‘Het enige waar ik me vroeger om bekommerde, waren de route en de reistijd, want mijn volgetankte auto deed de rest.’
Onze journaliste ging dertig dagen zonder wagen: ‘De fiets werd opnieuw mijn favoriete vervoersmiddel’
Onze CO2-uitstoot moet omlaag, en deelmobiliteit is een van de oplossingen om dat mee te realiseren. Hoe werkt het en wat zijn de mogelijkheden? Journaliste Nathalie (37) testte een maand lang uit hoe haar leven er zou uitzien zonder haar eigen auto.
Een maand lang mijn auto laten staan, ga ik dat echt doen? Toen de vraag kwam, flitsten er allerlei beelden door mijn hoofd. Ik, wachtend aan de bushalte, zwoegend in de regen op een fiets, twijfelend in een elektrische auto... Ik zag mezelf overal te laat komen, maar besefte gelukkig dat die doemscenario’s onderdeel waren van een erg menselijke reactie: ik voelde weerstand tegen verandering.
De uitdaging
De reële uitdaging knaagde licht aan mijn gemoedsrust, maar ik krijg ook wel energie van nieuwe uitdagingen. Bovendien had ik al veel gelezen over deelmobiliteit en was ik benieuwd naar hoe het allemaal werkt. Deelmobiliteit betekent letterlijk het delen van transportmiddelen tussen gebruikers en wordt, zeker in de steden, steeds populairder. Het gaat over meer verplaatsingen te voet, met de (elektrische) fiets of step, e-scooter, trein, tram, bus en/of deelsystemen. We noemen het ‘duurzaam verkeer’, en de komende jaren zal het aandeel ervan in het verkeer alleen maar groter (moeten) worden.
Ik zag mezelf overal te laat komen, maar besefte gelukkig dat die doemscenario’s onderdeel waren van een erg menselijke reactie: ik voelde weerstand tegen verandering.
Voor mijn parttimewerk voorzag ik niet veel moeilijkheden. Op drie vaste dagen in de week moet ik op mijn werkplek zijn, op dertien kilometer van mijn woonplaats. De bushalte ligt op 150 meter van mijn deur, en de bus brengt me tot op 400 meter van waar ik moet zijn. Trouwens, dertien kilometer is een perfecte afstand om te fietsen. Het freelancewerk als journalist is een ander verhaal. Ik moet soms naar plekken aan de andere kant van het land, die zo goed als onbereikbaar zijn met openbaar vervoer. Maar daar heb je deelauto’s voor. Mijn derde job doe ik vooral van thuis uit, met activiteiten gesitueerd in de nabije omgeving. De fiets kon daarbij de meeste verplaatsingen opvangen, beredeneerde ik.
Het plan
Het kostte me enkele uren research om door de bomen het bos te zien. De eerste conclusie? Er zijn een aantal factoren die bepalen hoe deelmobiliteit voor jou werkt: je woonplaats, de plek waar je werkt en de (grote of kleine) aanwezigheid van regelmaat in je activiteiten. Ik kwam er al snel achter dat Cambio en Poppy, de twee autodeelbedrijven waarvan ik in mijn thuisprovincie Antwerpen vaak auto’s zie rondrijden, voor mij niet de meest efficiënte oplossing zijn, eenvoudigweg omdat de dichtstbijzijnde auto op minstens zes kilometer van mijn voordeur opgepikt kan worden. Die zes kilometer kunnen enkel met de fiets worden overbrugd, want het openbaar vervoer verbindt de twee locaties niet rechtstreeks met elkaar. Dat heb je dan als je niet dicht bij de stadskern of -rand woont...
Het is alvast de allerbeste tip die ik kan geven: neem de tijd om uit te zoeken hoe de stad of gemeente waarin je woont en werkt deelmobiliteit organiseert.
Stel: op een stormachtige dag moet ik naar een belangrijke opdracht in een andere provincie en ik doe een mooie jurk aan. Ik wil niet compleet uitgeregend zijn nog voor de werkdag begint, dus ik zou de bus nemen. En nog een bus nemen. Een uur later en toch maar zes kilometer verder zou ik eindelijk in de auto kunnen kruipen. Na mijn werkdag zou ik alles in omgekeerde richting moeten doen. Wat een dag! Ik zocht dus verder.
Het is alvast de allerbeste tip die ik kan geven: neem de tijd om uit te zoeken hoe de stad of gemeente waarin je woont en werkt deelmobiliteit organiseert. Elke stad en gemeente heeft infopagina’s op hun website of partners waarnaar ze doorverwijzen. Er worden infoavonden, testritten en workshops aangeboden, en geïnteresseerden worden prima begeleid in het uitzoeken van de mogelijkheden. Veel goede initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond, maar alles kost geld en de gebruiker is de laatste die betaalt. Daarom is het nuttig om je in te lezen en om je opties tegen elkaar af te wegen. Soms is de prijs bepalend, maar ook het gemak waarmee je gebruikmaakt van een transportmiddel kan de factor zijn die je overtuigt.
Auto-maatjes
In de gemeente waar ik woon, kan je gebruikmaken van de elektrische deelauto’s van Partago. De negen auto’s staan verspreid geparkeerd op deelparkeerplaatsen, en wanneer je je hebt ingeschreven, reserveer je via de app vlot een auto naar keuze. Mijn eerste rit hoefde ik niet alleen te doen. Ik kreeg gezelschap van een ‘buddy’, die me liet zien hoe alles werkt. De buddy is er voor iedereen die het nodig heeft: een mailtje naar Partago volstaat om een afspraak te maken. Toen ik daarna alleen achter het stuur kroop, voelde ik me dan ook veilig en zeker genoeg. Voor mijn verplaatsingen had ik wel meer voorbereiding en tijd nodig. Hoe laat wil ik vertrekken en om hoe laat zal ik terug zijn? Is er een auto beschikbaar voor die periode? Moet ik de auto onderweg opladen of kan ik gewoon doorrijden? Moet ik na het ophalen van de auto thuis eerst wat spullen ophalen die ik te voet niet kan meenemen? En wat gaat de rit kosten? Het enige waar ik me vroeger om bekommerde, waren de route en de reistijd, want mijn volgetankte auto deed de rest. Die luxe miste ik in het begin, maar door alles wat ik las over deelmobiliteit en duurzaam verkeer, begon mijn mindset te veranderen.
Zo is het gebruik van een deelauto een goede optie voor sporadische ritten door een gezinslid als de andere auto op de baan is. Als je een beperkt aantal kilometers per jaar rijdt, spaar je met autodelen ook al snel enkele duizenden euro’s per jaar uit. Denk maar aan de verzekeringen, het onderhoud en de verkeersbelasting die je niet betaalt. Autodelen zorgt ervoor dat je efficiënter gaat rijden (minder kilometers per jaar), en als je het met een elektrische auto doet, begin je mee verschil te maken – hoe klein dat verschil ook lijkt. Het vraagt een mental shift, maar dat is de aarde waard. Toch?
Op de trappers
Ik haalde mijn rijbewijs pas enkele jaren geleden, en zodra ik het gemak van mijn eigen auto gewoon was, gebeurde er iets. Korte afstanden die ik voorheen te voet of met de fiets deed, deed ik plots met de auto. Ik hield me voor dat ik tijd won en dat ik die beter kon benutten dan met onderweg zijn. Dat was niet helemaal onwaar, maar gewoontes – ook de minder goede – sluipen erin en krijg je er niet zo makkelijk meer uit. Een voorbeeld: in 25 minuten rij ik met de auto naar mijn werk, dertien kilometer verderop. Ik zit comfortabel en droog, warm in de winter en fris in de zomer. Met de fiets doe ik er twintig minuten langer over, en bovendien bepaalt het weer dan hoe leuk de fietstocht is. Met de auto win ik dus 40 minuten per dag dat ik deze afstand doe. Per week met drie vaste werkdagen betekent dat twee uur extra om iets anders te doen. Per jaar gaat het om – jawel – bijna honderd uren (vakantieweken ingecalculeerd) die ik kan vullen zoals ik dat wil.
Volgens de Preventiebarometer, een enquête die Agentschap Zorg en Gezondheid liet uitvoeren en die in maart van dit jaar gepubliceerd werd, beweegt maar liefst een kwart van de volwassen Vlamingen minder dan 150 minuten per week. Dat is minder dan wat aanbevolen wordt voor een goede gezondheid. Anders gezegd: amper 2,5 uur beweging per week is te weinig om gezond te blijven. Ik zit ook bij dat kwart van de Vlamingen, want ik beweeg te weinig omdat ik er geen prioriteit van maak. Ietwat gedwongen op de fiets stappen is daarom voor mij dé oplossing.
Weg van de weg
Mijn eigen oude tweedehandsfiets is toe aan een upgrade en wordt bijna alleen gebruikt om op zondag naar de bakker te gaan. Ik merkte echter dat de fiets tijdens dit experiment opnieuw mijn favoriete vervoersmiddel werd. De buitenlucht en beweging doen me goed, en ik geniet van de wind in mijn haren en de zon op mijn gezicht. Maar tijd blijft belangrijk voor mij, dus ik zocht een elektrische deelfiets om naar het werk te rijden. Ook daarvan is de gemeente waarin ik woon voorzien: de oranje elektrische deelfietsen van Donkey Republic staan sinds kort op verschillende ‘hubs’. De eerste keer dat ik een fiets heel eenvoudig via de app ontgrendelde en aan de tocht begon, zat het weer niet mee. Er vielen druppels uit een donkergrijze lucht en de wind deed de gevoelstemperatuur behoorlijk zakken. Ik wist waar ik moest zijn, dus ik vertrouwde op mijn geheugen om de juiste fietspaden te vinden, hoewel het zo’n vier jaar geleden was dat ik de route had gefietst. Uiteraard liep het mis.
Ik fietste verloren, en het was enkel dankzij Google Maps én de trapondersteuning dat ik erin slaagde om niet meer dan tien minuten te laat te zijn. Gelukkig zat de hub waar ik de fiets kon achterlaten vlak bij mijn werk, zodat ik hem snel kon parkeren en vergrendelen, en vervolgens naar binnen kon lopen. ’s Avonds was het weer beter en kon ik genieten van de fietstocht. Ik besefte ook dat het eerdere verloren rijden niet helemaal aan mijn vreselijke oriëntatiegevoel lag, want ik was opnieuw de weg kwijt. Meer bepaald: ik vond een zekere brug niet, en die was nogal essentieel om naar huis te rijden. Toen ik eindelijk een andere brug vond en een compleet nieuw aangelegde fietsroute ontdekte, lag ik in een deuk met mezelf. Vlak bij huis verdwalen en verwonderd rondkijken omdat je echt niks herkent: het is typisch dat dat mij overkomt. De keren erna ging het wel steeds vlotter. Ik ben nog altijd langer onderweg met de fiets dan met de auto, maar het verschil is niet zo groot meer. De elektrische aandrijving zorgt er bovendien voor dat ik fris en monter aan de werkshift kan beginnen.
Wanneer lukte het wel?
Mijn normale woon-werkverkeer, dat drie dagen per week hetzelfde is, kon ik perfect opvangen met de bus of de (deel)fiets. De bus reed niet altijd op tijd, maar het is een degelijke optie als je toch te veel kilometers moet reizen en/of het weer te slecht is. Het abonnement op de elektrische deelfiets heb ik in ieder geval in orde gebracht. De snelle fietstochtjes met de wind in mijn haren en de zon op mijn gezicht hebben me ruimschoots overtuigd om de auto vaker te laten staan en te kiezen voor meer beweging.
Wanneer lukte het niet?
Bepaalde afstanden zijn onmogelijk te overbruggen met de combinatie van openbaar vervoer en deelmobiliteit, tenzij je heel veel tijd hebt. Zo moest ik voor een opdracht een hele dag naar Gent, maar de locatie lag verscholen aan de rand van de stad. Mijn reistijd van deur tot deur bedroeg bijna drie uur. Maal twee! Dat is dus bijna een extra werkdag. De deelauto is in zo’n situatie enkel een optie als je voor een hele dag huurt of als je een uitgebreid abonnement bij je vaste organisatie hebt. In beide gevallen is de kostprijs best hoog. Vlak bij een deelautostandplaats wonen (lees: in of nabij de grote steden) helpt, want elke verplaatsing die je kan schrappen heeft een positieve impact op je dag. Als toevoeging boven op je eigen vervoersmogelijkheden is autodelen in ieder geval echt een interessante speler om mee op je spelbord te zetten.
Belangrijk om te onthouden
Om gebruik te maken van deelmobiliteit, heb je altijd je gsm nodig. Je moet het vervoersmiddel via de app ont- en vergrendelen, dus een lege batterij is echt een probleem. Tot slot Er is nog heel wat om uit te testen, en dit experiment heeft me alvast bewust gemaakt van de inspanningen die in ons land worden gedaan om duurzaam verkeer te implementeren in de samenleving. Ik ben er nog niet aan toe om mijn eigen auto op te geven, maar het is fijn om de opties te kennen en er ook gebruik van te kunnen maken wanneer de situatie zich daartoe leent. Terwijl ik eerst weerstand voelde tegenover verandering, ervaar ik nu vertrouwen. Verandering begint bij onszelf, en dat heb ik tijdens de afgelopen weken mooi kunnen ervaren.
Tekst en foto’s: Nathalie De Jongh
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier