Recepten bevatten tegenwoordig zoveel ingrediënten dat je ze niet meer op twee handen kan tellen. Wil jij vanavond iets koken waar je maar enkele dingen voor nodig hebt? Maak dan één van deze 5 vegan gerechten die je in een handomdraai op tafel zet.
Portobellowellington met salie en ui
Wat heb je nodig voor 4 personen?
– 8 portobello’s
– 3 uien
– 10 verse blaadjes salie
– 120 g walnoten
– 2 vellen vegan bladerdeeg, elk 320 g
Hoe maak je het?
1. Verwarm de oven voor op 220 °C en bekleed een grote bakplaat met bakpapier. Veeg de portobello’s schoon en leg er vijf in een ovenschaal. Besprenkel ze met olijfolie, voeg zout en peper toe en bak ze 15 min. in de oven. Zet ze apart. Laat de oven aanstaan.
2. Snijd ondertussen de resterende portobello’s in vieren. Pel de uien en hak ze grof. Doe beide in een keukenmachine en voeg de blaadjes salie, walnoten, ½ theelepel zout en 1 theelepel peper toe. Maal tot er een gladde pasta ontstaat.
3. Doe de pasta in een koekenpan op middelhoog-hoog vuur en bak hem 15 min. Roer regelmatig. Laat hem 10 min. afkoelen.
4. Leg een vel bladerdeeg op de beklede bakplaat. Schep een derde van de pasta in het midden en over de lengte van het deeg en strijk hem uit tot een streep van 5 cm breed; laat aan beide uiteinden 5 cm vrij. Houd de gebakken portobello’s ondersteboven, zodat het vocht eruit loopt en leg drie portobello’s met de steel naar boven op de pasta op het deeg. Leg de andere twee met de steel naar beneden tussen deze drie portobello’s. Schep de resterende pasta rond de portobello’s, zodat ze aan alle zijden bedekt zijn.
5. Leg het andere vel bladerdeeg erop en druk de randen op elkaar met je vingers. Snijd de randen van het deeg op ongeveer 1 cm van de vulling af. Kerf de bovenkant om de 3 cm lichtjes en schuin in en bestrijk hem met olijfolie. Bak de wellington ongeveer 50 min. in de oven, tot het deeg mooi goudbruin is.
6. Haal de wellington uit de oven, snijd hem in plakken en serveer.
»
Tip: wist je dat het meeste kant-en-klare deeg veganistisch is? Je moet altijd het etiket nalezen, maar
het zal je verbazen hoe gemakkelijk het is om kant-en-klaar deeg van goede kwaliteit te vinden.
De carnaval-tofoeburger
Wat heb je nodig voor 2 personen?
– 300 g extra stevige tofoe
– 4 el jerk-barbecuesaus
– 3 hamburgerbroodjes
– 1 rijpe bakbanaan
– 2 handjes knapperige blaadjes sla
Hoe maak je het?
1. Verwarm de oven voor op 140 °C.
2. Druk het overtollige vocht uit de tofoe en snijd hem in vier rechthoeken van ongeveer 1 cm dik. Leg ze op een bord en bestrijk ze met 2 eetlepels jerk-barbecuesaus. Zorg dat ze volledig bedekt zijn. Zet ze in de koelkast terwijl je de broodkruimels maakt.
3. Scheur één hamburgerbroodje in stukjes, doe ze in een keukenmachine en maal ze tot kleine kruimeltjes. Spreid de kruimels uit op een bakplaat en bak ze 5-10 min. in de oven, tot ze lichtbruin zijn. Haal ze uit de oven en zet ze apart.
4. Zet de oventemperatuur op 200 °C en bekleed een andere bakplaat met bakpapier. Druk de gemarineerde plakken tofoe in de broodkruimels en zorg dat ze aan alle zijden bedekt zijn. Leg de plakken op de beklede bakplaat en bak ze 15-20 min. in de oven, tot ze goudbruin zijn.
5. Pel ondertussen de bakbanaan en snijd hem in schuine plakjes van ongeveer 2 cm. Bestrooi ze met een snufje zout en bak ze 2-3 min. per kant in een beetje olijfolie in een koekenpan op middelhoog vuur, tot ze licht verkleurd en zacht zijn.
6. Snijd ondertussen de andere broodjes doormidden, leg ze met de snijkant naar beneden in een grillpan en gril ze een paar minuten op hoog vuur, tot ze bruin beginnen te worden.
7. Leg een handje sla op de onderste helft van elk broodje en leg er twee plakken tofoe en de helft van de bakbanaan op. Schep er een eetlepel jerk-barbecuesaus op en leg de bovenste helft van de broodjes erop. Tast toe!
Koreaanse bloemkoolroosjes
Wat heb je nodig voor 4 personen?
– 1 middelgrote bloemkool
– 80 g bloem
– 3 el gochujang
– 2 el fijne kristalsuiker
– 2 el tamari (of sojasaus)
Hoe maak je het?
1. Verwarm de oven voor op 220 °C en bekleed een grote bakplaat met bakpapier.
2. Verwijder eventuele groene bladeren van de bloemkool en snijd hem met een scherp mes in kleine roosjes. Gooi de lange stelen weg.
3. Strooi de bloem in een grote mengkom, schenk er 120 ml koud water bij en roer tot je een glad beslag hebt.
4. Schep de bloemkoolroosjes er voorzichtig door tot ze volledig bedekt zijn.
5. Leg de roosjes één voor één op de beklede bakplaat en schud steeds het overtollige beslag eraf. Bak ze 15 min. in de oven. Meng ondertussen de gochujang, suiker en tamari in een mengkom.
6. Haal de bloemkoolroosjes uit de oven. Gebruik een lepel om steeds een paar roosjes door de gochujangsaus te wentelen. Zorg dat ze volledig bedekt zijn. Leg ze weer op de bakplaat en bak ze nog 10-15 min. in de oven, tot ze zacht zijn. Serveer meteen.
Naanbroodjes met flespompoen
Wat heb je nodig voor 2 personen?
– 350 g flespompoen
– 130 g zelfrijzend bakmeel, plus extra voor het bestuiven
– 130 g kokossojayoghurt, plus extra voor erbij
– 1½ el madrascurrypasta
– 80 g verse spinazie
Hoe maak je het?
1. Verwarm de oven voor op 220 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.
2. Schil de flespompoen, gooi de pitten weg en snijd het vruchtvlees in stukjes van 3 cm. Leg de stukjes op een andere (onbeklede) bakplaat, besprenkel ze met olijfolie en voeg zout en peper toe. Bak ze ongeveer 30 min. in de oven, tot ze zacht zijn.
3. Maak ondertussen het deeg: meng het zelfrijzend bakmeel, de yoghurt en ½ theelepel zout in een grote mengkom. Leg het deeg op een flink met meel bestoven werkvlak en kneed het 1 minuut. Voeg wat meel toe als het deeg te kleverig is of wat yoghurt als het te droog is. De stevigheid hangt af van de yoghurt, maar het deeg mag net zo stevig zijn als brooddeeg.
4. Verdeel het deeg in tweeën en bestuif een deegroller met bakmeel. Rol elk stuk uit tot een ovaal van ongeveer 5 mm dik. Leg de stukken op de beklede bakplaat en zet ze apart.
5. Haal de stukjes pompoen uit de oven en laat ze 5 min. afkoelen. Doe ze in een keukenmachine, voeg de currypasta en 1 eetlepel koud water toe en pureer tot het mengsel glad is. Bestrijk de stukken deeg met het pompoenmengsel en bak ze 15 min. in de oven.
6. Verhit ondertussen de spinazie met een scheutje koud water 4-6 min. in een pan op middelhoog vuur, tot hij geslonken is. Roer af en toe. Giet het overtollige vocht af.
7. Haal de broodjes uit de oven en beleg ze met de spinazie, wat extra yoghurt, een snufje peper en een beetje vergine olijfolie. Smullen maar!
Noedelsalade met sesamzaad
Wat heb je nodig voor 2 personen?
– 4 el sesamzaad
– 120 g gedroogde soba (boekweitnoedels of volkorentarwenoedels)
– 2 tl tamari (of sojasaus)
– 2 middelgrote wortels
– flinke handvol verse koriander
Hoe maak je het?
1. Strooi het sesamzaad in een droge koekenpan op middelhoog vuur en rooster het 5-7 min., tot het bruin wordt. Houd het goed in de gaten en schud het regelmatig om, zodat het niet verbrandt.
2. Kook ondertussen de soba volgens de aanwijzing op de verpakking; soba moet meestal 5 min. in een pan kokend water met wat zout worden gekookt. Giet de soba af en spoel hem af met koud water om het kookproces te stoppen. Doe hem in een grote mengkom.
3. Doe het geroosterde sesamzaad in een vijzel, maar houd ongeveer ½ eetlepel apart voor de garnering. Maal de zaadjes tot ze de textuur van bloem hebben; dat kost een paar minuten en een hoop spierkracht!
4. Voeg de tamari, 2 eetlepels extra vergine olijfolie, ½ theelepel appelazijn en flink wat peper toe aan het gemalen sesamzaad en meng tot er een pasta ontstaat. Doe de sesampasta in de kom met de soba.
5. Snijd dan de wortels met een dunschiller in lange repen en voeg ze toe aan de noedels. Hak de koriander grof en voeg het grootste deel toe aan de noedels; bewaar een beetje voor de garnering. Meng de ingrediënten tot alles goed bedekt is met de zalige sesampasta. Verdeel de noedels over twee kommen. Strooi de
bewaarde koriander en sesamzaadjes erover en serveer.
[td_smart_list_end]
Bron: ‘Vegan in 5’ van Roxy Pope en Ben Pook, Uitgeverij Spectrum, €20
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier