Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Hoe verliefd ik ook was, ik sloot me af. Tot ik door de lockdown niet meer aan hem of aan mezelf kon ontsnappen.'

Anaïs: ‘Ik vond zijn vele complimentjes fake en draaide sneller met m’n ogen dan het gemiddelde teststokje in m’n neus’

De redactie

Anaïs verhuisde recent naar New York. Terwijl ze daar haar leven opbouwt, de stad ontdekt en nieuwe vrienden maakt, mist ze soms de oude, zoals Arkasha.


Hoi Kash, 

Manlief geeft mij graag en vaak complimentjes. Toen hij vorige week zei ‘you’re hot’, ging ik er dan ook van uit dat ik er strálend uitzag. Ik had inderdaad een zekere glow, maar dan van het vaccin dat me de dag voordien was toegediend. Manlief is wetenschapper, hij ontwikkelt medicijnen tegen leukemie. Wanneer hij uitlegt hoe mijn lijf dankzij deze prik leert vechten tegen het echte virus, geloof ik hem harder dan dat zelfverklaarde antivaxleeuwinnen kunnen brullen. Na een nachtje slaap voel ik me weer als nieuw en maken we een ommetje in de buurt.

Tijdens onze wandeling tussen de wolkenkrabbers in Manhattan merk ik dat er veel veranderd is in vergelijking met één jaar geleden. Toen was New York het epicentrum van de pandemie. The City That Never Sleeps moest noodgedwongen in een diepe coma en alles ging op slot. Als nieuwbakken koppel waren we daardoor plots allebei constant thuis in een appartementje zo groot als mijn eerste studentenkot. Ik leerde wijn drinken op de brandtrap, omgaan met luidruchtige buren en vooral: ik leerde mijn nieuw lief héél goed kennen. Blij met m’n immuniteit denk ik terug aan mijn moeite met intimiteit.

Hij zag mij zweterig, scheterig, onelegante oefeningetjes doen op een yogamat. Ik zag hem gamen in z’n onderbroek, met kruimels op z’n buik.


Mijn eerste weken hier, een maand voor de lockdown, hadden we best vaak ruzie. Ik liep verloren in deze gigantische stad en ik had moeite om me open te stellen. Ik was wantrouwig, vond zijn vele complimentjes fake en draaide sneller met m’n ogen dan het gemiddelde teststokje in m’n neus. Hoe verliefd ik ook was, ik sloot me af. Tot ik door de lockdown niet meer aan hem of aan mezelf kon ontsnappen. Hij zag mij zweterig, scheterig, onelegante oefeningetjes doen op een yogamat. Ik zag hem gamen in z’n onderbroek, met kruimels op z’n buik, terwijl hij Spaanse scheldwoorden naar een scherm riep. En je moet weten, Arkasha, wanneer hij verliest, gaat hij met een heel hoog, schel stemmetje onverstaanbare klanken gillen.

Ik leerde dat ik niet álles aan hem aantrekkelijk vond. En hij ook niet aan mij. Stilletjes aan klom New York uit het diepe coronadal en zijn we aanbeland bij de allerlaatste stap: het vaccin. Het voelt haast oneerlijk dat ik al wél een prik kreeg en mijn zeventigjarige ouders in België nog niet. Ik wou dat het andersom was. Dan zouden ze veilig zijn en konden ze me hier binnenkort komen bezoeken. Samen indrinken op den brandtrap, en daarna de stad in. En elkaar na meer dan een jaar nog eens goed vastpakken, dat ook.

In afwachting van het vele bezoek genieten manlief en ik van een heropend New York en hij van een heropende Anaïs. Niet langer immuun voor intimiteit geloof ik hem op z’n woord en geef ik hem graag een complimentje terug: ‘Schat, geen man die zo hoog en schel kan gillen als jij.’

Anaïs 

Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' '