‘Ik ga dit toch ook laten testen op een nieuwe zwangerschap', zei de dokter nadat Nele tijdens een check-up bloed liet trekken.
COLUMN: ‘Als ik effectief zwanger was, betrof dat ineens de volgende onbevlekte ontvangenis’
Columniste Nele werd vorig jaar moeder. Hier vertelt ze alles wat je wil weten over dat moederschap: lichaamssappige verhalen van onvoorwaardelijke liefde, van snot tot natte prot.
Over een mindfuck
‘Ik ben vaak duizelig’, zei ik tegen de dokter. ‘En moe! Iedere namiddag heb ik een dip en begin ik te snoepen. Chocoladekoeken en zakken chips. Maar misschien heb ik dan gewoon honger?’ Ik probeer mijn psychosomatische klachten steeds op een logische manier zelf te verklaren of te weerleggen, opdat mijn dokter me er niet van kan verdenken psychosomatisch te zijn. ‘Ik voel me ook vaak opgezwollen, vooral aan mijn buik en borsten. Maar dat komt dan vast weer door die chocoladekoeken en zakken chips. Toch?’ De dokter hield het vers afgetapte staaltje bloed voor mijn neus en antwoordde: ‘Ik ga dit toch ook laten testen op een nieuwe zwangerschap.’
Ik schoot meteen in de lach. Luidop. Een nieuwe zwangerschap? Ha! Die oude zwangerschap leek nog maar een week geleden. Sterker nog: die hele week geleden was ik zo ongesteld als wat – denk: liters bloed – dus het was onmogelijk. Er zou geen fractie van het befaamde zwangerschapshormoon in mijn bloed te vinden zijn. ‘En toch...’ besloot de dokter. Met de lach der dwazen achter mijn mondmasker verstopt, verliet ik het dokterskabinet.
Zwanger? Wat een grap. Wij waren helemaal niet bezig met een nieuwe zwangerschap. Daar is zelfs geen sprake van geweest. Integendeel! Bovendien moet je seks hebben om zwanger te raken. Zonder anticonceptie en op het juiste moment. Allemaal voorwaarden waaraan wij niet of niet voldoende aan voldoen. Er kon dus ook geen sprake zijn van een zogenaamd ongelukje. Dat wist ik helemaal zeker. Dus als ik effectief zwanger was, betrof dat ineens de volgende onbevlekte ontvangenis. En zoveel krediet geef ik mijn baarmoeder nu ook weer niet. Nee, mijn bloed testen op die hormoontjes, dat zou echt tijdverspilling zijn.
Zal je zien dat ik degene ben die van dat beetje voorvocht zwanger wordt. Of van die keer dat ik op de toiletbril van het shoppingcenter ben gaan zitten.
Die gedachten schoten lukraak door mijn hoofd gedurende de volledige minuut die ik nodig had om naar mijn auto te stappen. En tegen de tijd dat ik mijn veiligheidsgordel vastklikte, de auto startte en de oprit afreed, was ik aan het uitrekenen in welke maand die hypothetische baby geboren zou worden en hoe oud mijn eerstgeborene en ik dan zouden zijn. Ik vroeg me ook af waar ik de doos met die superschattige kleine babykleding had opgeborgen. Goed, er was dan geen gelukkig ongelukje gebeurd, maar zal je zien dat ik degene ben die van dat beetje voorvocht zwanger wordt. Of van die keer dat ik op de toiletbril van het shoppingcenter ben gaan zitten omdat ik het niet meer kon ophouden, want mijn onderkant is nog niet helemaal bekomen van die eerste bevalling. Wat me dus niet enkel een tweede kind, maar ook zorgen baarde. We zouden het graag zien, maar dat zou dan een kind van inferieure kwaliteit worden, want hoeveel goeds kan dáárvan komen?
Bijna had ik al een lijstje met vijf jongens- en meisjesnamen, tot ik thuiskwam en recapituleerde: ik ging naar de dokter voor een check-up en kwam zwanger terug. Ik wist zeker dat dat onmogelijk was, maar toch waren er ondanks sluitende bewijzen maar twee minuten nodig om me van het tegendeel te overtuigen. Ineens kreeg ik zelfs last van ochtendmisselijkheid, terwijl het laat in de namiddag was. Een verloren gewaande zwangerschapstest moest die mindfuck een halt toeroepen: niet zwanger. Ha! Na al die staalharde feiten en dit avontuur rest me nog slechts één vraag: wil ik eigenlijk nog een kindje, of niet?
Lees meer columns van Nele:
- ‘Ik ben niet langer het voorwerp van mijn dochters affectie. Haar vader is dat wel.’
- ‘Ik heb het jammerlijke gevoel dat ik al te laat ben met een opvoedplan’
- ‘Mijn baarmoeder is alweer klaar voor een volgende bevruchting, ik nog niet’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier