'Je vliegt echt door de lucht, en dat geeft me het gevoel dat ik zweef.'
VROUWEN MET STOERE HOBBY’S: Laura (21) doet aan tumbling
Dat vrouwen een serieus stel figuurlijke ballen aan hun lijf hebben hangen, tonen we elke week door een vrouw met een stoere hobby in de kijker te zetten. Laura Vandevoorde (21) rijgt de salto’s en schroeven aan elkaar, want ze doet aan tumbling.
Laura Vandevoorde (21) uit De Pinte moet tijdens haar studies Farmaceutische Wetenschappen stevig met de voetjes op de grond blijven staan zodat ze de juiste medicijnen bereidt. In haar vrije tijd doet ze net het tegenovergestelde en vliegt ze letterlijk door de lucht terwijl ze enkele én dubbele salto’s maakt. ‘Ik doe al zo’n acht jaar aan tumbling‘, vertelt Laura. ‘Dat is een onderdeel van de gymnastiek waarbij je op een lange baan van 25 meter allerlei trucjes uitvoert.’
Kan je wat meer uitleg geven over wat dat precies inhoudt?
‘Je doet eigenlijk een reeks van acht spectaculaire oefeningen zoals salto’s, schroeven en flikflakken achter elkaar. In de voorronde moet je twee reeksen doen. Als je bij de acht beste bent, ga je door naar de finale waar je opnieuw zo’n reeks moet uitvoeren.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Amai, klinkt spectaculair! Hoe ben je daar ingerold?
‘Ik was een heel actief kind en daarom zochten mijn ouders de geschikte hobby voor mij. Zo kwam ik terecht bij kleuterturnen. Blijkbaar zagen mijn trainers al snel dat ik veel talent had en zo stroomde ik door naar tumbling.’
Wat zijn de voorwaarden om een goede tumblinggymnaste te worden?
‘Heel wat mensen denken dat je lenig moet zijn, maar dat is niet zo. Wij doen geen spagaat of andere trucjes waarbij je jezelf dubbel moet plooien. Je moet gewoon over een flinke dosis durf, kracht en doorzettingsvermogen beschikken. Verder moet je de techniek perfect onder de knie hebben en ook wel in topconditie zijn.’
Is het zo intensief?
‘Zo’n reeks duurt slechts vijf seconden, maar onze traingen duren wel twee à drie uur. Je moet fysiek dus heel sterk zijn. Gelukkig trainen we daar ook voor. Naast tumblingtechnieken, doen we ook krachttraining én cardio.’
Moet je vaak oefenen?
‘Ja. Ik train zes keer per week. Als daar een pittige krachttraining tussenzit, voel ik dat de volgende dag toch aan mijn spieren (lacht).’
Lukt het om je hobby te combineren met je studies?
‘Ik heb gelukkig een topsportstatuut, waardoor ik mijn practica en examens soms op een ander moment mag afleggen. Dat is vooral handig als ik even in het buitenland ben voor een wedstrijd. Het is soms een beetje zoeken, want ik heb al mijn vakken opgenomen, maar op deze manier slaag ik er voorlopig toch in.’
Heb je soms het gevoel dat je leuke dingen mist omdat je zoveel tijd in je sport steekt?
‘Ik ben er zéker van dat ik veel mis. Zo gaan mijn studiegenoten vaak uit in de Overpoort als ik aan het trainen ben. Maar ik ben er ook zeker van dat ik er veel van terugkrijg. Mijn beste vrienden zitten trouwens ook in mijn turnclub, dus ik amuseer me wel enorm tijdens de trainingen.’
Wat is je best behaalde resultaat?
‘Op het vorige wereldkampioenschap in Tokio in Japan werd ik derde. Het was mijn laatste wedstrijd als junior, want die categorie is tot 21 jaar, dus dat was de perfecte afsluiter. Vanaf nu doe ik mee met de senioren.’
Wat is je doel in deze sport?
‘Zoveel mogelijk podiumplaatsen verzilveren tijdens wedstrijden. Nu richt ik mijn pijlen op het Europees kampioenschap in mei. De selecties daarvoor zijn momenteel bezig. Eén selectie is al binnen, dus ik train nu volop voor de volgende. Ik hoop dat we met een team van vier personen kunnen gaan en een mooi resultaat neerzetten voor België. Die kans zit er wel echt dik in!’
Is het een gemengde discipline?
‘Nee, ik neem het enkel op tegen vrouwen. Mannen hebben veel meer kracht, waardoor ze zottere sprongen kunnen doen en dat zou dus niet eerlijk zijn. Er zijn eigenlijk nog veel mannen die deze sport beoefenen. Dat is leuk om te zien.’
Wat ik me onmiddellijk afvraag: ben je niet enorm duizelig na zo’n reeks sprongen?
‘Nee (lacht). In het begin wist ik na zo’n reeks niet meer zo goed waar ik was, maar nu is mijn lichaam daaraan gewend. Ik heb alles volledig onder controle. Gelukkig maar, anders zou het heel eng zijn.’
Is het eigenlijk een gevaarlijke sport?
‘Ja. Als je slecht neerkomt, kan je je serieus bezeren. Daarom moeten we zo veel oefenen. Als we de allereerste keer een nieuwe routine proberen, dan oefenen we op een trampoline. Ik word ook heel goed begeleid door mijn trainster Tine. Er kan natuurlijk altijd iets misgaan, maar daar mag je niet aan denken.’
Raakte je al eens geblesseerd?
‘Bij tumbling niet, maar wel daarvoor toen ik nog turnde. Ik landde toen slecht na een schroef waardoor ik mijn scheenbeen brak.’
Wat draag je qua uitrusting?
‘Een aansluitend turnpak, want niets mag in de weg zitten als je om je as heen draait. Daarom steek ik mijn lang haar ook altijd in een dotje. Dat is niet alleen praktisch, maar ook noodzakelijk want je lokken mogen de baan tijdens een routine absoluut niet raken. Schoenen dragen we niet, we doen alles op blote voeten. Tot slot draag ik ook altijd uit bijgeloof dezelfde parfum, anders denk ik dat het niet goed zal gaan (lacht).’
Bij turnsters hoor je vaak dat ze op hun eten moeten letten?
‘Dat valt bij mij goed mee. Ik mag natuurlijk niet elke dag vette dingen zoals frietjes of pizza eten, maar dat geldt ook voor wie geen topsport beoefent (lacht). Ik volg dus geen superstrikt dieet, ik moet gewoon een beetje letten op wat ik in mijn mond stop.’
Wat is de strafste stoot dat je al meemaakte in al die jaren?
‘Het allerlaatste WK ga ik nooit vergeten! Ik werd toen derde, maar dat was zo onverwacht! Ik had eerst schrik dat ik de finale zelfs niet zou halen omdat een van mijn twee voorrondes niet zo geweldig ging. Het was dus al een kleine shock dat ik bij de acht beste was, en dan haalde ik nog eens de bronzen medaille binnen. Het deed ongelooflijk veel deugd om erkenning te krijgen voor al mijn harde werk.’
Wat vind je zo leuk aan tumbling?
‘De durf en de adrenaline die door mijn lijf gieren als ik een nieuwe oefening leer. Je vliegt bij een routine ook echt door de lucht en dat geeft me het gevoel dat ik zweef.’
Hoe reageren mensen als je vertelt dat dit je hobby is?
‘Als ik nieuwe mensen leer kennen, moet ik vaak uitleggen wat deze sport precies inhoudt. Het is natuurlijk niet zo populair en gekend als bijvoorbeeld voetbal of tennis.’
Tot slot: waarom zouden onze lezeressen deze hobby eens moeten proberen?
‘Als je het gevoel wil hebben dat je vliegt en de wereld aankunt, is dit echt een aanrader. Je denkt ook aan niets anders, en dat is superfijn! Ik moet er wel bijzeggen dat het moeilijk is om het nog te leren als je wat ouder bent. Hoe ouder je wordt, hoe enger alles is. Je gaat ook meer beginnen nadenken, waardoor je minder durf hebt om de sprongen uit te voeren.’
Nog meer straffe dames:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier