Arkasha woont in Antwerpen. Over alles wat goed gaat in haar leven, en zeker over alles wat misloopt, schrijft ze naar Anaïs, die in New York woont. Deze week: de avonturen die ze beleefde tijdens het kamperen.
Hey Anaïs,
Ik zat de laatste maanden nogal snel op mijn tandvlees. Ik was kortaf en liet steken vallen. Dat ik je geen gelukkige drieëndertigste verjaardag heb gewenst, met de afgezaagde boodschap ‘de leeftijd van Jezus!’, is daar het ultieme bewijs van. Sorry. Ik heb het beseft op vakantie, toen er plots weer ademruimte was tussen alle zorgen van alledag.
Met vriendin C., die in between jobs is, reed ik met de auto via Lyon – waar zij heeft gewoond – langs de Costa Brava naar Barcelona, waar ik heb gewoond. In Lyon nam zij me mee naar het bakkerijtje met de lekkerste croissants, ik laat haar straks de beste tapas proeven. Aan de Costa Brava stopten we voor de match België-Italië. Om alsnog een mooi einde aan die ronduit gruwelijk afgrijselijke avond te breien, verbroederden we met alle Vincenzo’s en Alberto’s op het terras. Anaïs, er zijn slechtere mannen om tegen te verliezen.
C. en ik gingen ook kamperen. Geloof het of niet: net als jij heb ik óók bijna ruzie gemaakt op de camping. In het douchehok naast me zaten twee mensen te seksen. Nu, natte kletsen onder een povere waterstraal, tot daaraan toe, maar een koppel dat zo mierzoet zit te fezelen, daar gaat mijn bloed van koken. ‘Kunnen jullie niet in de sanitaire blok van de mannen gaan neuken?’ had ik bijna over het muurtje geroepen. Maar hoe zeg je sanitaire blok ook alweer in het Spaans? Ik gaf hen uiteindelijk slechts een kwade blik in de spiegel toen ze achter me weg slopen. Ik ben en blijf een laffe Belg, natuurlijk.
De mensen rond ons hadden schaamhaar in alle vormen, wasbordjes of bruingebrande tonnen, stijve siliconen- borsten of kleine heuveltjes, verschrompelde piemeltjes of grote schwanzen.
Ach, ook met kinkloppen is kamperen fantastisch. C. en ik hadden een perceeltje met zicht op zee, daalden ’s ochtends na de koffie een stenen trapje af, naar een kiezelstrand met azuurblauw water en de ongeschreven regel dat naakt zonnen a-okay is. Zo gezegd, zo gedaan. De mensen rondom ons hadden schaamhaar in alle vormen, wasbordjes of bruingebrande tonnen, stijve siliconenborsten of kleine heuveltjes, verschrompelde piemeltjes of grote schwanzen en, jawel, ninetiestattoos. Zo’n salamander die je ook op pareo’s ziet, je kent ’m wel.
Ikzelf zat er met een huid die witter is dan het strand, ingegroeide haartjes en afgebladderde nagellak. Anaïs, het was perfect. De zon scheen de zorgen gewoon uit onze kop. Bij dezen neem ik me voor om die lekkere je m’en foux-gedachte in België vast te houden. Om niet meer de hele tijd ideale scenario’s te willen volbrengen. Om niet meer van de ene afspraak naar de andere te hollen en toch overal te laat zijn. Ook als het eens niet lukt, hou ik m’n roodverbrande rug recht. De volgende keer wel die tepels insmeren.
Arkasha
Lees de vorige brieven van Arkasha & Anaïs:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier