'Als vrouw kan je daar niet níét mee bezig zijn, ook al doe je voor de buitenwereld en misschien zelfs je partner alsof.'
COLUMN: ‘Sinds wij voor gezinsuitbreiding kozen, mag die baby er al zijn van mij’
Columniste Nele werd bijna twee jaar geleden moeder. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Over even stretchen
Als je zwanger wil worden, kan je daar als vrouw niet níét mee bezig zijn. Je moet immers elke dag dat foliumzuur slikken. Je wil constant stiekem de kwaliteit van het zaad van je partner verbeteren door erop toe te zien dat hij wel drie tot vijf keer per week ejaculeert, zoals aangeraden wordt door verschillende links op Google. Want je googelt. Je bent bezig met data waarop je net wel en net niet vruchtbaar bent, waardoor in je achterhoofd toch steeds de vraag zit of je nu gewoon seks mag hebben of een kind moet maken. Of seks moet hebben of een kind mag maken, het is maar waar je prioriteiten liggen.
Je wil constant stiekem de kwaliteit van het zaad van je partner verbeteren door erop toe te zien dat hij wel drie tot vijf keer per week ejaculeert.
Na elke vrijpartij die mogelijks tot een bevruchting kan leiden, ga je tellen: wanneer wordt dat potentiële kind geboren en hoe lang kan je thuisblijven na de bevalling? Hoeveel jaar scheelt die baby met eventuele broers of zussen? Hoe oud ben je zelf wanneer die baby twintig wordt? En op welke leeftijd zal je dan misschien grootmoeder worden? Al die vragen om dan tot de grootste bezorgdheid te komen, die aan het einde en vaak ook gewoon aan het begin van dat lijstje staat: wat als het niet lukt? Het is dé vraag die iedere vrouw met een kinderwens zich stelt en waar veel te veel vrouwen ook werkelijk een antwoord op moeten zoeken. Zoveel vragen, zoveel bezorgdheden, zoveel factoren om rekening mee te houden. En tegelijkertijd moet je er toch niet te veel mee bezig zijn, want volgens de legende lukt het dan helemaal niet.
Voor mij is dat alleszins geen optie. Sinds wij voor gezinsuitbreiding kozen, mag die baby er van mij al zijn. Want als ik iets wil, wil ik het nu. Wat dat betreft, verschil ik niet veel van mijn kleine peuter. Alleen durft haar gemoed volledig om te slaan wanneer zij ook effectief krijgt wat ze wil. Dan denk ik specifiek aan de koek waar ze een uur om zeurt, om diezelfde koek vervolgens hysterisch tegen de grond te keilen wanneer ze hem krijgt. Om dan weer in tranen te roepen dat ze hem toch wil. Als ouder onderga je zulke taferelen gedwee, en voor je het weet, worden die kinderen achttien, wil je dat ze het huis uit gaan en huil je wanneer ze dat ook effectief doen. Om maar te zeggen: het is altijd wel wat. Ook en zeker als je beslist hebt dat je een eerste, tweede of daaropvolgend kind wil. Als vrouw kan je daar dus niet níét mee bezig zijn, ook al doe je voor de buitenwereld en misschien zelfs je partner alsof. Zoals ik die zogezegd ‘even stretch’ wanneer ik na de seks met mijn benen in de lucht lig om die zaadcellen onderweg de juiste kant op te helpen. Verder ben ik er niet echt mee bezig, hoor.
Meer columns van Nele:
- ‘Ik moest al 580 vrouwen teleurstellen. Dat mochten er niet nog meer worden.’
- ‘Hoe vaak moet ik mezelf nog de vraag stellen of ik een tweede kindje wil?’
- ‘Het gevoel dat de hele wereld mag ontploffen, behalve zij en ik, is blijven hangen’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier