Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Maria-Laura Raia

'Ik besef dat ik goed bezig ben, maar ik durf ook niet te hard van stapel lopen.'

Metejoor: ‘Dat ik ook nog ““gewoon maar”” meester Joris ben, helpt me realistisch te blijven’

Jolien Meremans
Jolien Meremans Webjournalist


‘We gaan horizontaal’ zingt hij in een van zijn nummers, maar wij hebben de indruk dat Joris van Rossem (29) aka Metejoor eerder verticaal de hoogte inschiet. Het muzikaal talent uit de Kempen scheert met zijn nieuwste nummer ‘1 op een miljoen’ hoge (ultra)toppen, maar blijft ondanks het succes met de voetjes op de grond. ‘Ik vind het moeilijk om uit te spreken dat ik goed bezig ben’, vertelt hij.


Je kan je radio niet meer aanzetten zonder dat het nummer ‘1 op een miljoen’ door de boxen klinkt, en dat heb je te danken aan Metejoor. De reizende Kempische ster kreeg voor zijn samenwerking met de Nederlandse Babet tijdens ‘De Cooke & Verhulst Show’ een gouden plaat en was intussen ook al een paar keer in Nederlandse radio- en televisiestudio’s te gast. Knap, en zeker als je weet dat hij met faalangst kampt en zijn carrière door de nodige push van zijn zus misschien zelfs nooit van grond was geraakt. Zij deed in 2016 mee aan ‘The Voice van Vlaanderen’ en maakte van de gelegenheid gebruik om haar broer – achter zijn rug – te pitchen. Uiteindelijk was het Joris, en (voorlopig dan toch) niet Lisa die Vlaanderen en intussen ook Nederland kon veroveren. ‘Ze weet dat ik haar daar eeuwig dankbaar voor zal zijn’, aldus Joris.



Je stond vorige week op nummer één in de Ultratop. Had je dat nog maar durven zien aankomen? 

‘Neen eigenlijk niet. Tuurlijk wil je dat als muzikant óóit weleens behalen, maar ik had er niet bij stilgestaan dat mij dat ook effectief zou lukken, laat staan zo snel. Laat ons zeggen dat het voor mij wel een mooi doel was om naartoe te werken, maar ik was daar geen 24/7 mee bezig. Integendeel: het gebeurde voordat ik het goed en wel besefte. Ik vond het al gek dat ik met een aantal van mijn vorige nummers in de Vlaamse Ultratop op nummer twee stond, dus van een eerste plaats in de algemene Ultratop durfde ik nog niet dromen. Maar kijk, we stonden er toch! En blijkbaar is dat voor een Vlaamse zanger met een Nederlandstalig lied wel vrij uniek, dus dat maakt het extra leuk.’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."


Het zal toch wel pieken als je begint te dalen in die Ultratop, niet? 

‘(lacht) Je bent niet de eerste die mij daar voor waarschuwt. Ik moet ooit dalen, natuurlijk. Maar ik weet wel niet hoe ik zal reageren als mijn volgende nummers niet op die nummer één zullen belanden. Maar begrijp mij niet verkeerd: gewoon al die top 10 halen is echt waanzinnig.’ 

Je droomde altijd al van een muzikale carrière. Nu je ook echt in het wereldje zit: is het zoals je je in je stoutste dromen had voorgesteld? 

‘Als kind, héél lang geleden dus (lacht), wist ik al dat ik ooit iets in de showbizzwereld wilde doen. En dat kan echt heel gek klinken, maar ik was er toen rotsvast van overtuigd dat ik ooit mijn idolen als Bart Peeters in het echt zou ontmoeten. Maar omdat ik nooit durfde te zingen, verdrong ik die gedachten en borg ik die droom uiteindelijk ook op. Stiekem bleef ik wel een muzikale carrière ambiëren. Ik begon uiteindelijk les te geven, dus ik dacht: laten we het daar maar bij houden. Maar het grappige is dat wanneer ik zat was, ik telkens tegen mijn vrienden zei dat ik zanger wilde worden. Zij moesten daar natuurlijk om lachen, want voor zover zij wisten, had ik nog nooit een noot gezongen. Diep vanbinnen wist ik dat ik nog iets anders ook heel graag zou willen doen. Daarom had ik mijzelf voorgenomen dat ik op mijn 30ste móést weten wat ik met mijn leven wilde doen. En dat weet ik nu ook. Dus érgens had ik het wel verwacht, maar ik had nooit durven dromen dat ik het zó leuk zou vinden om op een podium te staan. Dat gevoel kan je je niet voorstellen. Ik had voor het eerst echt zoiets van: wauw, dit is wat ik voor de rest van mijn leven wil doen. Ik kan bijna niet uitleggen wat voor een zalig gevoel dat is.’

De coronacrisis maakte mij ook heel onzeker; ik had schrik dat het mijn carrière zou nekken.


Je durfde niet voor een publiek te zingen uit angst, maar je staat wel voor een ander soort publiek: de klas. Valt dat toch niet een beetje te vergelijken? 

‘Misschien wel. Ik heb ook vaak les gegeven in fitnesscentra en soms denk ik dat het lot dat voor mij bepaald heeft, als een soort voorbereiding om voor een grote groep te durven staan. Het is alleen wel een heel grote klas nu (lacht).’

Ja, want plots promoveerde je van de klas naar het Sportpaleis en mocht je optreden tijdens het voorprogramma van Niels Destadsbader. Dat is toch wel even een knop omdraaien, denk ik dan. 

‘Dat kan je wel zeggen, ja. Plots word je begeleid door security en een beetje op handen gedragen. Als je dan de dag daarna weer voor de klas staat, ga je toch wel back to reality. Daar was ik plots de “gewone” Joris en niet de Joris die iederéén leuk vindt. Ik was dus “gewoon maar” weer meester Joris, dus dat was wel even met de voeten op de grond komen. En dat had ik niet echt zien aankomen. In de muziekwereld kijken de mensen op een bepaalde manier naar je op. Als leerkracht kijken de leerlingen uiteraard ook wel naar je op, maar die “wauw”-factor is er niet, dus ik vind het wel tof dat ik dat kan blijven combineren. Dat zorgt ervoor dat ik niet naast mijn schoenen ga lopen en dat wil ik graag zo houden.’

Zonder jouw zus had je nooit in het Sportpaleis gestaan. Voel je je niet schuldig tegenover haar? 

‘(lacht) Schuldig niet, maar moest dat nu omgekeerd zijn, weet ik niet hoe ik dat zou ervaren. Ik zou toch een beetje jaloers zijn, denk ik. Ik probeer haar wel bij zoveel mogelijk te betrekken. En als er een nieuw nummer klaar is, stuur ik dat ook meteen naar haar door, zodat ze feedback kan geven. Ze weet dat ik haar eeuwig dankbaar ben. Ik zou eigenlijk zelfs van de gelegenheid gebruik willen maken om iedereen die nog maar een beetje geloofde en gelooft in het Metejoor-verhaal te bedanken. Zonder die mensen zou ik niet staan waar ik vandaag sta.’

https://www.instagram.com/p/B4Sej0HHXU9/

Je liet al vaker vallen dat je het een beetje zonde vindt dat je net nu doorbreekt. Als je het geweten had, had je dan gewacht met ‘1 op een miljoen’ uit te brengen? 

‘Neen, ik denk dat dat het net nog wat specialer maakt. Moest die pandemie er niet zijn geweest, dan had ik waarschijnlijk gewoon concerten gegeven en had ik dit nummer misschien nooit geschreven. Maar een hit scoren in tijden van corona is gewoon heel zuur, omdat je dat niet kan vieren met concerten. Langs de andere kant is het momenteel wel het hoogst haalbare wat je kan bereiken, dus het is een heel dubbel gevoel. De coronacrisis maakte mij ook heel onzeker; ik had schrik dat het mijn carrière zou nekken. Dus het enige wat ik kon doen, was nummers maken en hopen dat er eentje zou aanslaan, en toevallig was dat van de eerste keer raak. Dat heeft mij uiteindelijk door die moeilijke periode gesleurd. Ik ben dan ook bij Gert en James (in ‘De Cooke & Verhulst Show’, nvdr.) mogen langsgaan, en dat gaf mij nog meer motivatie. Stilzitten is echt niets voor mij, dus hoe meer animo rond het nummer gemaakt wordt, hoe beter.’

Nog niet zo heel lang geleden vertelde je in een interview nochtans dat tv-optredens enkel weggelegd zijn voor de toppers. Vind je het dan zo moeilijk om toe te geven dat je misschien wel bij die top hoort?

‘Ik moet inderdaad gewoon eens durven toe te geven dat ik momenteel wel bij de top van de Vlaamse zangers hoor. Maar de ervaring met tv-shows is er nog niet, en dat maakt voor mij wel een verschil. Echte toppers zetten zich in die studio’s op hun gemak in de zetel, en dat kan ik nog niet. Daar heb ik nog te veel stress voor. Voor mij is het ook allemaal nog heel nieuw, waardoor ik mij ook een beetje verwarder opstel. Het ligt misschien ook wel een beetje aan mijn Kempische bescheidenheid: wij vinden het vaak moeilijk om te zeggen dat we goed bezig zijn. En ik besef dat wel hoor, maar anderzijds wil ik niet te hard van stapel lopen.’

https://www.instagram.com/p/CN5AJ0gn3Yp/

Je komt steeds vaker in beeld, en dat betekent ook meer aandacht. Je krijgt wel vaker de opmerking dat je een knappe man bent. Vind je dat leuk? 

Goh, ja, maar ik lach dat vaak weg. Dat komt ook weer door die Kempische bescheidenheid hè (lacht). Ik vind het heel moeilijk om zulke complimentjes te aanvaarden. Pas op, ik vind het ook heel leuk om ze te krijgen hoor. Ik lees af en toe de reacties en daar zitten voorlopig relatief weinig negatieve reacties tussen, maar het begint wel. Ik moet het echt leren om die negatieve commentaar links te laten liggen en tegelijkertijd ook echt wel te durven kijken naar de positieve reacties.’

Je bent niet alleen knap, maar ook sportief. Is het voor jou dan ook peanuts om op het podium te staan dansen en zingen? 

Awel, het is toch vrij intensief. Ik zou eigenlijk wat meer moeten sporten nu de vooruitzichten stilaan verbeteren (lacht). Maar uiteindelijk: die adrenaline en het enthousiasme van het publiek sleurt je overal doorheen. Al ben je kletsnat van het zweet: je bent iets aan het doen wat je graag doet en dan sta je daar echt niet bij stil.’

Hoe zou jij dat allereerste concert sinds lang graag zien?  

‘Wij speelden de voorbije jaren met drie muzikanten, maar dat gaan er waarschijnlijk een pak meer worden, dus dat gaat voor mij al een grote aanpassing worden. Het wordt volle gas! Het is de bedoeling dat mensen die naar Metejoor komen kijken echt wel kunnen feesten. We hebben al zoveel nummers gemaakt, het moet er echt wel boenk op zijn. Hoe dat er uiteindelijk zal uitzien weet ik niet, maar ik hoop op rijen mensen en zon! Ik kick op veel volk, maar dat zal voorlopig nog niet gaan (lacht).’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '