4 zoete recepten om ter ere van het Suikerfeest uit te proberen

Kokoskoekjes met Rachida

‘Maïzenakokoskoekjes zijn mijn favoriete koekjes, want je dompelt ze ook in chocolade en rolt ze daarna in een laagje kokos. Daarbij is de smaak van maïzena heerlijk zacht en smelten ze zo in je mond! Het is een traditioneel koekje dat niet mag ontbreken tijdens het Suikerfeest en ze zijn ook nog eens een makkie om te maken.’

Dit heb je nodig:

Voor het koekjesdeeg

• 2 eieren

• 90 g poedersuiker

• 1 zakje vanillesuiker

• 200 g maïzena

• 100 g bloem

• 125 ml zonnebloemolie

• 5 g bakpoeder

• tl zout

Voor de ganache

• 20 ml oranjebloesemwater

• 150 g ongeklopte slagroom

• 150 g witte chocolade

• geraspte kokos

Zo maak je ze:

1. Mix de eieren, poedersuiker en vanillesuiker in een ruime kom tot een geheel. Voeg de maïzena, bloem, zonnebloemolie, bakpoeder en zout toe en kneed tot een deeg. Leg het deeg voor een uurtje in de koelkast zodat het stevig wordt en niet plakt. Is het toch nog iets te plakkerig? Zet het deeg weer even terug in de koelkast.
2. Maak balletjes van 15 gram en leg ze op een met bakpapier beklede bakplaat. Let op! Hoe groter je de balletjes maakt, hoe groter de koekjes zullen worden. Leg de balletjes in een voorverwarmde oven op 180 graden (boven- en onderwarmte) voor ongeveer 10 tot 15 minuten. De onderkant van de koekjes zal lichtbruin kleuren en aan de bovenkant zullen er barstjes ontstaan. Wanneer de koekjes gaar zijn laat je ze volledig afkoelen.
3. Breng de opgeklopte slagroom samen met het oranjebloesemwater in een steelpan tot tegen de kook aan. Haal de steelpan van het vuur en voeg de stukjes chocolade toe. Laat het staan voor een minuut. Roer dan alles samen tot een glad mengsel. Dompel de koekjes in de ganache en vervolgens in de geraspte kokos en strooi de kokos bovenop de koekjes en aan de zijkanten. Bewaar de koekjes in een luchtdichte box op een koele plek in huis.

Macarons met Foodbylaa

• Spuitzak (met spuitmondje nummer 12)
• Suikerthermometer
• 100 g amandelmeel 
• 100 g poedersuiker
• Kleurstof(gel) naar keuze
• Tweemaal 40 g eiwit 
• 100 g suiker
• 40 g water
• Meringebotercrème, ganache of andere vulling naar keuze

Zo maak je ze:

1. Doe 100 g suiker in een pan en voeg daar 40 g water aan toe. Zet op een zacht vuurtje, plaats de suikerthermometer erin en stel in op 121 graden.
2. Meng één keer 40 g eiwit met het amandelmeel, de poedersuiker en kleurstof(gel) naar keuze tot je een pasta krijgt. Zet dit even opzij. 
3. Doe de overige 40 g eiwit in een vetvrije kom van de keukenmachine. Zodra de thermometer 116 graden heeft bereikt, zet je de mixer aan en klop je het eiwit met de keukenmachine op.
4. Wanneer de thermometer afgaat op 121 graden, haal je het suikerwater van het vuur. Giet het langzaam, in een dunne straal, bij het eiwit terwijl je de mixer op een lagere stand zet. Zet nu de mixer weer iets hoger en klop de meringue goed stijf. 
5. Zodra die klaar is, doe je de helft bij de amandelmeelpasta. Spatel dit goed door tot het geheel goed gemengd is. Voeg daarna het laatste deel toe en vouw dit er voorzichtig doorheen. Blijf het geheel goed mengen: het moet vloeiend van de spatel afkomen en je moet er een cijfer acht van kunnen maken in het beslag.
6. Neem je spuitzak en het mondje erbij en spuit rondjes op een vel bakpapier. Sla hierna een paar keer met je bakplaat op het aanrecht, zodat alle luchtbelletjes verdwijnen.
7. Verwarm je oven voor op 125 graden, terwijl je je gespoten rondjes vijftien minuten laat rusten. Bak ze daarna af voor een kleine twintig minuten. Let op: laat ze goed afkoelen voordat je ze van de plaat haalt!
8. Vul ze nu met een vulling naar keuze. Ik kies het liefst voor botercrème!

Baklava met een romige pistachevulling met Merve

• 1 filodeeg van 470 g
• 250 g ongezouten  roomboter (1 el in de vulling)
• 3 el fijne griesmeel
• 1 en 1/4 beker melk
• 1 beker gemalen pistache
• zakje vanillesuiker
• 1 el suiker

Romige chocoladetruffels met Mina

‘Deze chocoladetruffels stelen de show op tafel én zijn heerlijk rijk van smaak. Ze vragen weinig tijd en zijn daarnaast ook gewoon erg leuk om te maken!’

Dit heb je nodig:

• 200 gram cacaopoeder
• 150 gram walnoten
• 3 grote el kokosolie
• 1 tl vanille-extract
• 2 el agavesiroop
• 150 g havermoutvlokken
• 100 gr mini chocoladedruppels
• Halve tl venkelzaad
• Halve tl anijszaad
• 1 tl koek- en speculaaskruiden
• 2 el cacaonibs
• 250 g ontpitte en gewelde pruimen

Zo maak je ze:

1. Vooraf toast ik de walnoten altijd even in de oven. Dit doe je door de walnoten te verspreiden op een bakplaat, belegd met bakpapier en ze licht te branden op 180 graden voor 15 minuten. Houd ze nauwlettend in de gaten aangezien iedere oven anders is en ze snel kunnen aanbranden.
2. Om de vulling klaar te maken, voeg je alle ingrediënten samen in een keukenmachine. Zijn je pruimen nog niet geweld? Wel ze dan in heet water voor ongeveer 10 minuten en vergeet ze natuurlijk niet te ontpitten voor gebruik.
3. Nadat de vulling in de keukenmachine een aantal minuten gedraaid heeft kan je van het beslag balletjes draaien in je handen. Neem de grote van een gevulde eetlepel, zo krijgen ze allemaal ongeveer de zelfde grootte.
4. Beleg een bakplaat met bakpapier. Daar kunnen de balletjes op worden geplaatst. Rol van het beslag tussen je handen balletjes en plaats deze op de bakplaat. Plaats daarna de bakplaat in de koelkast voor een half uur. Zo kunnen de chocoladetruffels koelen terwijl jij verder gaat met de voorbereiding voor de buitenkant van deze truffels.
5. Smelt de chocolade au bain-marie en breek de walnoten in stukjes nadat ze uit de oven zijn. Zo kan je straks op elke truffel een beetje walnoot strooien. Wanneer de chocolade gesmolten is, mag je deze van het vuur halen. Pak dan de truffels erbij. Maak gebruik van een vork en lepel om de truffels een voor een onder te dompelen in de chocolade. Plaats ze dan terug op de bakplaat en bestrooi met stukjes walnoot. Herhaal dit totdat alle chocolade truffels een laagje chocolade hebben. Plaats de truffels dan weer in de koelkast zodat het buitenste laagje kan harden. Enjoy!