Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© karlien vanlangendonck

'Mijn mama is mijn grootste concurrente. We gaan elkaar niet zomaar laten winnen.'

VROUWEN MET STOERE HOBBY’S: Karlien (32) doet aan boogschieten

Herlinde Matthys
Herlinde Matthys Webjournalist

Dat vrouwen ook een serieus stel figuurlijke ballen aan hun lijf hebben hangen, tonen we elke week door een vrouw met een stoere hobby in de kijker te zetten. Karlien Vanlangendonck (32) is met haar pijl en boog de moderne én vrouwelijke Robin Hood.


Karlien Vanlangendonck (32) woont in Mechelen en doet op zelfstandige basis de administratie bij verschillende bedrijven. In de week is haar wapen haar laptop, maar in het weekend ruilt ze die met veel plezier in voor haar pijl en boog. ‘Ik schiet op de liggende en de staande wip. Bij die eerste schiet je de pijl rechtdoor en bij het tweede vliegt die naar boven.’

Op wat mik je dan?

‘Wij schieten niet op een roos zoals velen al weleens hebben gedaan op een sportdag met hun school. Wij gebruiken botte pijlen en mikken vanop 17 meter voor de liggende en 25 meter voor de staande wip op een wit blokje van 1 à 2 centimeter dat over een pin is geschoven.’

Amai. Dan moet je waarschijnlijk wel goede ogen hebben.

‘Ja. Er hangt wel een pluim aan die ze ‘de vogel’ noemen, maar je moet echt wel mikken op dat miniblokje. Sommige mensen zien dat niet eens van zo ver en als je dan moet schieten, heb je natuurlijk een probleem (lacht). Verder heb je als boogschieter best een vaste hand en een goed evenwicht zodat je perfect stil kan blijven staan om te mikken.’

Hoelang doe je dit al?

‘Ik ben op mijn veertiende begonnen, dus ik schiet al zo’n 18 jaar met de boog.’

Hoe ben je daar ingerold?

‘Mijn stiefvader doet dit al zijn hele leven en ik leerde het van hem. In het begin liep dat niet echt van een leien dakje. Ik schoot vaak tegen mijn eigen arm, wat enorm veel pijn doet en daarom deed ik het niet echt graag. Gelukkig bleef ik volhouden en kreeg ik het goed onder de knie. Vanaf dan vond ik het fantastisch!’

Doe je mee aan wedstrijden?

‘Ja. Er zijn per provincie kampioenschappen. Als je daar de beste bent, ga je door naar het nationaal en misschien zelfs Europees kampioenschap. Ik werd vroeger op mijn zestiende een keertje provinciaal kampioen. Sindsdien won ik geen grote prijzen meer, maar dat is niet erg. Ik doe het puur voor het plezier.’

Speel je tegen vrouwen én mannen?

‘Ja, het is een gemengde sport en iedereen is gelijk voor de wet. Dat wil zeggen dat wij als vrouw op dezelfde afstand staan en op hetzelfde obstakel moeten mikken.’

Is het een intensieve sport?

‘Goh, die boog op zich is eigenlijk wel zwaar, maar ik ben dat al gewoon. Om je boog op te spannen, heb je ook best wat spierkracht nodig. Die trekkracht stel je zelf in volgens je sterkte. Hoe harder die staat, hoe sneller en rechter je pijlen vliegen. Zo kan ik die van mijn stiefpapa bijvoorbeeld niet opentrekken. Je spant tijdens een wedstrijd zo’n twintig à dertig keer je boog op, dus je moet zeker zijn dat je daar de kracht voor hebt en het volhoudt.’

We spreken hier over pijlen, dat zijn eigenlijk wapens. Maakt dit van boogschieten een gevaarlijke sport?

‘Zo’n pijl heeft een serieuze snelheid en zou dus enorm veel schade aanrichten als je geraakt wordt. De regel is dan ook dat je altijd en overal je pijl in de gaten moet houden om te zien waar die terechtkomt. In het begin schiet je zoals ik eerder al zei vaak op jezelf. Daarmee bedoel ik dat die rekker tegen je arm aanvliegt omdat je je arm niet goed wegdraait. Dat kan serieus pijn doen, maar dat leer je op den duur. Je mag ook niet zomaar in het wilde weg overal beginnen oefenen. Als mijn boog in de auto ligt, moet ik altijd mijn clubkaart op zak hebben, want het blijft natuurlijk een wapen. Als je weet wat je doet en je volgt de regels, dan kan er dus eigenlijk niets fout lopen en dan is het helemaal niet gevaarlijk.’

Wat draag je qua uitrusting?

‘Qua kledij kies je eigenlijk wat je aantrekt, zolang je schouders en knieën maar bedekt zijn. Toen ik eens aan een scheidsrechter vroeg wat de reden daarvoor was, vertelde hij me dat dit was zodat we hen niet zouden kunnen verleiden (lacht). Verder heb je gewoon je boog en je pijlen vast. Die laatste versieren we zelf met een bepaalde kleur, zo vind je ze terug tussen alle andere.’

Is het een dure sport?

‘Je kiest zelf hoe duur je het maakt. Mijn boog kostte 500 euro, maar je hebt ook exemplaren van 3.000 euro of zelfs nog meer! Mijn stiefvader maakt onze pijlen zelf en die zijn zo’n tien euro per stuk. Het is bij het starten dus een kleine investering, maar daarna valt het heel goed mee.’

Wat is de strafste stoot die je al meemaakte tijdens het uitoefenen van deze hobby?

‘Ik heb ooit eens het licht dat aan de wip hing, kapotgeschoten. Dat hangt aan een heel fijne kabel, maar blijkbaar was die niet dun genoeg voor mij (lacht). Verder was provinciaal kampioen worden een hele eer. Dat was toch een mooie verdienste voor mijn harde werk en dat van mijn stiefvader als begeleider.’

Wat vind je zo leuk aan boogschieten?

‘Voor mij is het heel rustgevend. Je moet je echt focussen op het doelwit, waardoor je even aan niets anders denkt.  Daarnaast is het een cafésport en dat maakt het een heel sociaal gebeuren. Tussen het schieten door hang je aan de toog en sla je een babbeltje met de rest van de deelnemers of de toeschouwers. Dat is supergezellig! Ik vind het fantastisch dat ik dit met mijn ouders kan doen, want naast mijn stiefvader doet ook mijn mama mee. Wij hebben de gewoonte om voor elke wedstrijd elk een halve Duvel te drinken, daar worden we rustig van (lacht). Zij is trouwens mijn grootste concurrente. We gaan elkaar niet zomaar laten winnen.’

Wat zijn de reacties van je omgeving als je vertelt dat je dit doet?

‘Het mopje dat ik standaard élke keer hoor is: ‘Ben jij dan Cupido?’ Heel flauw, maar ik kan er wel mee lachen. Verder zijn mensen meestal onder de indruk, want ze verwachten dit niet van een jonge vrouw.’

 Tot slot: waarom zouden onze lezeressen deze hobby moeten beoefenen?

‘Het zijn vooral oudere mensen die dit doen, en daardoor is het boogschieten met uitsterven bedreigd. We hebben dringend jonge mensen nodig om de sport in leven te houden. Dus zeker niet twijfelen: het is een supersociale sport, je komt op verschillende plaatsen én je kan je even zoals Kat uit ‘The Hunger Games’ voelen (lacht).’

Nog meer straffe dames:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '