'Het was het enige wat juist aanvoelde, ook al sliep ik niet.'
COLUMN: ‘Ik volgde die nacht mijn instinct en ik nam haar bij mij in bed’
Onze columniste Nele is terug, mét baby! Ze is nu 21 weken mama van een dochter. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap. En alles wat je misschien liever niet wil weten. Deze week heeft ze het over samen slapen.
Het was de derde nacht in het ziekenhuis. De eerste nacht dat de baby niet meer in een couveuse lag, maar in een co-sleeper. Zij sliep, ik was klaarwakker. Ik moest slapen om fit te zijn voor de komende 18 jaar, maar ik wilde niets van die eerste dagen en nachten missen. Ik wilde haar niet missen, ook al lag ze naast me.
En mijn instinct wilde meer: haar bij mij in bed nemen. Haar tegen me aan duwen en haar voelen van heel dichtbij, haar zoetige melkgeur inademen. Drie dagen eerder zat ze nog in me, dus het mocht wel even. Maar ik durfde niet, want wat als ik op haar zou rollen? Wat als ze onder het deken zou zakken? Wat als ze uit bed zou vallen? Wat als ze door die ene nacht nooit alleen zou willen slapen en ze op haar 18de nog bij mij aan de borst in slaap zou willen vallen?
Ik zocht redenen om het te rechtvaardigen. Voor mezelf, maar misschien nog meer voor anderen. Want dit is iets waar iedereen een mening over heeft. Ze was nog maar drie dagen oud! Ze was te klein om te verwennen! Ze lag daar zo verloren! Ze wilde het zelf! En op haar 18de drinkt ze vast liever Baccardi Breezers dan moedermelk! Ik volgde die nacht mijn instinct en ik nam haar bij mij in bed. Het was het enige wat juist aanvoelde, ook al sliep ik niet.
Ik zou zo’n moeder worden met tien kinderen in haar bed, die later allemaal alsnog gezond gehecht zouden zijn en perfect normale relaties zouden aangaan met anderen. Want wat als...? Maar ondertussen blijkt dat mijn baby ’s nachts soms wild in het rond slaat met al haar ledematen, dat ze luid prot en zelfs snurkt. En af en toe geeft ze terug in een straal van 30 centimeter rondom haar. Van dat alles wordt iedereen behalve zijzelf wakker.
Dat instinct is er nog. Dagelijks. Nachtelijks. Die drang om haar dicht bij mij te hebben. Maar de drang om een goede nachtrust te hebben, is er ook. Daarom slaapt ze in een co-sleeper en ligt ze dus niet ‘s nachts bij ons in bed, maar komt ze er ’s morgens bij. Op trage dagen. Als er niet meer geslapen, maar wel rustig wakker geworden wordt. Zij is op dat moment de enige die nog niet weet hoe bijzonder die momenten zijn. De enige zonder viezige ochtendadem. En de enige die op haar 18de nog steeds bij ons in bed mag komen liggen als ze dat wil. Al zal ze dan wel eerst haar tanden moeten poetsen.
Lees meer columns van Nele:
- ‘Constant heb ik het gevoel dat ik alles maar op halve kracht doe: half moederen, half werken’
- ‘Ik was nog niet aan het poortje van de crèche of ik werd al de moeder met de mental breakdown’
- ‘Een gevoel van fierheid overviel me. Zij kon overleven zonder mij! En ik zonder haar!’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier