Twee van Catherines jeugdvriendinnen deden in quarantaine aan gezinsuitbreiding.
COLUMN: ‘Terwijl ik er met moeite in slaagde om de cava te ontkurken, gaf zij haar baby gracieus de borst’
Redactrice Catherine houdt van haar lief, hotelbedden en ketchup. Tot de dag dat zelfspot een olympische discipline wordt, deelt ze hier elke week haar avonturen.
Reünie
Ik heb niet bepaald warme herinneringen overgehouden aan de lockdown. Een van de pluspunten van die deprimerende isolatieperiode is dat elk weerzien nu als een langverwachte reünie aanvoelt. Ik loop nog elke week mensen tegen het lijf die ik al maanden niet meer gezien heb, van kennissen op straat tot collega’s op de set. Sinds shooten voor Flair weer kan, maak ik er als moderedactrice mijn missie van om iedereen met wie ik vroeger gewerkt heb, opnieuw te boeken. Op die manier komen we niet alleen allemaal aan de bak, maar kunnen we ook bijkletsen.
Met vrienden is het net zo. Ik plan brunches, picknicks en andere outdooractiviteiten in per bubbel: mijn schoolvriendinnen, mijn Chirovriendinnen, mijn modevriendinnen, mijn tegen-één-uur-’s-nachts-bewusteloos-op- de-grondvriendinnen... Vorige week had ik een date met oude klasgenoten plus kersverse aanhang. Twee van mijn jeugdvriendinnen deden in quarantaine namelijk aan gezinsuitbreiding en brachten hun baby’s mee. L. heeft al
een dochter, die er in mei een broertje bijkreeg. Ze vertelde dat ze het gebrek aan ziekenhuisbezoek stiekem aangenaam vond, maar ook hoe opgelucht ze was toen haar oudste weer naar school mocht. De kleinste bleek in real life gelukkig even rustig als tijdens ons virtuele kraambezoek via Zoom.
Ook het dochtertje van N., dat in maart geboren werd, verstoorde onze middag niet. Ze sliep in een maxicosi terwijl haar broers door het gras rolden en N. van een welverdiende beker bubbels genoot. Het beeld bevestigde eens te meer dat moeders superhelden zijn. Hoewel ik op anderhalve kilometer van het park woon, nam ik uit pure luiheid de wagen, met het excuus dat ik nog drank moest oppikken. N. daarentegen legde meer dan twee keer die afstand af op een bakfiets, met drie kinderen! Ik kocht snel een pot hummus en wat crackers in de supermarkt, zij arriveerde met gevulde brooddozen en versgesneden fruit.
Alleen E. en ik bleven over, de kinderloze helft van de club. We keken elkaar aan en zeiden bijna simultaan:‘Ik ben hier nog niet klaar voor.’
Terwijl ik er met moeite in slaagde om de cava te ontkurken, gaf zij haar baby gracieus de borst en trachtte ondertussen ook nog eens een uit de hand gelopen broederruzie te ontmijnen – kind 1 had kind 2 met een plastic triceratops in het gezicht geslagen. Zodra dochterlief genoeg gedronken had, ontfermde N. zich over haar zoons, die elkaar nu met speelgoeddino’s bekogelden. ‘Er is maar een beetje bloed te zien’, riep N. ons lachend toe terwijl ze de bakfiets inlaadde en het weer op een trappen zette. De rest van het gezelschap zwaaide haar uit met opgetrokken wenkbrauwen en een mengeling van angst en ontzag in de ogen. Op dat moment werd de baby van L. schreeuwend wakker. ‘Ik moet naar huis om hem een flesje te geven’, verontschuldigde ze zich, en ze stopte het huilende bundeltje in haar draagzak.
Alleen E. en ik bleven over, de kinderloze helft van de club. We keken elkaar aan en zeiden bijna simultaan: ‘Ik ben hier nog niet klaar voor.’ Bij wijze van statement leegden we de fles lauwe schuimwijn en vroegen ons hardop af welke verrassingen het leven voor ons in petto zou hebben. Starend naar de wolken dacht ik aan vriendin X., die me twee weken eerder toevertrouwd had dat ze zwanger is. Wat de toekomst brengen zal, weet ik niet. Maar één ding staat vast: op de volgende reünie verwacht onze kliek een échte coronababy.
Meer columns van Catherine:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier