Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© The Creative Exchange via Unsplash

Delen maar!

7 makkelijke kaartspelletjes die je met twee personen kan spelen

Spelen jij en je lief of je bestie graag eens een spelletje? Dat hoeven geen dure boardgames te zijn, want de kans is groot dat je ergens een boek kaarten hebt rondslingeren. Hier kan je al een mix van verschillende spelletjes voor twee personen mee spelen en wij hebben alvast enkele opties op een rijtje gezet. Delen maar!

Wippen

Wippen is een kaartspel dat je al vanaf twee personen kan spelen. Het enige wat je nodig hebt, is een set kaarten die bestaat uit 52 kaartjes. Voor dit spel heb je geen jokers nodig.

Om te beginnen, deel je de kaarten met de klok mee. Dit is meteen ook de speelrichting. De persoon die deelt, legt telkens twee kaarten. Voor hij zichzelf een paar geeft, legt hij er ook twee open (dus met de afbeelding zichtbaar) op tafel. In totaal krijgt elke speler vier kaarten en liggen er vier kaarten op tafel (de pot).

Vervolgens gaat elke speler om beurt een van hun kaarten spelen. Dit kan op twee manieren. De eerste optie is om eenzelfde kaart uit de pot te nemen (kleur speelt geel rol). Als je geen zelfde kaart kan nemen, leg je een kaart mee in de pot. Wanneer er een speler de laatste kaart uit de pot neemt, kan de andere speler niet anders dan een kaart af te leggen in de pot. Heeft elke speler zijn vier kaarten gespeeld? Dan moet je opnieuw kaarten (per twee) delen. Wel ga je geen kaarten meer in de pot leggen. De speler die als laatste kaarten uit de pot haalt, krijgt de pot.

Zenuwen

Het doel van dit spel is om als eerste al je kaarten kwijt te spelen. Om te beginnen, verdeel je alle kaarten over het aantal spelers. Vervolgens gaat elke persoon zijn kaarten in vijf hopen leggen. De eerste stapel bestaat uit één kaart, de tweede stapel uit twee kaarten en ga zo maar door. De bovenste kaart draai je telkens om. Hebben twee kaarten dezelfde waarde? Dan mag je deze op elkaar leggen en een kaart van de ene stapel weer omdraaien. Als er zo een stapel leeg geraakt, mag je daar de zichtbare kaarten van een andere stapel leggen.

De overgebleven kaarten leg je rechts in het midden tussen de spelers. Wanneer beide spelers klaar zijn, draaien ze op hetzelfde moment de bovenste kaart van hun stapel (met de afbeelding weg van de tegenstander) om en leggen deze tussen de stapels in. Hierop kunnen ze hun eigen speelkaarten neerleggen. Opgelet: de waarde van de kaarten moet wel op elkaar volgen, net zoals bij Patience. De kleur doet er niet toe. Je hoeft ook niet meer je beurt af te wachten. Je wint het spel als je al je kaarten kwijt bent.

Meppen

Net zoals bij zenuwen is ook bij dit spel je reactievermogen van belang. Je wil namelijk als eerste alle kaarten bemachtigen. Om te beginnen, verdeel je de kaarten tussen de twee personen en dit zonder dat je ze kan zien. Om de beurt ga je vervolgens de bovenste kaart van je stapel op tafel gooien. Liggen er twee kaarten met dezelfde waarde? Sla dan zo snel als je kan met je hand bovenop de stapel. De persoon die het snelste was, krijgt vervolgens de hele kaartenstapel.

Oorlogje

Om oorlogje te spelen, heb je een volledig kaartspel van 52 kaarten nodig. De waarde van de kaarten is zoals gewoonlijk en de kleur is bij dit spel niet van belang. Om te beginnen, moet je de kaarten goed schudden en ze eerlijk onder de twee spelers verdelen. De eerste persoon legt nu zijn kaart open op tafel. De tweede speler doet vervolgens hetzelfde. Wie de kaart met de hoogste waarde op tafel gelegd heeft, wint alle kaarten en steekt deze onderaan zijn eigen stapel. Zo ga je door tot er iemand geen kaarten meer heeft.

Manillen

Ook manillen kan je met twee doen. Verdeel de kaarten door eerst de Jokers en cijfers twee t.e.m. zes uit het spel te halen. Verdeel de kaarten door 3-2-3 te geven aan elke speler en voor elk twee rijen van vier te maken met de kaarten gedekt op tafel en vervolgens daar nog eens vier kaarten open op te leggen. Beslis wie troef mag kiezen (bijvoorbeeld de jongste speler) en deze kiest vervolgens een symbool (harten, schoppen, klaveren of koeken). De persoon in kwestie mag ook kiezen om zonder troef te spelen, al is dit zeker een gewaagde keuze en heb je hiervoor héél goeie kaarten nodig.

10 = 5 punten (en hoogste kaart)

Aas = 4 punten (en tweede hoogste kaart)

Koning = 3 punten (en derde hoogste kaart)

Koningin = 2 punten (en vierde hoogste kaart)

Zot = 1 punt (en vijfde hoogste kaart)

De andere kaarten zijn niets waard. Je speelt de kaarten wel volgens hun waarde, zo is 9 bijvoorbeeld hoger dan 8 en 8 is hoger dan 7.

De persoon die géén troef heeft gemaakt, mag beginnen. Je kan hoog beginnen, of net laag. Het is geen slecht idee om te beginnen met je kaarten die op tafel liggen, want zo weet je tegenspeler niet welke kaarten je in je hand hebt.

Je moet telkens hoger gaan dan je tegenspeler met hetzelfde symbool. Leg jij bijvoorbeeld een harten Zot, dan moet de tegenspeler een harten tien, Koning of Koningin leggen. Heeft die dat niet? Dan moet die je kaart kopen met troef. Heeft hij/zij/die geen troef? Dan moet er een kaart weggegooid worden en heb jij sowieso de slag. Wie de slag haalt, mag weer uitkomen.

Het doel van het spel is om de meeste punten te scoren.

Piekezot jagen

Of pykezottn zoals ze op z’n West-Vlaams zouden zeggen! De bedoeling is dat je niet met de Schoppenboer/Zot in je hand eindigt.

Je haalt de Jokers én de Klaverzot uit het kaartspel. De kaarten worden vervolgens gelijk verdeeld, er is dus geen trekstapel. Je verzamelt kaarten door er van je rechterbuur te nemen.

Je speelt met een volledig kaartspel, enkel de jokers en de klaverboer mogen eruit gehaald worden.

Wanneer je twee kaarten van dezelfde waarde én kleur hebt, mag je deze afleggen op tafel, en deze blijven daar ook liggen. Doe dit tot er op het einde van het spel nog maar één kaart overblijft, de Schoppenboer aka Piekezot, aangezien hij geen paar kan vormen. Wie deze kaart nog in z’n handen heeft, verliest!

Pesten

Pesten (of fretten) is zoals ‘Uno’ maar dan nog een tikkeltje anders! Iedere speler krijgt zeven speelkaarten, alle overige kaarten vormen de trekstapel en daarbij wordt ook één kaart opengelegd, zodat er een aflegstapel ontstaat.

Om de beurt mogen de spelers een kaart op de aflegstapel neerleggen, maar deze moet qua symbool OF cijfers wel overeenkomen met de kaart die openligt op de trekstapel. Kan je niet leggen? Dan neem je een kaart van de trekstapel en is de volgende speler aan de beurt. Heb je nog maar één kaart, klop dan op tafel om dit aan te geven! Het doel? Als eerste al je kaarten weg spelen.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '