Catherine heeft het in haar nieuwste column over een wereld zonder likes.
COLUMN: ‘Ik heb al eens een foto willen verwijderen omdat die te weinig hartjes had’
Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.
Help, ik heb geen likes meer! ‘@mijnlief en anderen vinden dit leuk’, staat er onder elke foto te lezen. Drama! Ik zoek immers niet de validatie van mijn partner online, maar die van complete vreemden – het liefst in groten getale.
Jup, het was even schrikken toen ik Instagram vorige week opende. Na eerdere tests in andere landen leek de app nu ook bij ons een wereld zonder likes uit te rollen. Of toch niet? Een korte rondvraag wees uit dat ik als enige Belg met dit acute First World problem kampte. Ik herhaal: help!
Mijn recente reis naar Japan, waar het meetbare succes van een foto al een tijdje niet meer weergegeven wordt, zat er wellicht voor iets tussen. Instagram wil op die manier proberen om het ‘digitale welzijn’ van z’n gebruikers omhoog te krikken en de sociale druk te verlagen. Geen zichtbare likes, geen voelbare stress!
Voor je denkt dat er dan ook een einde komt aan het tijdperk van de influencer en dat elke Insta-babe bedolven zal worden onder de brokstukken van haar zorgvuldig uit detoxthees en skincareroutines opgebouwde imperium: helaas. Wie doorklikt, kan het aantal likes nog wel zien. Soit. Vooral voor jongeren kan de update een goede zaak zijn. Ze worden volgens recente studies namelijk ronduit depressief van al die perfecte plaatjes.
Terwijl je in mijnen tijd (lees: de nineties) simpelweg een Cimarron-jeans en Buffalo’s moest aanschaffen om erbij te horen, kom je er dezer dagen niet zonder duizenden volgers en een doorgedreven kennis van het Instagram-algoritme. Ik moet toegeven dat ook ik als eenendertigjarige meeloop in de virtuele populariteitsrace.
Wanneer ik in bed lig, scrol ik door mijn feed en analyseer ik waarom de ene selfie het wél goed deed en de andere niet. Ik ben er niet trots op, maar ik heb al eens op het punt gestaan om een foto te verwijderen omdat-ie te weinig hartjes had. Gelukkig won de ratio het net op tijd van mijn ijdelheid.
Wanneer ik in bed lig, scrol ik door mijn feed en analyseer ik waarom de ene selfie het wél goed deed en de andere niet.
Bevind ik me in ’n andere tijdzone, dan post ik mijn foto’s ’s ochtends vroeg of ’s avonds laat, zodat mijn Belgische achterban ze te zien krijgt. Wanneer ik op vakantie om 1u ’s nachts – 18u in Antwerpen en dus het tijdstip waarop mijn doelpubliek volgens de statistieken het actiefst is! – nog een ellenlange Story begin te editen, vraag ik me weleens af waarmee ik eigenlijk bezig ben.
Dat doe ik ook wanneer mijn laatste pic ondánks de doordachte publicatieplanning slechts een magere honderd likes haalt en ik tegen mijn lief klaag dat niemand mijn foto (lees: mij) leuk vindt. Hij rolt dan met zijn ogen en dubbelklikt omdat hij mij graag ziet. Dankzij Instagram 2.0 behoren al mijn angststoornissen echter tot het verleden.
Wacht even… Wat zie ik daar? Mijn likes zijn even snel weer terug als dat ze verdwenen waren. ‘@mijnlief en 82 anderen vinden dit leuk.’ Damn it! We gaan gewoon doen alsof we dat niet gelezen hebben.
Meer columns van Catherine:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier