Lees hier haar verhaal
INTERVIEW: Siska Schoeters over het (plus)moederschap en haar lief Tomas
Ondertussen heeft ze de draad van 'Siska Staat Op', haar ochtendprogramma op Studio Brussel, opnieuw opgepikt. En ook thuis, bij haar vriend Tomas (De Soete, red.), zijn kinderen Leon (11) en Martha (9), en hun zoontje Lucien (4), deelt Siska Schoeters weer vrolijk de lakens uit. Maar toch geniet ze ook nog stiekem na van haar belevenissen tijdens De Warmste Week van Music for Life .
Haar eerste editie met drie vrouwen. En degene waarnaar ze het hardst had uitgekeken. ‘Mijn allereerste Music for Life vond ik al het vetste feestje ooit’, vertelt Siska. ‘En het is er de jaren erna alleen maar beter op geworden. Maar dit jaar heeft alles overtroffen. Eva De Roo en Linde Merckpoel zijn allebei ook zo’n farse mie . Dat kon gewoon niet mislukken!’
Ik moet van Tomas niet verwachten dat hij de was opvouwt. Want hij ziet het gewoonniet als de wasmand uitpuilt. Maar als ik hem dat vraag, doet hij dat. Na acht jaar weet ik dat het zowerkt, en dat is prima.
In De Slimste Mens werd ook al duidelijk aangegeven dat jij thuis de broek draagt.
‘Ja! (lacht) Dat is nochtans totaal niet het geval. Het gaat bij ons thuis heel gelijk op. Niemand van ons tweeën ligt onder de sloef. Ik zou daar ook niet gelukkig van worden. Een vent die zich gedraagt als een schoothond, ik zou dat gewoon niet kunnen verdragen! Ik heb écht wel wat weerwerk nodig, hoor.’
Waarom is Tomas eigenlijk de perfect match voor jou?
‘Tomas kan mij na acht jaar nog altijd heel erg doen lachen. Dat vind ik heel belangrijk. Veel vrouwen zeggen dat hun ideale man hen rust brengt, maar dat is bij ons totaal niet het geval. Tomas kan mij juist heel hard opfokken. Maar hij is ook een heel integer mens. In alles wat hij doet. En dat bewonder ik enorm in hem.’
Tomas heeft de week overleefd met de drie kinderen alleen thuis?
‘Een man alleen met kinderen, dat is altijd gezaag, hé. (lacht) Maar ik had hem op voorhand geholpen door een planning op te stellen voor de kinderen. Tomas is ook een nacht komen meedraaien voor Music for Life. Toen is Lucien bij mijn zus gaan slapen.’
Worden bij jullie thuis de taken altijd zo netjes verdeeld?
‘Ja. Ik sta daar op. Zodra ik het gevoel krijg dat die balans niet meer in evenwicht is, zeg ik gewoon dat ik de indruk heb dat ik er alleen voor sta. En dat Tomas mij meer moet helpen. Hij snapt dat ook, maar geeft wel toe dat ik het echt moet aangeven als we in zo’n situatie beland zijn. Zelf zal hij het niet snel merken. Ik moet van Tomas niet verwachten dat hij de was opvouwt. Want hij ziet het gewoonniet als de wasmand uitpuilt. Maar als ik hem dat vraag, doet hij dat. Na acht jaar weet ik dat het zowerkt, en dat is prima.'
Heeft het feit dat Tomas al twee kinderen had je nooit afgeschrikt?
‘Nee, nooit. Ook al wist ik, achteraf bekeken, niet waar ik aan begon. Ik vind de moeilijkheden en problemen die komen kijken bij plusouderschap nog altijd een van de grootste taboes in ons land. Het blijft moeilijk om daar met iemand over te praten en je angsten of twijfels daarover te kunnen uitspreken, zonder verkeerd begrepen of veroordeeld te worden. Gelukkig heb ik wel zo iemand gevonden. Ik heb heel veel gehad aan mijn plusoudercoach Anja.’
Je hebt echt professionele hulp ingeschakeld.
‘Absoluut. En ik ben heel blij dat ik dat gedaan heb. Want zo heb ik de bevestiging gekregen dat het niet erg is dat ik het moeilijk vond om plusmama te moeten spelen. Het ís ook gewoon heel moeilijk. Maar moeilijk gaat ook. In Nederland vind je op elke hoek van de straat een plusoudercoach. Maar bij ons doet iedereen nog altijd alsof de problemen niet bestaan. Onlangs was ik te gast in 'Van Gils & Gasten'. Ik vertelde dat een van mijn stiefkinderen met mijn vulpen geschreven had en ze nu kapot was. En meteen kreeg ik er op Twitter van langs dat het schandalig was hoe ik mijn stiefkinderen ten schande maakte. Alsof ik niet hetzelfde gezegd zou hebben als Lucien die pen had stukgemaakt! Mensen zijn daar nog altijd zo bekrompen in. Mijn pluscoach heeft me geleerd om daarmee om te gaan.’
Op je 25ste aan een nieuw samengesteld gezin beginnen is natuurlijk geen lachertje.
‘Absoluut niet. En dat had ik ook zwaar onderschat. Toen Lucien geboren werd, kreeg ik de puzzel gewoon niet meer gelegd. Ik zag niet meer hoe mijn stiefkinderen deel uitmaken van mijn gezin, in verhouding met de manier waarop mijn eigen kind daar deel van uitmaakt. Ik besefte dat ik geen normaal gezin had. Anja heeft mij bij een van onze eerste ontmoetingen al gezegd dat ik gewoon moest aanvaarden dat ik nóóit een normaal gezin zal hebben. Dat was een serieuze klap in mijn gezicht. Maar het besef heeft me wel heel erg geholpen bij het aanvaarden dat het niet erg is dat Tomas en ik een andere visie hebben op “ons gezin”.’
Hoe groot is je liefde als plusmama voor de kinderen van Tomas in vergelijking met je liefde voor Lucien?
‘Er is natuurlijk een verschil. Ik zal voor hen altijd alles doen opdat ze gelukkig en gezond worden. Ik zal ervoor zorgen dat ze goed hebben gegeten en hen troosten als ze triestig zijn. Ze kunnen ook altijd bij mij terecht met hun verhaal. Maar de gevoelens die ik koester voor mijn eigen kind zijn natúúrlijk anders. Wie dat als plusmama niet wil toegeven, liegt gewoon. Ik kan soms heel erg uitkijken naar mijn week met Lucien alleen. Maar evengoed kan ik op zondagavond verlangen naar maandag, de dag waarop iedereen vroeg thuis is en we ’s avonds gezellig met vijven aan tafel zitten. Omdat ik ook merk hoe erg Lucien zijn broer en zus nodig heeft. Hoe hij ze mist als ze er niet zijn. Dat is voor mij al reden genoeg om blij te zijn als Leon en Martha er ook zijn.’
Je angsten en twijfels over plusouderschap uitspreken, blijft een groot taboe.
Ben jij een strenge mama?
‘Ja. Ik heb wel een paar stokpaardjes. Tafelmanieren liggen bijvoorbeeld heel gevoelig bij mij. Respect hebben voor elkaar, elkaar laten uitspreken of lief zijn voor elkaar vind ik ook heel belangrijk. Maar ik moedig wel aan dat iedereen zijn eigen mening heeft. Ze mogen mij zelfs tegenspreken, op voorwaarde dat ze daar een gefundeerde reden voor hebben. Ik hou ook heel erg vast aan het principe: zolang je in dit huis woont, zijn mama en papa de baas.’
Vind jij jezelf ook een goeie mama?
‘Net als elke mama, heb ik ook vaak mijn twijfels over hoe goed ik het wel doe. Dan schiet ik ook in paniek en denk ik: ik heb het verbrod, het wordt een crimineel. Maar ik ben er wel veel voor mijn kind, ik luister naar hem, speel met hem, verzorg hem en geef hem liefde en warmte. Ik mag dus wel zeggen dat ik een goede mama ben, denk ik. Ik heb alleen niet zoveel geduld. Dat is een van mijn minpunten als mama.’
Toen je dat ongeduld onlangs verwoordde als: ‘Yes, eindelijk voor zeven uur van die kleine fuckers verlost!’, werd dat je niet in dank afgenomen.
‘Heel Vlaanderen leek ineens op zijn achterste poten te staan. En ik begrijp nog altijd niet waarom. Ik ben toch lang niet meer de eerste mama die zegt wat elke moeder weleens denkt, of die de roze wolk ontkent? Blijkbaar heb ik vooral met de formulering van “die kleine fuckers” tegen zere schenen gestampt.'
Ja, ik ben opgelucht als de kinderen eindelijk in bed liggen. En, ja, ik speel inderdaad niet supergraag met Playmobil. Maar ik doe dan wel andere dingen met mijn kind. Zoals koekjes bakken en verhaaltjes voorlezen. Wat is dan het probleem?
Maakt zulke kritiek je extra onzeker?
‘Een onbekende die mij op een forum bekritiseert, kan omhoog schijten. Dat doet mij niks. Maar als mensen om wie ik geef kritiek hebben op mij, dan kan ik me daar heel slecht door voelen. Daar lig ik wakker van. Mijn zus heeft me ooit verweten dat ik me altijd verschuil achter de kinderen, als ik er voor een of andere gelegenheid niet bij kan zijn. Zij mag dat zeggen, hé. Maar ik ben daar wel heel slecht van geweest, heb daar lang over nagedacht en met verschillende mensen over gepraat. Om er dan achter te komen dat ze eigenlijk ongelijk had.’
Doe je nog altijd een beroep op professionele hulp?
‘Natuurlijk. Bij mijn plusoudercoach ben ik twee jaar langsgeweest. Ik heb een heel goede osteopaat. En een jaar of zes geleden voelde ik mij zo verward en ongelukkig dat ik naar een psycholoog ben gestapt. Die sessies hebben mij geholpen om mezelf te leren doorgronden. Daardoor slaag ik er nu ook zo goed in om altijd mezelf te blijven, en deins ik er niet snel voor terug om mijn gedacht te zeggen. Daarom zijn er mensen die me graag hebben, terwijl anderen mijn kop niet kunnen zien.’
Ik heb ermee leren leven dat ik genen heb die altijd voor dikke billen zullen zorgen.
Over die ‘kop’ gesproken, zorgt je uiterlijk voor veel onzekerheid?
‘Wat had je nu gedacht... De ene dag denk ik: looking good! Terwijl ik er ’s anderdaags van overtuigd ben: het is verschrikkelijk, ik ben het lelijkste wezen op aarde. Zit elke vrouw niet zo in elkaar? Soms kijk ik vlak voor ik op stap ga in de spiegel en denk ik: vanavond pak ik ze allemaal in! Andere momenten lig ik op mijn bed te huilen. (gespeeld snikkend) “Ik pas nergens in, mijn billen zijn te dik!”’
Werk jij ook aan je figuur?
‘Keihard zelfs! Ik ga twee keer per week lopen, ik eet geen koolhydraten, drink twee liter water per dag en drie tassen groene thee. Maar kijk, het is wat het is. Dit is de beste versie van mezelf. Deed ik al die inspanningen niet, dan kon je mij rollen. Ik heb er ondertussen mee leren leven dat ik genen heb die altijd voor dikke billen zullen zorgen.’
Zou je ooit plastische chirurgie overwegen om er komaf mee te maken?
‘Voorlopig niet. Ik kom nog altijd weg met shapewear en een goede beha. Als ik mij op een dag doodongelukkig voel over hoe ik eruitzie, verander ik misschien nog van gedacht. Maar nu spendeer ik dat geld toch liever aan een citytrip of zo.’
Vroeger was alles beter, wordt wel eens gemijmerd. Mis jij vandaag soms je leven van tien jaar gelden?
‘Totaal niet. Tien jaar geleden had ik geen contract bij Studio Brussel. Ik moest in een restaurant gaan bijwerken, omdat ze me niet wilden aannemen. En uitgaan deed ik niet graag omdat ik zo onzeker was over hoe ik eruitzag. Ik leidde allesbehalve het ideale bestaan van een 23-jarige. Vandaag ben ik zoveel gelukkiger dan tien jaar geleden. Ik zou nooit meer willen ruilen!’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier