Collega’s die al het werk op jou aanschuiven, een dominant lief of een veeleisende moeder: deze 12 lezeressen kunnen moeilijk nee zeggen. Hoe beïnvloedt dat hun leven?
Line (24)
‘Maandag een event van het werk, dinsdag een date met vriendinnen, woensdag een babysitavond bij mijn nicht, donderdag een date met andere vriendinnen en vrijdag een diner met mijn lief. Dat is een voorbeeld van mijn gemiddelde week, en dan hebben we het nog niet eens over het weekend. Eigenlijk wordt het me soms keihard te veel, al die afspraken. Op zich zijn ze allemaal leuk, maar af en toe ben ik ook graag eens een avondje gewoon thuis. In mijn zetel, met een dekentje en Netflix. Maar ik wil niemand teleurstellen, dus blijf ik al die dingen maar braafjes in mijn agenda noteren en daag ik telkens weer op. Het resultaat? Op zondag crash ik, uitgeput en leeg. Telkens weer vraag ik me af: waar is mijn week nu weer naartoe?’
Yana (22)
‘Of ik graag voetbal kijk? Ja, hoor. Of ik een pita wil gaan eten in plaats van een spaghetti? Tuurlijk. Of ik het oké vind dat hij vanavond toch met zijn maten op stap gaat in plaats van met mij thuis een filmpje te kijken? Sure… Ik was zó verliefd op mijn nieuwe vriend dat ik alles goed vond wat hij voorstelde, ook als ik er eigenlijk geen zin in had. Ik wilde vooral niet de moeilijke uithangen. Maar nu zijn we enkele maanden verder – nog steeds gelukkig samen, yay! – en begin ik te beseffen dat ik mezelf heb weggecijferd. Hij heeft dat nooit geëist, ik vrees dat ik het aan mezelf te danken heb. Probleem is dat ik het nu héél moeilijk vind om plots wel nee te zeggen en voor mezelf en mijn mening op te komen. Hoe kan ik dat keren zonder dat ik ineens een totaal andere vriendin lijk?’
Nathalie (24)
‘Ik denk dat al mijn medestudenten het intussen wel weten: voor hulp op school moet je bij Nathalie zijn! Ik doe het goed, ja, maar dat betekent niet dat ik iemand anders zijn werk moet doen, hé? Mijn vriendinnen help ik met plezier, maar er zijn zelfs mensen die me keihard hebben laten vallen en die me nog steeds om voorbereidingen of samenvattingen vragen. En ik kan het hen gewoon niet weigeren, het is sterker dan mezelf. Ze spelen ook wel keihard op mijn gemoed. Dan zeggen ze dat ze zonder mijn hulp niet zullen slagen. Hoe kan je dan nee zeggen? Het ergste is: ik krijg er niet eens een dankjewel voor! Er is zelfs een groepje van mensen die me op school geen blik gunnen, maar die wel mijn werk aan elkaar doorgeven. Elke keer neem ik me voor dat het genoeg is en dat ik volgende keer nee zeg. Dat heb ik welgeteld één dag volgehouden, en dan eigenlijk alleen omdat we die dag een examen hadden en niemand de kans had om me iets te vragen. Ik voel dat er van mij geprofiteerd wordt, maar ik kan het maar niet tegenhouden.’
Anke (33)
‘Oh, wat konden we plezier maken, Lisa en ik, we hebben ons keihard geamuseerd samen. Alleen had ze ook altijd iets nodig. Ze moest iets hebben van de winkel dat ik misschien kon halen, er stond thuis een klusje te wachten dat ze zelf onmogelijk kon doen, ze wilde online iets bestellen, maar haar kredietkaart werkte niet… Ik deed alles voor haar, met veel liefde toen ook nog, want daar zijn vriendinnen voor, toch? Altijd paste ik me aan, als ze last minute een afspraak afzegde of gewoon niet kwam opdagen. Ik zocht zelfs nog excuses voor haar. Tot op een moment dat ik het gewoon niet meer kon. Lisa zoog energie. Ik gaf, zij nam. Het evenwicht in onze vriendschap was totaal zoek. Toen ik haar ermee confronteerde, werd ze razend kwaad op mij. Ik had het niet goed voor met haar, verweet ze me, ik was er niet voor haar. Dat deed me zóveel pijn. Ik, die me voor haar in duizend bochten gewrongen heb, dacht volgens haar alleen aan mezelf. Het doet nog steeds pijn, want praten doen we niet meer. Ze was het zo gewend dat ik altijd naar haar pijpen danste, dat ze één nee van mij niet kon aanvaarden. Tja, dat krijg je dus als je altijd ja zegt.’
Roos (38)
’Een burn-out, dat is het zware verdict. Intussen zit ik al drie maanden thuis omdat mijn lichaam gewoon óp was. Ik had het misschien moeten zien aankomen. Op het werk is er het voorbije jaar een herstructurering geweest, waarbij mensen werden afgedankt zonder ze te vervangen. Door mijn grote verantwoordelijkheidsgevoel kwam er steeds meer op mijn bord terecht. Te veel, blijkt nu. Ik ben een pleaser, ja, en een perfectionist. Als mijn baas me iets vraagt, dan doe ik het, en het liefst nog zo goed mogelijk. Een week ziekenhuis na een hevige reactie op een insectenbeet, een huilbui in het station van Berlijn omdat ik plots het treinrooster niet meer kon lezen en een stevige breakdown bij een belangrijke leverancier in China… de signalen waren er. Vaak stond ik te trillen op mijn benen en voelde ik een hevige druk op mijn borst. Mijn lichaam probeerde me duidelijk iets te vertellen. Nu ik met ziekteverlof ben, probeer ik eraan te werken. Via het werk kwam ik in contact met een arts, die me de tools probeert te geven om nee te leren zeggen. Ik blijf het erg moeilijk vinden, maar ik doe mijn best. Eindelijk durf ik te zeggen dat het wat beter met me gaat, hopelijk hou ik het vol.’
Amber (18)
‘Al sinds mijn vijftiende combineer ik mijn opleiding Kantoor op school met weekendjobs. Door de jaren heen heb ik al van álles gedaan, vooral omdat veel mensen me vragen of ik hen uit de nood kan helpen en ik dus ook altijd ja zeg. Op dit moment werk ik in een frituur, een beenhouwerij én een kledingzaak. Niet simpel als je weet dat ik voor school heel wat taken moet maken en nog moet studeren ook. Ik zeg zo vaak dat ik eens een weekendje niet ga werken, zodat ik iets leuks kan doen met vriendinnen, maar ik slaag er maar niet in. Als een van mijn chefs dan vraagt of ik toch kan komen, doe ik het toch. Veel weekends werk ik van vrijdag- tot zondagavond! Mijn mama wordt soms zelfs boos op mij, omdat ik zo weinig uitga. En mijn vriendinnen kunnen er ook niet mee lachen dat ik hun uitnodigingen altijd afsla. Eerlijk? Ik ben het gewoon dat ik geen nee kan zeggen…’
Isabel (27)
‘Al een hele tijd had ik een crush op een jongen uit de buurt. Enkele jaren geleden groeiden we dichter naar elkaar toe. Dácht ik. Op mijn eenentwintigste verjaardag vroeg hij me om bij hem te komen slapen. Natuurlijk zei ik ja, en van het een kwam het ander… Voor mij was die nacht het begin van iets moois, maar voor hem blijkbaar niet. Nadien heb ik hem jaren niet gehoord of gezien, zelfs geen berichtje. Tot ik hem plots toevallig tegenkwam, en ik wéér ja zei. Zes maanden hebben we ‘iets’ met elkaar gehad, maar toen maakte hij me duidelijk dat hij geen relatie wilde. Opnieuw kreeg ik het deksel op de neus en verdween hij uit mijn leven. Tot vorige zomer… Je kan het al raden: we zagen elkaar op een festival, hij vroeg me mee en we pikten de draad weer op. Ja, ja, ja… Goedgelovig als ik was, dacht ik dat hij echt veranderd was. Maar hij wist waarschijnlijk heel goed dat ik geen nee zou kunnen zeggen tegen hem. Nu leek het wel serieuzer te zijn tussen ons: we zagen elkaar elk weekend en bleven vaak bij elkaar slapen. Alleen bleek ik begin dit jaar zwanger te zijn, van hem natuurlijk. Voor hem was er geen twijfel mogelijk: ik moest dit kindje laten weghalen. Voor het eerst in mijn leven zei ik nee. Ik heb altijd ja gezegd tegen hem, als hij weer in mijn leven wilde komen, als hij me dronken vroeg hem ergens te komen oppikken, als hij bij me wilde blijven slapen, als hij seks met me wilde… gewoon omdat ik bij hem wilde zijn. Maar deze keer heb ik voor mezelf gekozen. Voor mezelf én voor mijn kindje.’
Sophie (28)
‘Ik voel telkens weer dat ik het moeilijk vind om nee te zeggen, zeker tegen mensen die dicht bij me staan. Op het werk laat ik mijn collega’s altijd hun ideeën en plannen uitvoeren, ook als ik stiekem weet dat het beter anders kan. Ook bij mijn vriendinnen ben ik soms te weinig assertief. Ik kan keihard uitkijken naar een rustig weekendje thuis, maar ga toch mee als ze me vragen. En ze weten ook dat ze de perfecte babysit in hun kliekje hebben. Eén telefoontje en ik sta aan hun deur…’
Leen (31)
‘Elke dag krijg ik telefoon, soms zelfs meerdere keren. Ik hoef zelfs niet te kijken om te weten wie het is. Mijn mama. Mijn vader is enkele maanden geleden bij haar weggegaan, een zware klap voor haar. Dat begrijp ik, en daarom wil ik er ook voor haar zijn. Ik ga in de week minstens drie keer langs, en blijf zaterdag of zondag altijd de hele dag, gewoon zodat ze niet alleen zou zijn. Maar daarbuiten belt ze mij dus ook nog voortdurend. Vaak huilend, soms kwaad of helemaal verslagen. Dat weegt op me, ik ga er zelfs bijna aan onderdoor. Maar hoe kan ik nu níét opnemen als ze belt? Of zeggen dat ik al plannen heb als ze smeekt om langs te komen? Ze heeft het zo moeilijk nu, en ze heeft vroeger zoveel voor me gedaan. Ik kan haar toch niet laten stikken?’
Griet (35)
‘Je kent ze wel, die mensen die je in een winkelstraat aanklampen voor het goede doel. Het lijkt alsof ze voelen dat ik een makkelijke prooi ben. Arme weesjes, met uitsterven bedreigde dieren, radeloze vluchtelingen, kinderen met leerstoornissen… Noem een goed doel, en ik heb het waarschijnlijk al gesteund. Ik krijg het niet over mijn hart hen een gift te weigeren.’
Elke (39)
‘Werk, relaties, vrienden, familie… ik zeg altijd ja. Mijn ex heeft me belogen en bedrogen, maar toch was ik diegene die hem maar liefde en aandacht bleef geven. Op het werk zeg ik steeds weer dat ik geen extra shift meer draai, en toch zeg ik zelf telkens weer afspraken af omdat een collega zegt dat ze absoluut thuis moet zijn voor haar zonen… van 19 en 22! Zelfs mijn ouders lijken er gebruik van te maken. Zij zouden moeten klaarstaan voor míj, maar ik ben diegene die hen altijd te hulp schiet, zelfs financieel. Ben ik naïef? Absoluut niet, ik wil alleen geen mensen kwetsen. De enige die ik blijkbaar verdriet kan doen, is mezelf.’
Jessica (21)
‘Vroeger heb ik veel in de horeca gewerkt. Dat is hard werken, ja, maar ik genoot ervan. Het is echt een goede leerschool geweest. Was er iemand ziek? Ik sprong in. Moest er een rotjobje gedaan worden? Ach, ik deed dat wel gauw. Ik wilde vooral tonen dat ik een harde werker ben en ik wilde natuurlijk ook dat mijn baas tevreden over me was. Ergens hoopte ik dat het me op termijn een betere baan zou opleveren. Niets was minder waar. Er werd gewoon keihard van mij geprofiteerd. Al mijn collega’s rookten, en namen om de twee uur een pauze voor een sigaret, terwijl ik intussen gewoon bleef draaien. Ik werkte acht uur aan een stuk zonder zelfs maar tien minuutjes te rusten. Helaas zeg ik jaren later nog altijd ja als ze mij wat vragen. Ik doe extra shifts als ze dat vragen, geef vakantiedagen op… Maar ik heb me wél voorgenomen om het vanaf nu níét meer toe doen. Het wordt blijkbaar toch niet gewaardeerd.’
[td_smart_list_end]
Tekst: Barbara De Coninck
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier