Negentien en zeventien waren we, toen Stijn en ik vakantiewerk deden in dezelfde brasserie en daar als een blok vielen voor elkaar. Zes jaar geleden zijn we getrouwd. Vier jaar later werd ons zoontje Charles geboren. De toekomst lachte ons toe. En nooit had ik kunnen denken dat er van die toekomst nu nog amper iets zou overblijven. Stijn was ’s nachts opgestaan en vertrokken naar zijn werk. Hij had de ochtendshift. Charles en ik lagen nog te slapen. Om 4u30 werd er plots aangebeld. De wijkagente. Of ze even binnen mocht komen, want ze had slecht nieuws te vertellen.
Op slag dood
Een dronken chauffeur die terugkwam van een avond uit, was op Stijn ingereden. Hij was op slag dood. Mijn maag kromp in elkaar en ik begon te bibberen op mijn benen. Maar het drong pas echt tot me door wat er gebeurd was, toen ik op de plaats van het ongeval bij Stijn toekwam en hem levenloos zag liggen. Een beeld dat sinds die dag op mijn netvlies gebrand staat en me nog regelmatig uit mijn slaap houdt. Mijn maag krimpt nog ieder keer in elkaar als thuis onverwacht de bel gaat. Ik krijg nog altijd een koude rilling als ik de wijkagente tegenkom in het dorp.
De eerste dagen na Stijns dood zijn voorbijgevlogen. Elke dag ging ik naar het funerarium, ik wilde nog zoveel mogelijk bij mijn man zijn. Maar er moest ook zoveel geregeld en georganiseerd worden. Tijd om stil te staan bij mijn verdriet had ik niet. De dag van de begrafenis heb ik me sterk gehouden voor Stijn. Ik heb hem zelfs toegesproken in de kerk. Maar verder herinner ik me maar vaag meer wie ik die dag allemaal gezien heb en met wie gepraat heb.
Ik heb nooit aan zelfmoord gedacht, maar als ik toen tegen een boom was geknald, had ik dat niet erg gevonden.
Kapot van verdriet
Het zwarte gat is er pas gekomen de eerste weken na de begrafenis. Voor Charles zorgen lukte me amper, hij is een maand bij mijn moeder gebleven. De eerste maanden na Stijns dood, voelde ik elke dag zoveel pijn. Ik ging gewoon kapot van verdriet. Met zelfmoordgedachten heb ik nooit gespeeld, maar als ik toen tegen een boom was geknald, had ik dat niet erg gevonden. Want dan was ik bij Stijn geweest. Veel mensen zeiden me dat ik me moest optrekken aan Charles, maar dat lukt me gewoon niet. Het enige wat me een beetje tot rust kon brengen, was een bezoek aan het kerkhof. Het was de enige plaats waar ik me goed voelde, en waar ik nog kon praten met Stijn.
Het aantal goeie dagen wordt stilaan groter dan het aantal slechte.
Ondertussen zijn we een jaar verder en begint de ergste pijn om het verlies van Stijn te vervagen. Ik kan mijn werk weer doen, zonder van tijd tot tijd huilend naar buiten te moeten lopen, en ook mijn atletiek heb ik weer opgepikt. Het aantal goeie dagen wordt stilaan groter dan het aantal slechte. Ik kan ook opnieuw door een fotoalbum bladeren, zonder te huilen bij elke foto van Stijn die ik zie.
Kusje aan papa
Meer en meer slaag ik erin om ook aan de positieve herinneringen te denken die we samen gemaakt hebben. Charles en ik gaan nu regelmatig naar papa, op het kerkhof. En Charles geeft ook iedere avond, heel lief, een kusje op papa zijn foto. We redden het steeds beter alleen, ook al maak ik me nog elke dag zorgen over hoe ik Charles ooit zal kunnen uitleggen waar papa is en waarom hij niet meer bij ons kan zijn. Enkel ’s avonds, als ik thuis alleen ben, heb ik het nog iedere dag moeilijk. Elk meubeltje in huis heb ik samen met Stijn gekozen, elk kussentje of kadertje hebben we samen gekocht. Stijns pyjama hangt nog aan het haakje in de badkamer zoals hij hem die ochtend daar heeft achtergelaten. Zijn spullen staan er nog, zoals hij ze daar de laatste keer gezet heeft. Maar ik ben nog jong en moet ook aan Charles denken. Ik moet dus verder met mijn leven. Daarom heb ik ons huis nu te koop gezet en ben ik stilaan twee koffers aan het pakken. Een met de spullen van Stijn waar hij het meest aan gehecht was, zoals zijn witte trouwschoenen en een exclusief voetbaltruitje. In de andere koffer ben ik kleine dingetjes van Stijn aan het verzamelen voor later, als Charles groter is en naar herinneringen van zijn papa vraagt.
Mini-Stijn
Hoe de toekomst van Charles en mij er nu zal uitzien? Dat weet ik niet. Ik leef van dag tot dag. Charles wens ik vooral heel hard het karakter van zijn papa toe. Ik hoop echt dat hij een kopie mag worden van Stijn. Ik ben nog jong, dus ik sta wel open voor een nieuwe liefde. Er is op dit moment ook iemand bij wie ik me goed voel en met wie ik kan praten. Maar hoe dan ook, Stijn zal altijd een belangrijke plaats blijven innemen voor mij. Ik weet niet of ik er ooit in zal slagen om nog evenveel van iemand te houden als ik van Stijn hield, zonder voortdurend de vergelijking te maken. Stijn was dan ook zo’n lieve en zachte man. Een crème van een vent... .
Interview: Jill De Bont
Foto's: Tine Schoemaker
Werd jouw leven ook van de ene op de andere dag overhoop gegooid? Beleefde jij ook iets wat je voor altijd zal bijblijven? Of heb jij nog een ander sterk verhaal dat je met ons wil delen? Mail het via strafverhaal@flair.be en we nemen graag met jou contact op.
Lees meer straffe verhalen:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier