Jij begroet je broer/zus met een liefkozende 'Hey, sukkel!', maar o wee als iemand anders hem/haar zo durft noemen.
15 dingen die je sowieso herkent als je opgegroeid bent met een broer of zus
1. Er is niemand met wie je zo genadeloos hard kon vechten als met je broer of zus vroeger
Ze had het haar van je favoriete barbie geknipt? Worstelwedstrijd!
2. Om tien minuten later weer samen te spelen alsof er niets gebeurd was
Er is dan ook niemand voor wie je zo vergevingsgezind kan zijn als voor je broer of zus.
3. Als jullie als kind een snack deelden – wat enkel gebeurde op bevel van je ouders – ging dat altijd gepaard met de opmerking: ‘Jouw stuk is groter!’
Zelfs als jullie het met een lat hadden afgemeten, zou er nog iemand gezaagd hebben. Dat hoorde er gewoon bij. Siblings don’t share food.
4. Nóg moeilijker dan eten delen? Een televisietoestel delen
De momenten waarop iemand zijn hand voor het rode lichtje op het televisietoestel ging houden zodat de ander niet meer kon zappen, waren legio. Kinderachtig, jullie?
5. Wanneer je zei dat je ging douchen en je broer/zus antwoordde: ‘Nope, ik eerst!’
De daaropvolgende race naar de badkamer ging bijna altijd gepaard met licht geweld.
6. Het veroveren van de autozetel vooraan was eveneens een oorlogsstrijd
Je vervloekte jezelf elke keer dat je er niet op tijd aan dacht om ‘Shotgun!’ te roepen.
7. Wanneer jullie samen achteraan moesten zitten, was er weer dat andere probleem: de verdwijnende gordelgaatjes.
‘Gij zit in mijn gat!’ klonk in jullie onschuldige oortjes toen nog niet zo vies als vandaag.
8. Als je een euro had gekregen voor elke keer dat je ouders je eerst aanspraken met de naam van je zus, dan met die van je broer en dan pas met die van jou, dan was je nu rijk geweest
Je voelde je telkens weer een beetje in je eer geraakt wanneer het gebeurde. Tot je hen hetzelfde hoorde doen bij je zus.
9. Hoe ouder jullie werden, hoe vaker jullie jullie liefde voor elkaar toonden aan de hand van koosnaampjes zoals sukkel, nerd of loser.
Jullie ouders wilden maar niet begrijpen dat het lief bedoeld was. Min of meer toch.
10. Maar je werd heel boos als iemand anders je broer/zus uitmaakte met diezelfde woorden.
Alleen jij mocht gemeen doen tegen hen. Iemand anders kreeg met jou te maken! (Dat geldt nog altijd trouwens.)
11. Jullie herinneren zich nog heel levendig een moment waarop de oudste van jullie twee de jongste iets heel doms liet doen.
Zand eten, broek aftrekken in het openbaar, slaafje spelen: de jongste deed álles wat haar oudere broer of zus zei.
12. Als tiener hadden jullie een stilzwijgende overeenkomst dat jullie elkaars geheimen zouden verzwijgen voor jullie ouders.
Je broer was stiekem naar een feestje geweest en je zus had een lief van vijf jaar ouder, maar je ouders zouden er nooit iets van weten.
13. Tot je broer/zus je zo kwaad maakte dat je die geheimen zonder pardon op tafel gooide voor je ouders.
Er waren nu eenmaal enkele voorwaarden verbonden aan de overeenkomst. Voorwaarde 1: daag me niet uit.
14. Aan het einde van jullie tienerjaren verdwenen de vele ruzies als sneeuw voor de zon, en beseften jullie dat een broer/zus eigenlijk als een beste vriend is, maar dan met dezelfde ouders.
Een beste vriend bij wie je meer je onnozele zelf kan zijn dan bij wie dan ook.
15. Al neemt dat niet weg dat die beste vriend nog altijd het bloed van onder je nagels kan halen als geen ander.
Maar je zou hem/haar voor geen geld van de wereld willen missen. #melig
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier