Hete peper of framboos: wat verkies jij?
LOL: Dit zijn de kleurrijkste namen voor onze geslachtsdelen…
... elfde vinger, fallus, faucompret, fikkie, flenter, flosh, fluit, flurk, framboos, gehaktstaaf, genotsknots, geweer, handvat, harry, hatsieflatsie, hengel, henkie, hoogteroer, ijsje, ijslollie, Jaap Stam, Jan zonder handjes, jepper, Jodocus, jongeheer, joystick, kaneelstok, kinderarmpje, kindermaker, kip met de gouden eieren, klabanus, Klavotz, de kleine, kleine generaal, klepel, klok-en-hamerspel, knakworst, knoert, knuppel, lange willy, lans, lat, lattie, leuning, leuter, lid, loeres, loert, lolly, lubbertuit, lul, mannelijkheid, middelste been, middelste vinger, neukknuppel, neukpeuk, neuksleutel, neukstaaf, neukwortel, ochtendstok, paal, peen, piel, pieleman, pielemoos, pielemuis, piemel, pienter pookje, piepel, piet, pieterman, pijler, pijpleiding, pik, Pilatus, piston, pisvinger, plasser, poereloere, pompstronk, pook, porpaal, potlood, pretpaal, pierlala, puddingbuks, purperen kardinaal, rammelaar, rampetamp, regenworm, rinus, robbeklopper, roede, roer, rukgerei, sannie, sapstengel, schachtenduiker, schlong, selder, sergeant-majoor, sjwans (Limburgs), sjimmie, sjors, slagwerk, slamassel, slinger, sloopkogel, slurf, sniggel, snikkel, soepstengel, speelstok, spekstrip, spermaspuiter, spuiter, spuitfluit, spuitluit, staaf, staafmixer, stampertje, stijselaar, stramme kabouter, stratenmakersstoetje, stuk, suske, tabernakel, tamp, tampeloeris, toeter, tuinslang, vermaak, vleesbestek, vleeslolly, vleessabel, vleestoeter, vogel, vruchtbare lucifer, wiebel, wiedel, (wicked) willy, Willy Wortel, Wim, winterpeen, worst, wortel, yoghurtbuks, zaadmitrailleur, zaadstengel, zeeppompje, zeikstaaf, zjang, zwaffelzweep, zwager, zwans, zwelgje.'
Vagina: 'bef, behoje, bever, (boter)grot, brievenbus, broodje rosbief, buiksloterhammetje, cunt, doos, dot, druipgrot, echoput, flamoes, floppydrive, foef, framboos, friemel, frut, garage, genotsgleuf, gleuf, glijhol, grand canyon, hamportemonnee, (harige) schotwond, hol, inkomen, joni, kano, kedietje, kees, klamme dot, klotsdoos, koelie, koffieboon, kut(je), lebberspleetje, liefdesgrotje, Marianentrog, meluk, michol, miemel, mik (of: roos), mösj (Limburgs), mossel, muis, muts, naad, natte la, neukhol, oester, open vleeswond, perzik, pisbak, pissemuis, poes / poesje (in de meeste Europese talen), preut, pruim, prut, punani, put, schacht, schede, scheur, schoorsteen, shoarmaslagerij, schotwond, slijmvijver, slof, sloot, snee, spelonk, spermaschacht, spermasilo, spleet, spons, tiejijs, tocht, toef, trut, tuinboontje, uitgezworen paardenoog, utteflut, vagijn, vermaak, verticale glimlach, vismarkt, vleesbloem, voorbips, wiske, zaadbak, zaadhol, zeiksnor, zure geul /sloot, zwarte gat'
Dat zijn volgens Wikipedia alle eufemismen die Vlamingen en Nederlanders gebruiken voor hun geslachtsdelen. Wij kunnen er nog een paar bedenken, maar laten we je dat besparen.
Maar welke woorden gebruiken buitenlanders voor hun zuiderse regionen? Instagrampagina xx_xy_theproject brengt het in beeld.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier