mijn zoontje en de emoties die dat met zich meebracht, dat ik Hanne even uit het oog was verloren. En toen vond ik dus die brief van haar. In blinde paniek ben ik Hanne gaan zoeken – ze was weg met onze zoon, ik zag de verschrikkelijkste beelden voor me – om haar uiteindelijk in het park in de buurt te vinden. Op een bankje, kinderwagen naast haar, zat ze voor zich uit te staren. Na de opluchting dat ze veilig en wel was, kwam de klik bij mij. Zoals ik haar daar zag zitten, met haar afhangende schouders, haar troosteloze blik, werd het me duidelijk. Het ging écht niet goed met haar.

 

Ik ben naast haar gaan zitten en nog voor ik iets kon zeggen, begon ze te huilen. Alles kwam eruit. Dat ze een slechte moeder was. Dat ze niet hield van Bas, ons zoontje. Dat ze het zich zo allemaal niet had voorgesteld. Dat we beter verdienden dan haar.

 

Ik probeerde te luisteren, vragen te stellen, haar te helpen. En dat leek ook te lukken. We zijn naar huis gegaan, ik heb haar gezegd dat ze me nooit meer zo mocht laten schrikken, dat ze wél een fantastische moeder was en dat we hier samen door zouden komen. Ze keek me aan, glimlachte. En op dat moment besefte ik dat het maanden geleden was dat ze dat nog had gedaan. Ik voelde me schuldig dat ik niet beter naar haar had gekeken en nam me voor het nu wél te doen.

 

In het begin ben je strijdvaardig. Zo voelde ik het toch. Dit was mijn vriendin, ik zou haar hier doorsleuren. Maar als je dertien maanden verder bent en je ziet nog altijd geen verschil, dan word je moe. Het lijkt alsof we in een cirkeltje lopen. Ze crasht, ik raap haar op, pep haar op, geef haar een duw in de goede richting en ze begint te lopen. En een paar weken later crasht ze weer. Ik weet niet meer hoe vaak we hetzelfde gesprek al hebben gevoerd waarbij zij zegt dat ze een slechte moeder is en dat we beter verdienen. Het is zo’n déjà vu, waarbij ik iedere keer opnieuw zeg dat ze wél een topmoeder is en dat ik van haar hou en dat het goed komt.'

 

 

Yoga, verdomme!

'Maar heel eerlijk: ik zie het zelf soms niet meer zitten. Wat ik ook doe, het helpt niet. Dat frustreert me enorm. Zeker als ze dan thuis komt van een middagje met vriendinnen die haar allemaal hebben overladen met "advies". Dan volgt ze hen helemaal en lijkt het of ik Hanne niet meer herken. Zo kwam ze een tijd geleden af met yoga. Yoga, verdomme. Mijn vrouw heeft een postnatale depressie en dat is dan de remedie volgens haar vriendinnen. Als ik haar dan zeg dat yoga de boel niet gaat oplossen, wordt ze kwaad op mij. Opeens ben ik dan degene die haar "afremt" en "haar vriendinnen zeggen ook dat ze wat meer voor zichzelf moet kiezen". Dat zijn momenten waarop ik even een blokje om moet gaan. Het hele huishouden komt op mijn nek terecht. Bas wil alleen nog maar mij, omdat ik elke nacht voor hem opsta, hem naar de crèche breng en ophaal en elk vrij moment met hem bezig ben. Hanne kan niets. Ze ligt er maar, een hele dag. Als ze dan weggaat met vriendinnen – terwijl ik thuisblijf met Bas – en met zoiets thuiskomt, heb ik zin om het hele huis bij elkaar te brullen.

 

Ik voel me miskend, denk ik. Ik doe zo verdomde hard mijn best, maar eigenlijk apprecieert ze dat niet. Ze is vaak boos op mij. Omdat ik een kind wilde, omdat ik het met Bas veel beter doe, omdat ik gewoon fluitend door het huis loop. Wat wil ze dan? Dat ik naast haar op de zetel ga liggen huilen?

 

Ik vind het erg om te zeggen – het is ook de eerste keer dát ik het zeg – maar ik verlies mijn respect voor Hanne. Ik begrijp niet wat haar probleem is. Als ze zichzelf geen goede moeder vindt, waarom doet ze dan niet wat beter haar best om wél een goede moeder te zijn? Wat heeft ze in godsnaam te klagen, vraag ik me vaak af. Ze werkt niet – ze stopte toen ze zwanger was, heeft twee lieve ouders, geen jeugdtrauma’s, een groep hechte vrienden. En toch kan ze "het niet aan".

 

 

Ik ga er zélf aan kapot

Haar vriendinnen zijn vol begrip, haar ouders pamperen haar aan één stuk door, de psycholoog zegt dat ze "alleen maar moet doen wat ze leuk vindt". Heel eerlijk? Volgens mij heeft ze een schop onder haar kont nodig. Ik zou willen dat eens iemand vroeg aan haar: "Hoe gaat het eigenlijk met Johan? Lukt het wel met hem?". Misschien zou ze er dan voor één moment bij stilstaan. Ze lijkt zich zo te wentelen in die postnatale depressie, ze zwelgt in zelfmedelijden. Poetsen? Nee, dat gaat niet, ze heeft écht de energie niet. Koken? Ze wordt er niet gelukkig van. Een middagje stad met haar vriendinnen lukt wél...

 

Ik weet het, ik klink bitter. Zo was het niet toen ik die afscheidsbrief vond. Toen wilde ik haar helpen en steunen en liefdevol beter maken. Maar iemand die niet beter wil worden, kan je niet helpen, dat heb ik intussen wel ontdekt. En dan is een depressie héél zwaar. Ik wil vechten, maar ik heb het gevoel dat ik helemaal alleen vecht. Ik weet niet hoe lang ik dat nog volhoud. Iemand met een depressie, dat is hetzelfde als iemand met kanker, zeggen ze wel eens, die kan je niet in de steek laten. Maar wat als dit niet beter wordt? Moet ik mijn hele leven bij Hanne blijven omdat ze depressief is? Ik ga hier zelf aan kapot...'

 

 

Lees ook de andere getuigenissen:

 

Hulp nodig? Zo ga je om met iemand met een depressie.

FLAIR STORIES