Opslag vragen is niet altijd evident. We geven al heel wat tips in het laatste deel van ons loonkloofdossier. Met dit abc ben je extra goed gewapend om een loonopslaggesprek aan te gaan.
A ssertief zijn: een gezonde dosis zelfzekerheid komt van pas als je meer loon wilt.
B arema’s checken: verifieer de loonkaart met barema’s als je bedrijf die hanteert.
C oncentratie niet verliezen: tijdens een gesprek over loonopslag moet je to the point zijn.
D ocumenteer je: houd je realisaties bij op papier en tracht ze te documenteren met cijfers.
E valuatiemoment en Functioneringsgesprek: je hoeft niet je jaarlijkse evaluatiemoment of functioneringsgesprek af te wachten om over je salaris te spreken. De afronding van een succesvol project is een beter moment.
G rondige voorbereiding: hoe grondiger je voorbereiding, hoe steviger je in je schoenen staat.
H ypothekeer je toekomstige kansen niet: vraag opslag op het juiste moment. Dus niet na een periode waarin je iets minder dan gewoonlijk gepresteerd hebt.
I nsidertips: onderhandelen over loon kan je leren. Praat erover met je vrienden of lotgenoten. Hoe pakten zij het aan? Wat zijn volgens hen de aan- en afraders?
J obs met verantwoordelijkheid: is er een job met verantwoordelijkheid vrijgekomen waarvoor je het geschikte profiel hebt? Ga er dan voor, die opslag zal zeker volgen.
K waliteiten: je hebt ze, geloof erin.
L aat je niet uit je Lood slaan: soms vertellen onderhandelaars halve waarheden om je te ondermijnen. Informeer je dus zo goed mogelijk.
M otivation is everything: als je heel gemotiveerd bent, dan ben je meestal ook uitmuntend in je job. Dat zal je baas zeker opmerken. Komt er toch geen opslag? Vraag er dan zelf naar.
N oden van het bedrijf: een bedrijf dat zwarte sneeuw ziet, heeft geen boodschap aan (te) veeleisende werknemers. Wie dan loonopslag vraagt, slaat de bal mis.
O nredelijk zijn is een no go: vraag genoeg opslag, maar ook weer niet overdreven veel. Ineens € 500 netto erbij is geen realistische eis.
P rofessioneel blijven: het is niet het moment om grapjes te maken of dreigementen te uiten.
Q ui-vive: wees op je qui-vive, alert, bij de pinken tijdens je loonopslaggesprek. Ga de avond ervoor dus niet zwaar uit of zo.
R eserve inbouwen: bij onderhandelingen zijn er altijd toegevingen. Betreed de arena dus met wat reserve. Als je die reserve verliest, krijg je misschien toch nog de opslag die je wilt.
S uccessen benadrukken: vooral realisaties waarbij je boven de verwachtingen gepresteerd hebt, moet je in de verf zetten.
T oegeven / Tijd nemen, je niet laten opjagen: probeer het gesprek zelf zo veel mogelijk te sturen.
U: spreek jij je baas al langer aan met ‘jij’? Dan hoef je niet ineens ‘u’ te gebruiken tijdens je loonopslaggesprek. Werk jij in een formeel bedrijf? Houd het dan liever bij ‘u’.
V raag aan anderen hoe zij het aanpakten: fouten die zij maakten bij een loonopslaggesprek kan jij alvast niet meer herhalen!
W aarde van je werk inschatten: gebruik bijvoorbeeld het Salariskompas om je huidige loon te vergelijken met dat van andere werknemers in dezelfde sector en met gelijkaardige ervaring. Het feit dat je de waarde van je werk juist kan inschatten, is een stevig argument bij onderhandelingen.
X x of xxx euro opslag... of je nu 50 euro meer krijgt of 150 euro meer: wees blij, je hebt sowieso een hoger loon én bent voor jezelf opgekomen.
Y our life: vergeet niet dat je maar één keer leeft. Wacht dus niet te lang om opslag te vragen.
Z org ervoor dat je je baas bedankt... als je opslag hebt gekregen. En anders bedank je je baas voor zijn of haar tijd.
