Als je lang een bril hebt gehad, ben je vaak blij dat je lenzen kan dragen. Aaah, wat een vrijheid, een luxe, een gemak. Maar alle lenzendragers weten ook dat het ook nadelen heeft. Deze dingen begrijpen alleen jullie!
1. Je kan niet zomaar in je ogen wrijven zoals een normaal iemand.
Zodra je dat vergeet, en onbewust toch begint te wrijven, heb je het zitten. Want dan moet je weer een kwartier proberen om je lenzen weer op hun plaats te krijgen.
2. Hoe langer je je lenzen in hebt, hoe meer je ogen uitdrogen.
Tegen het einde van een lange avond heb je al zo vaak met je ogen geknipperd dat mensen zich afvragen of je een of andere vreemde ziekte hebt.
3. Water en lenzen gaan niet samen.
Je wéét dat je niet mag douchen of zwemmen met je lenzen, maar pas wanneer je in de douche staat, besef je dat je je lenzen nog in hebt. Resultaat: je lenzen vol shampoo, nog meer prikkende ogen en nadien je lenzen nog uit krijgen? No way.
4. Huilen wanneer je je lenzen in hebt, is een big no no.
De combinatie van water en wrijven in je ogen gaat écht niet samen. Zolang je niet thuis bent, huil je dus gewoon niet. Must. Not. Cry.
5. Wanneer je net in bed ligt en lekker ingeduffeld bent, besef je dat je je lenzen nog in hebt.
Je moet dan de hartverscheurende keuze maken tussen je zalige bed verlaten en slapen met je lenzen. Of je vergeet dat je je lenzen nog in hebt, en dan word je wakker met vuurrode ogen...
6. Na een te korte nacht je lenzen proberen in te steken, is een heuse work-out.
Vaak geef je het dan gewoon op en draag je gewoon je bril.
7. Naar het strand gaan met lenzen is vrij onmogelijk.
Zand, zeewater en wind? Nee, toch maar niet.
