'Er is ooit een andere zijspan in ons gereden en aangezien ik achteraan zit, ving ik die klap op met mijn rug.'
VROUWEN MET STOERE HOBBY’S: Zoë (23) doet aan zijspanracen
Dat vrouwen ook een serieus stel figuurlijke ballen aan hun lijf hebben hangen, tonen we elke week door een vrouw met een stoere hobby in de kijker te zetten. Zoë Beun (23) scheurt door de bochten als bakkenist in een zijspan.
Zoë is 23 jaar en afkomstig uit Gent. Ze werkt parttime in het bedrijf van haar ouders en volgt avondschool interieurstylist. In haar vrije tijd kruipt ze in een bakje dat aan een motor hangt, ze doet namelijk aan zijspanracen. ‘Mijn rol is om ons voertuig in evenwicht te houden zodat we snel in de bochten kunnen gaan’, vertelt Zoë. ‘Ik ben de bakkenist of passagier.’
Hoe raakte je daarin verzeild?
‘Op mijn zestiende werd ik dankzij mijn ouders baancommissaris, dat zijn de mensen die langs de kant van het circuit staan om onder andere met de vlaggen te zwaaien of piloten te helpen. Daar ben ik verliefd geworden op het zijspanracen. Ik raapte al mijn moed bijeen en vroeg aan een van die mannen of ik eens mocht meerijden. Nu zijn we zeven jaar verder en rij ik zelf competitie (lacht).’
Op welk niveau is dat?
‘Nationaal. We zijn al het derde jaar op rij Belgisch kampioen in onze GP500-klasse en in het algemeen klassement staan we derde. We zouden ook graag deelnemen aan de competitie in Duitsland, want in ons land zijn er jammer genoeg niet zo veel races.’
Wie is je bestuurder?
‘Ik rij al drie jaar samen met Luc De Smet. Het leeftijdsverschil tussen ons bedraagt zo’n dertig jaar, maar dat toont dat deze sport geschikt is voor alle leeftijden. En het is een gemende sport, dus dat is ook toch eens iets anders hé.’
Krijg je daar soms commentaar op?
‘Andere racers vinden dat net tof en zij zullen daar enkel positief over spreken. Het zijn alleen mannen die er niets van kennen die onmiddellijk klaarstaan met stomme reacties. Ik weerleg hun idiote uitspraken met het feit dat we al drie jaar op rij kampioen zijn, dan zwijgen ze meestal wel.’
Ben je in het dagelijkse leven ook een snelheidsduivel?
‘Dat valt goed mee. Ik heb eigenlijk nog niet veel boetes gekregen. Ik hou de grenzen opzoeken liever voor op het circuit.’
Is het een intensieve sport?
‘Ja, al vergeten mensen dit vaak bij motorische sporten. Ik beweeg eigenlijk voortdurend in dat bakske. Bij linkerbochten moet ik goed uithangen met mijn achterwerk tot bijna en soms zelfs op het asfalt, en bij rechterbochten leun ik over het achterwiel. Wat ik ook doe, mijn linkerhand moet altijd de greep blijven vasthouden anders vlieg je eruit. Je moet dus wel wat kracht hebben.’
© Marc Bossiroy
Eruit vliegen, dat klinkt gevaarlijk.
‘Ja, het is niet zonder risico’s. Ik heb het al een keer meegemaakt, maar gelukkig zonder ernstige gevolgen. Ik had enkel twee grote brandwonden, dat kon dus erger zijn afgelopen. Er is ook ooit een andere zijspan in ons gereden en aangezien ik achteraan zit, ving ik die klap op met mijn rug. Gelukkig weer zonder breuken of andere blessures. Ik moet af en toe eens naar de kinesist om me eens te laten kraken, en dan ben ik weer de oude (lacht).’
Maakt dat je nooit bang?
‘Nee, dat mag je ook niet zijn tijdens een race. Ik sta er wel bij stil dat er iets kan mislopen, maar ik draai die knop om en ik ga ervoor. We dragen ook veel bescherming. Ik doe altijd een lederen racepak aan met extra bescherming op mijn knieën, schouders, ellebogen en achterwerk. Daarnaast draag ik natuurlijk een helm, stevige laarzen, een rugbeschermer en handschoenen.’
Mede daardoor is dit waarschijnlijk geen goedkope hobby?
‘Klopt. Voor de uitrusting ben je al snel zo’n 2.000 euro kwijt. Daarnaast liggen de circuits ook meestal niet bij de deur, en moet onze zijspan elke race op punt gesteld worden. Het is dus handig dat wij een aantal goede sponsors hebben.’
Wat is het zotste dat je al meemaakte tijdens het zijspanracen?
‘Mijn allereerste keer op het circuit van Spa Francorchamps, het allermooiste circuit ter wereld en dat ligt in ons landje (lacht).’
Wat vind je zo tof aan de sport?
‘Je moet honderd procent vertrouwen hebben in de piloot, want we zijn één geheel. Als ik iets fout doet, heeft dat gevolgen voor de zijspan en omgekeerd. Ik hou ook van de adrenaline die ik krijg als we door de bochten of over het rechte stuk scheuren en als ik zo dicht tegen het asfalt hang. En het allerleukste is onze concurrenten inhalen, zo’n duel is echt kicken!’
Hoe reageert je omgeving op deze stoere hobby?
‘Ik ben een redelijk stil en verlegen meisje, dus de meesten zien dat niet in mij en schrikken er toch wel van. Mijn ouders kijken vaak toe met een klein hartje, maar ze laten me doen en ze weten dat mijn piloot de maandagochtend ook moet gaan werken en dus met zijn verstand rijdt. Hij zal geen geschifte dingen doen om op het podium te raken, het blijft voor het plezier.’
Tot slot, waarom zou je onze lezeressen aanraden dit ook een keertje te proberen?
‘Je ziet het niet elke dag en je hoort er bijna niets over, dus het is sowieso uniek. Er zijn ook niet veel vrouwen die dit doen, dus het zou tof zijn om wat meer girl power in de sport te hebben.’
© Marc Bossiroy
Nog meer straffe dames:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier