Ondanks de vooroordelen, zijn zij wél hedendaags, modern en bezig met het milieu. Boer Olivier (31) zet de boerderij van z’n vader op een duurzame manier voort en vertelt over de liefde voor zijn stiel.
Olivier studeerde handelswetenschappen in Brussel en Gent, maar keerde toch terug naar Diksmuide om het vleesveebedrijf van zijn vader verder te zetten. Investeert in social media, lokale foodboxen, een nieuw runderras en mobiele kippenrennen om op een duurzame manier te boeren.
‘Als jonge boer vind ik het belangrijk ombuiten te komen. Hoe doen mijn collega’s het in het buitenland, met welke innovaties zijn zij bezig? Het werk is zo veeleisend, dag tot dag, dat je vaak niet verder kan kijken dan dat. Omdat mijn vader en ik het bedrijf samen runnen, kan ik dat wel. Daar ben ik hem heel dankbaar voor. Zo ben ik op een congres in contact gekomen met Joel Salatin, die door Time Magazine werd verkozen tot meest innovatieve boer in de VS. Via hem leerde ik het concept van de mobiele kippenstal kennen. Een even simpel als geniaal idee. Dankzij veel googelen vond ik een producent in Duitsland.’
Mobiele kippen
‘De kippenren is mobiel en wordt om de zoveel tijd verplaatst naar een nieuw stuk weiland. Daar zet ik een groot stuk terrein af voor de kippen, zo’n 250 per stal, en krijgen ze de vrijheid om rond te scharrelen. Ze leven op gras, kruiden, insecten, alles wat daar te vinden is. Ze kunnen binnen of buiten wanneer ze daar zin in hebben en krijgen water en wat aanvullend voer. De stal heeft zonnepanelen en is energieneutraal. Is het gras bijna op, dan verplaats ik ze. Zo kan op die plek het gras weer aangroeien, tot ze weer terug zijn. Het grote voordeel is dat de grond niet uitgeput of overbemest raakt, maar net diverser wordt. Dat de kippen een mooi leven leiden, is nog een extra. De eieren zijn ook beter. De dooier is groter, meer oranje, smaakvoller. Hij kost ook meer dan een gemiddeld ei in de winkel, maar daar heb je ook iets voor. Sergio Herman is alvast overtuigd: hij gebruikt de eieren voor het ontbijt bij Pure C.’
Ik wil dat de mensen weer weten wat ze eten en wie voor dat eten zorgt.
Late roeping
‘Mijn roeping kwam pas laat. Ik studeerde handelswetenschappen in de stad, want ja, hoe gaat dat, als jonge gast wil je het liefst zo ver mogelijk weg van je roots (lacht). Maar tijdens mijn laatste jaar merkte ik dat ik uitkeek naar de weekends op de boerderij. En dan stel je jezelf toch de vraag: ging ik echt elke dag in de file staan op weg naar Brussel, terwijl mijn vader van niets zo’n mooi bedrijf had uitgebouwd? We hebben toen afgesproken dat ik een jaar zou meeboeren, om te kijken of dit echt was wat ik wilde. Ja, zo bleek, maar wel op een iets andere manier dan de generatie voor me. Proberen me niet te laten opjagen door de vraag van de markt, maar met meer aandacht voor kwaliteit dan kwantiteit en voor een gezonde omgeving. Want men durft weleens met de vinger naar ons boeren te wijzen, maar wij zijn de eerste die de gevolgen van de opwarming van de aarde voelen. Dus ja, we zijn daar bezorgd over én proberen in te grijpen waar we kunnen.’
Weet wat je eet
‘Mijn grootste probleem met hoe het hier liep, was dat ik niet wist wie mijn klant was. We steken zoveel zorg in onze runderen, maar dan worden ze naar het slachthuis gebracht en belanden ze ergens in een supermarkt. Ik weet niet wie de consument is en wat hij ervan vindt. Hij ziet dan op zijn beurt hoeveel werk en liefde wij erin steken. Ik wilde dus die keten verkorten. Daarom hebben we Localfoodbox.be opgericht, zo kunnen mensen ons vlees en de eitjes rechtstreeks aan huis geleverd krijgen, net zoals onze aardappelen en pompoenen. Ik steek ook best veel tijd in ons Instagramaccount, en de branding in het algemeen. Te veel boeren zijn anoniem geworden. Ik wil dat de mensen weer weten wat ze eten en wie voor dat eten zorgt.’
Natuurrunderen
‘Ik heb ook onze kudde wit-blauwrunderen aangevuld met een ander, Frans ras, salers. Een roodkleurig ras met serieuze hoorns dat vooral buiten leeft, graast op natuurweiden en daar het lange gras opeet. Ze hoeven niet echt zwaar bijgevoederd te worden en zorgen voor een natuurlijk bemesting van de bodem, die was helemaal uitgeput toen mijn vader hier 35 jaar geleden begon. Als er zoveel druk ligt op boeren om zo veel en zo goedkoop mogelijk te produceren, gebeurt dat. Wij proberen dat op een natuurlijke manier te herstellen. En daar is de mest van onze runderen, salers én wit-blauw, heel belangrijk in. Het salers-vlees is doormarmerd met vet en smaakt voller. Het is een natuurlijk alternatief voor mensen die op zoek zijn naar iets anders dan wit-blauw, wat het grootste deel van onze kudde blijft. Dat is ook lekker, maar anders, sappig en mager vlees. Maar zo heb je als consument de keuze.’
Wij maken zo veel mogelijk ons eigen voer voor de runderen, met bierdraf. Ze krijgen overschotjes Duvel!
CO2 uit de lucht halen
‘De combinatie van de rondscharrelende kippen en de grazende koeien, en de mest die zij achterlaten, is een zegen voor de vruchtbaarheid van onze bodem. Hoe rijker de bodem en hoe diverser wat erop groeit, hoe meer koolstof en stikstof uit de lucht in die bodem wordt opgeslagen, en daar worden we allemaal beter van. We hebben nu ook fruitbomen aangeplant, oude appel- en perenrassen, om nog extra CO2 uit de lucht te halen. Daarnaast maken we op de boerderij ook zoveel mogelijk ons eigen voer voor de runderen: met stro, hooi en reststromen, zoals bietenpulp of bierdraf. Ze krijgen hier overschotjes Duvel bijvoorbeeld (lacht). Op die manier proberen we zo circulair mogelijk te werken. Zijn we er al? Nee. Maar we doen wel ons best.’
Farm-to-table
‘Mijn zus is intussen ook in het familiebedrijf gestapt, omdat mijn vader en ik het met z ’n tweeën niet meer aankunnen. Ze helpt mee met de marketing en verkoop, en denkt mee na over onze verdere ontwikkeling. Zo zijn we bezig met de aanleg van een bloemenpluktuin, gaan we baktarwe telen om eigen brood te bakken, gaan we zonnepanelen installeren en willen we een oude stal verbouwen om farm-to-tableetentjes te geven. Hoe meer mensen we hier kunnen uitnodigen om ons werk te leren kennen en appreciëren, hoe beter. Ze heeft modetechnologie gestudeerd en is nu zelfs aan het bekijken of we met het vlas dat we verbouwen – ook voor het voeder van de koeien – duurzame kleding kunnen maken. Dat is het voordeel als je eerst iets anders gestudeerd hebt. Je ziet veel meer kansen. Ook ik zal daarom nooit spijt hebben van mijn studies. Ik hoop dat we kunnen tonen aan de jongere generatie dat er toekomst zit in dit vak. Dat je echt op jouw manier kan boeren, als je maar een beetje creatief en ondernemend bent. Want als er geen boeren meer zijn, waar gaan we dan ons eten vandaan halen?’
Meer weten over de boerderij van boer Olivier? Check www.boerolivier.be of volg hem op Facebook en Instagram: @boerolivier.
Lees ook:
- Marine vond haar droomjob, maar het was even zoeken: ‘Ik haal nu veel voldoening uit m’n werk’
- Coline nam in volle coronacrisis een loopbaanonderbreking om een nieuwe passie te zoeken
- VIDEO: Marelva geniet van haar ‘doodnormale’ job als postbode
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier