'Er zijn nog steeds meisjes die zichzelf niet slim genoeg vinden voor een wetenschappelijke studierichting. Ongelooflijk, toch? Dat eeuwenoude idee moet eruit.'
30 onder de 30: Hannelore Bové: ‘Mensen vinden wetenschap vaak saai, terwijl die best sexy kan zijn’
Bij Flair houden we van vrouwen die dingen in beweging zetten, die durven, die springen, die tegen de schenen durven te schoppen en die ons inspireren tot grootse dingen. Dertig weken lang laten we elke week een markante jonge vrouw aan het woord. Deze week aan de beurt: Hannelore Bové.
Meet Hannelore
- Op 4 september 1990 geboren in Neerpelt.
- Behaalde in 2013 een masterdiploma in biomedische wetenschappen met specialisatie in bio-elektronica en nanotechnologie aan UHasselt.
- Werd vier jaar later doctor in de biomedische wetenschappen aan UHasselt en doctor in bio-ingenieurswetenschappen aan KU Leuven.
- Was een van de vijf laureaten voor de titel New Scientist Wetenschapstalent 2018 en voor EOS Pipet 2019, twee prijzen die getalenteerde jonge onderzoekers bekronen.
- Stond vorig jaar op de ‘30 under 30’-lijst van het magazine Forbes als een van de meest beloftevolle Europese onderzoekers in de gezondheidswetenschappen.
- Is op Twitter te volgen via @hannelore_bove.
Als kind vroeg ze Sinterklaas niet om rolschaatsen of stripverhalen, maar wel om een microscoop. ‘Om regenwormen onder te leggen en te analyseren’, lacht Hannelore Bové. De Neerpeltse was amper twaalf jaar toen ze bewust voor de studierichting techniek-wetenschappen koos in het technisch secundair onderwijs. Door haar ouders werd ze voor de volle honderd procent gesteund, maar haar omgeving kon maar niet vatten waarom ze niet gewoon naar het algemeen secundair onderwijs ging. ‘Indertijd was het aso de heilige graal. Als je naar het tso of bso ging, was dat echt het einde van de wereld.’ Toch hield Hannelore voet bij stuk. Meer nog: toen ze afgestudeerd was aan de middelbare school, schreef ze zich in aan de universiteit van Hasselt om er biomedische wetenschappen te studeren. Vandaag is Hannelore postdoctoraal onderzoeker en is ze verbonden aan het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen (FWO). In 2013 behaalde ze een master in biomedische wetenschappen met specialisatie in bio-electronica en nanotechnologie. Sinds 2017 mag ze zich doctor in de biomedische en bio-ingenieurswetenschappen noemen.
Tijdens haar doctoraat ontwikkelde Hannelore twee nieuwe gepatenteerde technieken die het voor het eerst mogelijk maakten om roetdeeltjes in het menselijk lichaam op te sporen. Een ver-van-mijn-bedshow, zeg je? Niet echt. Roet ontstaat immers bij de onvolledige verbranding van koolstofhoudende brandstoffen als hout, diesel en benzine. Het maakt onderdeel uit van fijn stof, wat de oorzaak is van talloze gezondheidsproblemen als hoofdpijn en kortademigheid, maar ook permanente longschade, vroeggeboorten, hart- en vaatziekten en hersenaandoeningen als dementie. Wereldwijd veroorzaakt luchtvervuiling jaarlijks 4,2 miljoen vroegtijdige doden. In Europa alleen al sterven elk jaar 400.000 mensen voortijdig aan de gevolgen van luchtverontreiniging, van wie 10.000 in België. Dankzij Hannelores werk kan ze – en wetenschappers van over de hele wereld samen met haar – toxicologisch onderzoek verrichten naar het effect van roet op onze gezondheid. Toch maar goed dat ze zich al die jaren geleden niet heeft laten overtuigen om voor het aso te kiezen.
‘Er is niets mis met het aso. Ik wist gewoon al op vroege leeftijd dat het niets voor mij was. In de basisschool was ik geen crack in talen, dus leek het me niet meer dan logisch om voor een wetenschappelijke richting te kiezen. Bovendien ben ik heel praktisch ingesteld. Theoretische begrippen uit het hoofd leren was niet mijn ding. In het tso leer je al doende. Ik geloof er nog altijd heel sterk in dat jongeren dingen beter onthouden en begrijpen als ze het eerst gezien of gedaan hebben. Het tso wordt nog steeds als minderwaardig beschouwd, terwijl dat absoluut niet zo is. Het heeft me leren experimenteren en kritisch leren denken. Dat zijn vaardigheden die me nog elke dag van pas komen als wetenschapper.
Je ging van het tso naar de ‘30 under 30’-lijst van het magazine Forbes. Je werd ook genomineerd voor de titels New Scientist Wetenschapstalent 2018 en EOS Pipet 2019. Wat doet die erkenning met je?
‘Het is uiteraard heel fijn om erkenning te krijgen voor al mijn harde werk. Tegelijkertijd is het heel onwezenlijk, gezien het traject dat ik heb afgelegd. Toch blijf ik met beide voeten op de grond. Ik heb evengoed collega’s die fantastisch werk verrichten en daar niet voor beloond te worden. Maar ik zal niet ontkennen dat het motiverend werkt (lacht). Door de lijst van Forbes werd ons onderzoek ook internationaal opgepikt, zowel door de pers als door andere onderzoeksgroepen die onze technologie willen gebruiken. Dat is natuurlijk mooi meegenomen.’
Vrouwelijke wetenschappers zijn dun gezaaid. Vandaag bestaan de klassen in wetenschappelijke richtingen van de derde graad in het secundair onderwijs maar voor 31 % uit meisjes. Hoe komt het toch dat STEM (Science, Technology, Engineering and Mathematics) anno 2020 nog steeds zo’n mannelijke stempel met zich meedraagt?
‘Ik denk dat dat evolutionair zo gegroeid is. Dat eeuwenoude idee zit er bij de mensen ingebakken. Om dat de wereld uit te helpen, geef ik vaak lezingen in basisscholen waarmee ik jongeren – en dan vooral meisjes – warm wil maken voor STEM-richtingen. Dat dat nodig is, werd onlangs nog maar eens bewezen toen een meisje na een lezing naar me toe kwam en zei dat ik een coole job had, maar dat STEM eerder voor haar broertje weggelegd was omdat ze zichzelf niet slim genoeg achtte. Ongelooflijk, toch? Ik hoop dat die misvatting snel verleden tijd is en ben ervan overtuigd dat rolmodellen daar een heel belangrijke rol in kunnen spelen. Aan het eind van zo’n lezing is het altijd bijzonder fijn om te zien dat leerlingen plots wél enthousiast zijn over STEM. Wetenschap wordt nog te vaak beschouwd als saai, terwijl die best sexy kan zijn (lacht).’
Tot slot: wie is jóúw rolmodel?
‘Ik heb niet één rolmodel, maar bewonder sterke vrouwen in de wetenschappelijke wereld in het algemeen. Een voorbeeld daarvan is Lea Ooms, die mijn chemieleerkracht was in het Sint-Maria Instituut in Neerpelt. Zij was ook mijn klastitularis en heeft me gemotiveerd om mijn kans te wagen aan de universiteit. Dat is niet vanzelfsprekend als je afstudeert in het tso. Maar evengoed bewonder ik vrouwelijke collega’s die heel goed zijn in het combineren van hun gezin met hun professionele carrière. Nu ik sinds kort zelf moeder ben, weet ik wat voor uitdaging dat is.’
Waarom Hannelore?
Chef reportage Elisabeth: ‘Uiteraard veel lof voor het professionele traject dat Hannelore heeft afgelegd. Maar nog veel meer ontzag voor de manier waarop, want tegen de stroom in zwemmen is nooit evident. Niet als tiener, niet als vrouw en niet als wetenschapster.’
Welke vrouw onder de 30 maakt voor jou het verschil? Mail de jury je kandidaat mét korte motivatie op 30@flair.be.
Nog meer markante vrouwen onder de 30:
- Christina De Witte: ‘Chrostin is de bold versie van Christina die ik ooit in het echte leven hoop te zijn’
- Romy Schlimbach: ‘Als iemand mij had gezegd: “Verdomme Romy, jij bent wél mooi”, had dat een wereld van verschil gemaakt’
- Jeny Bonsenge: ‘Er is maar één persoon nodig om je te vertellen dat je belangrijk bent, opdat je zou durven’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier