'En dat terwijl het bij jonge vrouwen doodsoorzaak nummer één is.'
Psychiater Elske Vrieze uit ‘Topdokters’: ‘Eetstoornissen worden helaas nog steeds niet serieus genomen’
Het is vandaag Wereld Eetstoornis Actiedag, een dag waarop we mensen extra informeren over eetstoornissen. Prof. dr. Elske Vrieze is psychiater gespecialiseerd in eetstoornissen aan het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven, bekend van het Play4-programma ‘Topdokters’. ‘Ik wil het stigma rond eetstoornissen doorbreken’, aldus Elske. ‘Ik wil tonen hoe het ziektebeeld in elkaar zit en het toch wat meer onder de aandacht brengen.’
‘In de lagere school zei ik altijd dat ik dierenarts wilde worden’, lacht Elske. ‘Maar in het middelbaar groeide het idee om voor psychiater te studeren. Ik hou van die interactie tussen lichaam en geest. Je hebt een heel medisch geschoolde voorgeschiedenis vanuit je opleiding en dan komt daar dat psychische stuk bij in je verdere studie als psychiater. Die combinatie vind ik heel interessant en is iets waar je dagdagelijks mee geconfronteerd wordt, ook in je persoonlijk leven.’
Waarom koos je voor eetstoornissen als specialisatie?
‘Ik ben daar wat ingerold. Ik deed mijn doctoraat over depressie en daarbij zie je dat mensen niet meer echt kunnen genieten van dingen om hen heen. Dat speelt ook een grote rol bij eetstoornissen, dan kunnen mensen niet meer genieten van eten. Ik werd gevraagd om dat verder te onderzoeken en zo groeide dat eigenlijk uit tot mijn vakgebied.’
Worstel je zelf soms met je zelfbeeld of gewicht?
‘Ik heb daar eigenlijk niet zoveel last van. Dat heeft niks te maken met mijn beroep dat mij de juiste tools aanreikt als ik zo’n gedachten zou hebben, want het worstelen met je zelfbeeld ontwikkel je al van heel jonge leeftijd. Ik heb als kind niet echt moeilijke situaties meegemaakt, ik groeide op in een fijn gezin en die hele evolutie van kind naar volwassene verliep bij mij zonder obstakels.’
Hoe komt het dat zoveel mensen worstelen met self-love en zichzelf graag zien?
‘Verschillende factoren spelen een rol waaronder je genen of het meemaken van een traumatische ervaring op jonge leeftijd. Ongeveer veertig procent van mensen die een eetstoornis ontwikkelen, hebben een nare ervaring meegemaakt als kind, denk maar aan pesten of misbruik. Je persoonlijkheid speelt ook een rol. Zo zullen mensen die perfectionistisch of net heel impulsief zijn, meer kans hebben om een eetstoornis te ontwikkelen.’
Als zowel de mainstream als de sociale media wat meer de realiteit zouden tonen, zou dat helpen om mensen hun lijf te laten omarmen zoals het is.
Spelen sociale media daar een grote rol in omdat ze een bepaald ideaalbeeld schetsen wat voor een maatschappelijk druk zorgt om daaraan te voldoen?
‘Als we naar de cijfers kijken, kunnen we sociale media niet als de grote boosdoeners beschouwen. Het percentage van mensen die worstelt met eetstoornissen is de laatste tien jaar niet superveel gestegen, terwijl het belang van sociale media wel enorm toenam, dus dat geeft aan dat zij niet de hoofdoorzaak zijn. We zien wel dat ze prikkelend werken en triggers zijn die ervoor zorgen dat mensen zich vastklampen aan een bepaald idee of visie die ze zien op sociale media. Zeker wie daar gevoelig voor is, door dat perfectionistisch kantje of die nare ervaring van vroeger, kan zich daar extreem door laten beïnvloeden. Ik krijg dan ook de kriebels als ik bijvoorbeeld een reclame van een afslankthee zie voorbijkomen.’
Zou meer diversiteit in media dus kunnen helpen?
‘Sowieso. Als zowel de mainstream als de sociale media wat meer de realiteit zouden tonen, zou dat helpen om mensen hun lijf te laten omarmen zoals het is. Ook wat meer mildheid is welkom. We zijn zo streng voor elkaar en onszelf online. Termen als cheat day of body goals zouden van mijn part uit onze vocabulaire geschrapt mogen worden, want dat schept zo’n verkeerd beeld over wat gezond leven echt is.’
Zijn er meer mannen of vrouwen die worstelen met een eetstoornis?
‘Anorexia en boulimie zien we meer voorkomen bij vrouwen. Slechts een op de dertien is een man, dus dat is toch een heel pak minder. Maar als we kijken naar eetluststoornissen, wat veel meer voorkomt dan die voorgaande ziektebeelden en wat gaat over een verstoorde relatie met eten, dan zien we dat het aantal mannen en vrouwen die hieraan lijden veel meer gelijkloopt.’
Hoe komt het dat vrouwen meer aan anorexia en boulimie lijden?
‘Ik heb daar helaas geen sluitend antwoord op. Er is best wel al wat onderzoek naar gedaan om te kijken of dit ligt aan hormonen of andere biologische verschillen tussen mannen en vrouwen, maar er is geen duidelijke evidentie dat dit een rol speelt. Ook psychologisch zijn er theorieën dat we verschillend omgaan met problemen, maar ook hier is er geen duidelijke verklaring waarom het meer jonge vrouwen dan mannen treft. Nog een andere theorie is dat het ondergerapporteerd wordt bij mannen omdat ze zich er meer over schamen. De conclusie is dat het nog niet geweten is waarom het verschil zo groot is.’
Door de coronapandemie was er een stijging van het aantal personen met een eetstoornis. Hoe komt dit?
‘Verschillende factoren spelen een rol. We werden allemaal geconfronteerd met een grote verandering in ons dagdagelijkse leven. We moesten ons heel erg aanpassen aan die nieuwe maatregelen en dat zorgde ervoor dat je een beetje controle verloor over je leven, en dat speelt bij eetstoornissen vaak een rol. Ook onze emoties waren heel heftig: we waren angstig, en eetstoornissen zijn vaak een manier om om te gaan met negatieve emoties. Om die minder te voelen, gaan we ons focussen op ons eten. Opgesloten zitten met je gezin of partner kan verder ook voor spanningen zorgen. Tot slot kregen we steeds weer de boodschap dat we moesten wandelen en bewegen, dat werkte ook triggerend voor sommigen die plots extreem begonnen sporten en op hun eten letten.’
Het is een ziektebeeld dat voor velen moeilijk te begrijpen is. Vaak krijg je de opmerking: ‘Eet gewoon wat meer’ of ‘Stel je niet aan’. Maar zo simpel is het natuurlijk helemaal niet.
Merk je dat een eetstoornis vaak niet serieus wordt genomen?
‘Ik vind van wel. Het is een ziektebeeld dat voor velen moeilijk te begrijpen is. Eten krijgt een volledig andere betekenis en dan krijg je vaak de opmerking: ‘Eet gewoon wat meer’ of ‘Stel je niet aan’. Maar zo simpel is het natuurlijk helemaal niet.’
De gevolgen kunnen drastisch zijn.
‘Klopt. Het is een heel ernstige ziekte. Bij jonge vrouwen is het zelfs doodsoorzaak nummer één. Het is gelukkig wel een heel laag percentage dat hieraan sterft, maar het kan gebeuren. Het is ook een ziekte die ontzettend moeilijk te behandelen is en een groot deel van de mensen die er ooit mee worstelt, blijft met restsymptomen zitten. Dat alles maakt dat het toch een ziekte is die een enorm impact heeft.’
Het is dus moeilijk om hier echt vanaf te raken?
‘Dertig tot veertig procent van de mensen genezen volledig, maar dat houdt in dat een groot deel van de patiënten toch die gevoeligheid behoudt. Als er zich dan een enorm stressvolle situatie voordoet, is de kans groot dat ze in hun oude gewoontes hervallen.’
Hoe probeer jij hen te helpen?
‘Eerst en vooral moeten we het eetpatroon herstellen. We zoeken samen hoe we weer een normaal eetritme kunnen vinden en praktisch betekent dit vaak: voldoende porties eten op een dag. Daarnaast werken we ook aan de onderliggende zaken die ervoor zorgen dat die eetstoornis de kop opstak en daarvoor babbelen we veel.’
Het lijkt voor velen alsof we gewoon maar wat babbelen. Maar mensen onderschatten dat je als psychiater ook heel wat kennis moet hebben.
Wat maakt je een goede psychiater?
‘Het lijkt voor velen alsof we gewoon maar wat babbelen. Maar mensen onderschatten dat je als psychiater ook heel wat kennis moet hebben. Je moet ziektebeelden goed (her)kennen en weten welke psychologische mechanismen je moet toepassen. Dit moet je goed in je achterhoofd houden als iemand zijn of haar verhaal doet, want dat gaat soms alle kanten uit. Daarnaast moet je als psychiater heel empathisch zijn, goed kunnen luisteren en in staat zijn om een band op te bouwen met je patiënt. Wij hebben in tegenstelling tot andere artsen geen vooropgesteld protocol dat we kunnen volgen waardoor de patiënt sowieso herstelt. Een gebroken been opereer je bijvoorbeeld, laat je een paar weken in de gips en die persoon stapt weer. Bij eetstoornissen is het niet zo eenduidig en moet je echt samenwerken met je patiënten om tot een herstel te komen.’
Neem je je werk soms mee naar huis?
‘Soms blijf ik er thuis over piekeren. Zeker als het niet zo goed gaat met een patiënt of wanneer je een patiënt verliest. Maar in het algemeen kan ik het goed loslaten. Dat moet ook, want je wordt elke dag geconfronteerd met pijn en verdriet. Anders zou je er zelf aan onder door gaan.’
Vragen kennissen of vrienden vaker advies aan jou omdat je psychiater bent?
‘Natuurlijk praten we ook over onze gevoelens en problemen. Maar ik ga bij mijn vrienden zeker niet de psychiater spelen, dan ben ik gewoon Elske (lacht).’
Tot slot: waarom besloot je mee te doen aan ‘Topdokters’?
‘De belangrijkste reden is dat ik het stigma rond eetstoornissen wil doorbreken. Ik wil tonen hoe het ziektebeeld in elkaar zit en het toch wat meer onder de aandacht brengen. Ik kende het programma eerlijk gezegd niet goed, maar een collega van me deed mee in een vorig seizoen en hij verzekerde me dat het een heel fijne ploeg is die veel respect heeft voor de patiënten. Dat heb ik ook zo ervaren en dat vond ik de belangrijkste voorwaarde.’
Zoek je zelf hulp of zit je met vragen? Zowel bij Eetexpert als bij ANBN kan je terecht met al jouw vragen omtrent eetstoornissen.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier