Het is facilities dat een oogje dichtknijpt als jouw ‘keibelangrijke bestelling die ik vandaag móét hebben’ een pakket van Zalando blijkt te zijn.
AHA: met deze 5 collega’s bouw je maar beter een goede band op
Ook al ben je niet het ‘frolleague’-type – in je privétijd heb je al vrienden genoeg – toch is het verstandig om een goede band op te bouwen met enkele sleutelfiguren op het werk. Het helpt je in je huidige job, en wie weet ook in je verdere carrière.
De assistent van je baas
Uiteraard is het prioritair om een zo goed mogelijk contact op te bouwen met je baas. Maar misschien is de jouwe wel van het type ‘een uur niet vergaderd is een uur niet gewerkt’ en zie je hem of haar vooral van vergaderzaal A naar ‘very important drie uur durende lunchafspraak B’ hollen. Je krijgt dus niet veel kans om indruk op hem of haar te maken. Dé rechtstreeks te bespelen lijn naar je baas is dan de secretaris of secretaresse. Als assistent weet die op élk moment waar de baas aan het meeten of greeten is, en is hij of zij ook de persoon bij wie de baas af en toe checkt ‘of alles nog loopt op het bureau’.
Ben jij een van de frolleagues van de assistent, dan zal jouw naam geregeld in positieve zin vallen. Bovendien kan de assistent al eens goochelen met de agenda van de baas, waardoor je afspraak met hem of haar in plaats van ‘enkele weken verder’, ‘enkele uren later’ kan worden ingepland. En hoe groot is de kans dat de assistent bij elke ‘top secret’ beslissing van de baas echt zijn of haar mond kan houden? De assistent heeft toch iemand nodig die hij door dik en dun kan vertrouwen en in het ergste geval ‘een schouder om op te huilen’. Jouw leuze: een beetje schouder geven, een beetje vertrouwelijke informatie nemen’.
De receptionist
De slechtst mogelijke persoon om je offday op uit te werken, is de receptionist. Al is het soms moeilijk om hem, wanneer je paraplu het net begeven heeft en je 20 minuten lang door een tropische storm moest lopen, tóch met een grote glimlach en een warme ‘goedemorgen’ te begroeten. Doe het. Elke dag opnieuw. De receptionist heeft zo mogelijk een nog groter netwerk dan de hr-verantwoordelijke in het bedrijf. Hij of zij is degene bij wie iedereen al eens zuchtend zijn of haar horrordag vertelt, van de poetshulp over de managementassistant tot de baas (waarschijnlijk nog vóór die grote baas was).
Die ontboezemingen en momenten van ‘Fuck het bedrijf, ik neem ontslag’ hebben een vertrouwelijkheid en aparte band geschept die haast iedereen binnen het bedrijf met de receptionist koestert. Waag het dus niet om die ene afstandelijke ‘Ik ben zo druk-druk’-medewerker te zijn die de receptionist elke dag zwijgend voorbijloopt, of erger nog: hem of haar afsnauwt omdat de vergaderzaal niet vrij is. De receptionist is in staat om jou binnen een etmaal zwart te maken bij alle afdelingen van het bedrijf, inclusief de hoogste bazen. Omdat de receptionist degene is bij wie het volledig werknemerskorps stoom afblaast, zal het een aangename verrassing voor hem of haar zijn als jij meteen begint met: ‘Hoe is het met jou? Je lijkt me een drukke dag te hebben?’
Facilities
Wat het takenpakket van facilities precies inhoudt, verschilt van bedrijf tot bedrijf. De terugkerende factor is: facilities vergemakkelijkt je dagelijkse werkleven. Het is al te verleidelijk om in het bedrijf te willen netwerken met de leidinggevenden en young potentials, maar wees niet de arrogante yuppie die de basis uit het oog verliest. Die basis is facilities: de post, de balpennen, de telefoon, de broodjes tijdens de vergadering, de lift die tijdig hersteld wordt... Het is facilities dat een oogje dichtknijpt als jouw ‘keibelangrijke bestelling die ik vandaag móét hebben’ een pakket van Zalando blijkt te zijn. Het is facilities dat zo attent is om niet op te tellen hoeveel badges, opladers en notebooks jij ondertussen al hebt kwijtgespeeld. Het is facilities dat ervoor zorgt dat je laptop niet één wordt met je bureau ondanks de koffievlekken, lunchresten en uitgelopen markeerstiften. Zeg dus af en toe eens: Dankjewel, David van facilities. Zo moeilijk was dat niet, toch?
De nieuwe
Het is verleidelijk om ‘de nieuwe’ niet meteen in de armen te sluiten. We spreken niet over negeren, maar komaan: je hebt je eigen vaste kliekje van collega’s met wie je goed kan grappen, en voor hetzelfde geld is ‘de nieuwe’ binnen drie maanden alweer verdwenen. Stop. Je staat op het punt je grootste professionele fout ooit te maken. Oprah Winfrey is ooit ‘de nieuwe’ geweest. Barack Obama is ooit ‘de nieuwe’ geweest. Je baas is ooit ‘de nieuwe’ geweest. Door die met enkele kleine gebaren wegwijs te maken, zal je een indruk maken die ‘de nieuwe’ de rest van zijn of haar carrière met zich meedraagt. Want hoe eng is het niet om de eerste dagen in een nieuw bedrijf tussen onbekende mensen met gloednieuwe werkmethodes te belanden? Als je op dat moment die helpende hand, dat schouderklopje, dat licht in de duisternis – oké, misschien zijn we hier een tikkeltje te melodramatisch – bent, dan heb je levenslang het hart van ‘de nieuwe’ veroverd.
Misschien is hij of zij het wel die jou binnen vijf jaar wegplukt vanachter je stoffige bureau om je de job van je leven aan te bieden bij het concurrerende bedrijf waar hij of zij ondertussen ‘one of the bosses’ is. Want ‘de nieuwe’ zal nooit lang ‘de nieuwe’ zijn. Vol van ambitie en motivatie heeft hij of zij een veel grotere kans om ooit dat postje boven jou te bemachtigen, en niet je collega die al 15 jaar ter plaatse aan het trappelen is.
De ouderdomsdeken
Aan de andere kant van het werknemersspectrum bevindt zich de ouderdomsdeken. Iemand die het bedrijf nog gekend heeft toen het een andere naam, een ander adres en een ander product had – kortom: nog een ander bedrijf was. Met weemoed worden met de regelmaat van de klok verhalen verteld ‘over de tijd van toen’. Een tijd waarin de charme van het bedrijf nog net iets groter was, de collegialiteit wat hartelijker was, de cijfers nog niet zo belangrijk waren en de menselijkheid groter was. Geregeld passeren anekdotes over personen die je nooit gekend hebt en bureaus waar je nooit gezeten hebt.
In plaats van te zuchten ‘dat de tijden nu eenmaal veranderd zijn’, laat je de ouderdomsdeken beter in de waan dat zijn anekdotes zo boeiend zijn dat ‘hij er een boek over zou moeten schrijven’. Vergis je niet in hoe groot de morele macht van de ouderdomsdeken in het bedrijf kan zijn. In heel wat organisaties is hij of zij de levende mascotte, het relikwie dat gekoesterd wordt en dat soms ook voor ergernis kan zorgen, maar toch wel een aparte status bekleedt. Raak je aan de ouderdomsdeken, dan raak je aan het bedrijf. Behandel je hem of haar met respect, dan toon je je respect ten opzichte van het bedrijf. Het is zoals met oude mensen op de tram: sta recht, denk niet aan de verzwikte enkel waar je zelf mee kampt, bijt op je tanden en ken je plaats.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier