'Mijn kind was een vogeltje, dus ik ook.'
COLUMN: ‘Ik wist dat ik niet alleen moeder, maar ook een dier geworden was’
Nele is twee jaar geleden mama geworden en doet het daarom of desondanks nóg eens allemaal opnieuw! Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Over nestdrang
In de hoek van wat ooit onze woonkamer moet worden, had een vogel een nestje gemaakt. Ik ontdekte het toen ik op de werf van onze verbouwing stond en plots werd opgeschrikt door luid gekwetter. Gelokt door dat gekwetter kwam vanuit de tuin een vogeltje aangevlogen dat zichzelf met een worm in de snavel rechtstreeks parkeerde in de spouw van een muur. Voorzichtig kwam ik dichterbij, om te zien hoe dat vogeltje enkele schreeuwerige kuikens voedde. Met een open snaveltje piepten ze om eten, om daarna gewoon nog meer te vragen. Te eisen zelfs! Als vanzelf greep ik met mijn beide handen naar mijn buik, want ik wist dat de baby en mij binnenkort hetzelfde lot te wachten staat.
Zo is het de eerste keer alleszins gegaan. Mijn dochter was het kuiken dat ongedurig in het rond hapte, terwijl ze ongecontroleerd haar hoofdje schudde. Dat happende mondje was net zoals een snaveltje. Zij gedroeg zich als een diertje en ik wist dat ik niet alleen net moeder, maar ook een dier geworden was. Geen leeuwin, zoals veel andere moeders die alles zouden doen om hun welpje te beschermen. Zo zag ik mezelf niet. Mijn kind was een vogeltje, dus ik ook. Ik was een primitief, schreeuwlelijk ding dat met open snavel boven het bedelende bekje van haar kuiken hing om het zo te voeden en groot te trekken. En dat is me op een of andere manier dan toch gelukt. Net zoals dat vogeltje, overigens, want ondertussen zijn we een paar weken later en zijn de kuikens uitgevlogen. Wat achterblijft in die spouw is een minutieus gebouwd nestje. Exact het soort nestje dat ik wil bouwen voor mijn kleintje.
Ik verzamel babykleertjes, probeer ons huis en mijn hoofd op orde te krijgen en verspil een halve dag aan het poetsen van de koelkast.
Dus gedreven door nestdrang verzamel ik babykleertjes, probeer ik ons huidige huis en mijn hoofd op orde te krijgen en verspil ik een halve dag aan het poetsen van de koelkast. En alsof toeval niet bestaat, hebben we deze week in het nieuwe huis op de kamer die onze slaapkamer zal worden een kat gevonden die daar duidelijk zat te wachten om een stuk of zes kittens te droppen. Rechtstreeks vanuit de vagijn op de tapis-plain. Toen we dichter bij haar probeerden te komen, voelde ze zich in het nauw gedreven en schoot ze tussen onze benen door. Herkenbaar, vond ik dat. Want straks ben ik misschien opnieuw dat vogeltje, maar nu nog niet. Er hangt nog geen kleintje aan mijn borst en mijn onderkant is nog niet gemuteerd tot een cloaca. Voorlopig ben ik en blijf ik nog even die kat. Waggelend van kamer tot kamer, zoekend naar de juiste plek en vooral het juiste moment om te werpen. En ik ga ervan uit: wanneer ik me in het nauw gedreven voel, zal die baby ook wel tussen mijn benen door schieten.
Meer columns van Nele:
- ‘De eerste ontmoeting met mijn tweede kindje wordt een soort van blind date’
- ‘Er zijn nog geen geboortekaartjes, traktaties en meters of peters’
- ‘De tut is een quick fix die alles plots weer beter maakt. Voor haar, maar vooral voor ons.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier