'Mijn vriend betaalt nog steeds schulden af, waardoor ik de gemeenschappelijke kosten grotendeels voor mijn rekening neem.'
Leen (30) laat in haar portemonnee kijken: ‘Ons voertuig kost ons elke maand maar liefst € 530’
De beleefdheid zegt dat je een vrouw niet naar haar getallen vraagt. De leeftijd, cupmaat en financiën zijn verboden terrein, maar niet voor ons. Leen (30) is onderwijsbegeleider in de kinder- en jeugdpsychiatrie en laat je meekijken in haar portemonnee.
‘Ik heb verschillende diploma’s, zoals een bachelor en master in de audiovisuele kunsten en een specifieke lerarenopleiding. Dit jaar volg ik ook een banaba in zorgverbreding en remediërend leren, en intussen ben ik aan de slag als onderwijsbegeleider in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Die job houdt in dat ik opgenomen jongeren ondersteun bij hun huiswerk en ervoor zorg dat hun leerachterstand beperkt blijft. Ook sta ik in contact met hun school en is er overleg qua strategieën om de jongere te ondersteunen bij de terugkeer naar de schoolbanken. Elke week is er multidisciplinair overleg met psychiaters en psychologen, maar ook met opvoeders en psychiatrisch verpleegkundigen, waarbij elke jongere geëvalueerd wordt en we onze aanpak op elkaar afstemmen.’
Onder de huid kruipen
‘Ik haal veel voldoening uit mijn job wanneer jongeren positieve feedback krijgen van hun school, bijvoorbeeld als ze een goede toets of taak hebben gemaakt. Zulke zaken maken me trots. Ik zie vanop de eerste rij dat zij progressie maken en mijn hart maakt een sprongetje als ze op emotioneel en psychisch niveau vooruitgaan. Maar het is een job die je na de werkuren niet makkelijk loslaat. Er zijn soms zware casussen die als het ware onder je huid kruipen. Ook agressie- incidenten op de werkvloer zijn geen uitzondering. Voordeel is wel dat ik meteen een vast contract heb gekregen, terwijl dat niet zo zou zijn in het onderwijs. Daartegenover staat wel dat ik de schoolvakanties niet volg aangezien de jongeren verder moeten werken om hun leerachterstand te beperken.’
Dubbel zo duur
‘Mijn werkdag begint om 8u30 en stopt om 17 uur. Ik krijg een verloning van € 2384 en werk om te leven. Voor het appartement dat mijn vriend en ik via mijn ouders kunnen huren, betalen we € 400 per maand. Omdat we vlak bij hen wonen, eten we vaak samen, waardoor we onze boodschappen meestal kunnen beperken tot € 400 per maand, maar ik merk dat sommige producten dubbel zo duur zijn geworden. Een andere grote hap uit ons budget is de kost voor onze wagen: we betalen een autolening van € 180 per maand af, maar erger is dat we op maandbasis ruim € 350 uitgeven aan benzine, wat betekent dat ons voertuig ons elke maand maar liefst € 530 kost. Voor gas, water en elektriciteit betalen we ongeveer € 200, en € 65 gaat naar ons abonnement voor internet, gsm en televisie.’
Onmogelijk voor jonge koppels
‘Mijn vriend is nog maar net als werknemer ingeschreven en heeft een netto-inkomen van € 1800. Hij krijgt ook nog een tankkaart, en vanaf volgend jaar rijdt hij met een bedrijfswagen. Vóór de coronacrisis was hij zelfstandige, maar daarmee is hij gestopt omdat hij te veel verlies maakte. Hij betaalt nog steeds schulden af, waardoor ik de gemeenschappelijke kosten grotendeels voor mijn rekening neem. Gelukkig gaat het de goede richting uit, want omdat de schulden van mijn partner kleiner worden, lukt het alsmaar beter om te sparen. Voorlopig staat er € 6500 op.’
‘Ook de kost van de crèche viel weg omdat ons kindje sinds enkele maanden naar de kleuterklas gaat. Maar in onzekere tijden als deze wil je toch voldoende achter de hand hebben aangezien er elke week nieuwe prijsstijgingen zijn. Wij zouden graag een woning kopen, maar met de huidige huisprijzen en rente lijkt dat onmogelijk voor jonge koppels zoals wij. Dan mogen we nog van geluk spreken dat we vlak bij mijn ouders wonen en via hen relatief goedkoop kunnen huren. Zij zijn een enorme hulp voor ons gezin, en nog meer nu ik opnieuw zwanger ben…’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier