Zolang mama en baby maar gelukkig zijn, toch?
De borst of de fles? 6 nieuwe mama’s tonen dat het helemaal niet uitmaakt
‘Geef jij de borst of de fles?’ Er is geen vraag die gevoeliger ligt voor een nieuwe mama. Maar waar je ook voor kiest: je bent een even goede mama. Eerlijk? Wij zijn de discussie een beetje beu. Daarom fotografeerden wij, naar aanleiding van de Internationale Week van de Borstvoeding (van 1 tot 7 augustus), nieuwe mama’s in dezelfde setting om aan te tonen dat de borst of de fles geven een even mooi en een even ontroerend plaatje oplevert.
Elien (29) geeft flesvoeding aan zoontje Boaz (4 maanden) nadat ze borstvoeding had geprobeerd.
© Ellen Van den Bouwhuysen
‘Mijn zoontje Nias (bijna 3) heb ik 16 dagen lang borstvoeding gegeven. Tot de kloven zo erg waren dat er bloed en etter uit liep… Op den duur keek ik constant op de klok: oh nee, binnen een half uur moet hij alweer eten. En ik begon te huilen. Toen ben ik overgestapt op flesvoeding. Eigenlijk wist ik diep vanbinnen wel dat borstvoeden niet echt mijn ding zou zijn: het idee dat ik in de zomer buitenshuis borstvoeding zou moeten geven… dat voelde alsof ik in het openbaar de helft van mijn kleren moest uittrekken. Maar ergens is de verwachting toch dat je als mama borstvoeding moet geven. De vraag is altijd: Ga je borstvoeding geven? Niet: Wil je de borst of de fles geven? Dat impliceert al dat je eigenlijk geen keuze hebt. Daarom koos ik ervoor om het op z’n minst toch te proberen. Zo kon ik mezelf achteraf niets verwijten. Maar als het niet lukte, was dat ook maar zo. Ik zou me daar niet slecht bij voelen.’
‘Bij zwangerschap twee heb ik lang getwijfeld. Maar misschien liep het deze keer wel vlot? Mensen bleven me ook zeggen dat de tweede keer niet automatisch even slecht zou gaan als de eerste keer. Ik liet niets aan het toeval over: ik kocht mooie borstvoedingsbeha’s, kleding waarin ik gemakkelijk kon voeden, en liet – toen Boaz geboren was – voor elk voedingsmoment een vroedvrouw aanrukken om zeker te zijn dat ik hem correct aanlegde. Maar na een halve dag was het al zover: kloven, waar zelfs de vroedvrouw van schrok. En hier keek ik al dag twee op de klok: bang weer voor de voedingen. Ook Boaz was onrustig en gefrustreerd: hij kreeg natuurlijk niet genoeg melk binnen. Op dag drie, net voor het bezoekuur, crashte ik. Ik ben nog in het ziekenhuis overgestapt op flesjes. Een beslissing waar ik tot vandaag geen spijt van heb. Nu besef ik: ja, ik wilde het proberen, maar heb ik dat eigenlijk ooit echt voor mezelf gedaan? Ook Boaz leek meteen een ander kind toen de stress van het borstvoeden wegviel: veel rustiger en contenter. Hij groeit als een kool en is amper ziek. Had ik maar eerder beseft dat een flesje evengoed een optie was als mijn borst.’
Hanne (29) kolfde tot 10 keer per dag af om zoon Lio (4 maanden), prematuur geboren, te voeden met borstmelk.
© Ellen Van den Bouwhuysen
‘Lio kwam 5 weken te vroeg ter wereld. Ik had een soort zwangerschapsvergiftiging, waardoor hij op 35 weken ineens geboren moest worden. We hadden zelfs nog niet beslist over z’n naam! (lacht) Ik werd ingeleid en vijf uur later was hij er. Ons stukje geluk van 42,5 cm en 2,38 kilo. Alles was oké, maar hij moest wel twee weken op neonatologie blijven. Het was altijd duidelijk voor mij: ik wilde absoluut borstvoeding geven. Het leek mij niet alleen gemakkelijker, maar ook de beste optie voor hem. Heel de familie heeft ook borstvoeding gegeven – mijn nichten, mijn mama – dus het voelde heel logisch.’
‘Lio’s zuigreflex was door zijn vroeggeboorte nog niet goed ontwikkeld. Mijn melkproductie kwam gelukkig direct goed op gang, maar ik heb twee weken lang tien keer per dag, een half uur per keer, afgekolfd. Zo kon hij via een sonde, en een beetje met een flesje, mijn moedermelk binnenkrijgen. Dat kolven is vreselijk: dat zuigende geluid, die twee dingen op je borst die de melk uit je sleuren … Je voelt je echt een melkmachine. Zeker als je net bevallen bent en je je zoon zelf niet kan aanleggen. Na tien dagen zat ik diep. Ik had koorts, voelde me slecht, was op. Toen ik met mijn mama belde, zei ze meteen: “Stop dan toch!” Maar dat werkte averechts bij mij. En net toen dronk Lio voor het eerst zelfstandig een volledig flesje melk op. Ik kreeg weer moed en zette door. Nu is Lio 4 maanden en drinkt hij zonder problemen aan de borst. Voor mij bestaat er niets mooiers. En ik ben ongelofelijk trots op mezelf dat ik het heb volgehouden ... want nee, het was geen gemakkelijke weg.’
‘Een goede vroedvrouw is essentieel, denk ik. In alles hielp ze en gaf ze tips, soms heel banaal. Zo raadde ze aan een kompres in de diepvries te leggen voor op mijn borst. Dat hielp bij stuwing of pijn. Ik kweekte dankzij haar alleszins meer zelfvertrouwen om te blijven doorgaan. Ik ga nu voor de zes maanden. We zijn nu al zover, en ik wil hem de best mogelijke start geven. Ik heb toch al het gevoel dat zijn vroeggeboorte voor een deel mijn schuld was. Omdat ik complicaties had. Dat speelt zeker mee in mijn overtuiging om hem borstvoeding te geven. Maar het blijft ook voelen als een magisch momentje. Als hij aan m’n borst ligt en in mijn ogen kijkt… Ik voel hem ontspannen, voel mezelf ontspannen. Een overweldigend moment van rust en verbondenheid voor ons twee. Vaak met “Blind Getrouwd Australië” op tv op de achtergrond. (lacht)’
Emiel (3 maanden) krijgt flesjes van zijn mama Eva (29) en is daar absoluut gelukkig mee.
© Ellen Van den Bouwhuysen
‘Ik ben een natuurmens, ik woon op de boerenbuiten: ik was er op voorhand dan ook van overtuigd dat ik borstvoeding zou geven. Iedereen in je omgeving, van dokters tot familie, benadrukt ook altijd dat borstvoeding het beste is voor je kind: die druk voel je wel als mama. Maar toen Emiel er was, bleek het toch moeilijker dan gedacht. Emiel was en is een heel gulzige eter, op dag drie lagen mijn tepels volledig open. Ik heb drie weken verder gedaan met tepelhoedjes, maar kreeg dan nog te kampen met drie zware borstontstekingen. Op den duur kon ik Emiel zelfs niet meer vasthouden door de koorts en de pijn. Tot mijn vriend aan de alarmbel trok: “Eva, je bent jezelf niet meer, ik zou eens goed nadenken of dit wel het beste is, voor jou én voor Emiel.” Dat was voor mij de wake-upcall.’
‘Ik was in het begin enorm teleurgesteld. Ik voelde me gefaald. Borstvoeding is iets natuurlijk, waar je “als vrouw voor gemaakt bent”, en dan lukt dat niet bij jou … Godzijdank voor mijn vroedvrouw. Zij gaf zelf aan: “Eva, dit gaat niet meer. Je moet aan jezelf denken.” Een andere reden waarom ik het moeilijk vond om te stoppen, was dat ik bang was dat het magische eetmomentje zou verdwijnen. Maar ik had het mis. Telkens wanneer ik Emiel eten geef en hij me recht in de ogen kijkt, smelt mijn hart evenzeer. Elke keer opnieuw. En nu denk ik: Stom dat ik daar zo lang tegen gevochten heb.’
‘Ik voel wel dat dit een onderwerp is waar iedereen een mening over heeft. Onlangs gingen we met ons drietjes ontbijten en gaf ik Emiel een flesje. Ik hoorde een vrouw naast me fluisteren: “Kijk, zij geeft geen borstvoeding, maar de fles.” Ik voelde me instant aangevallen, een slechte mama. Terwijl die mensen me totaal niet kennen, ons verhaal niet kennen. En dan nog: zelfs al had ik gewoon van in het begin beslist dat ik geen borstvoeding wilde geven, moesten zij daar toch ook geen oordeel over vellen? En had ik op dat moment borstvoeding gegeven, kwam er misschien ook een opmerking dat het ‘niet gepast was’. Moest iedereen ons nu eens gewoon ons eigen ding laten doen! (lacht) Als ik heel eerlijk ben, zou ik het vroeger misschien ook niet begrepen hebben dat iemand voor flesjes kiest. Stilletjes veroordeeld hebben. Nu ik zelf in die positie sta, besef ik pas hoe stom dat was. Je kan niet weten waarom een mama iets beslist als je niet in haar schoenen hebt gestaan.’
Sarah (28) geeft Sébastien (3 maanden) borstvoeding en hoopt de zes maanden te halen.
© Ellen Van den Bouwhuysen
‘Ik ben helemaal pro borstvoeding, zolang mama en baby daar volledig happy mee zijn. Ik wilde het dus zeker proberen, zeker die eerste paar, belangrijke weken. Het liep bij mij bijna als vanzelf, Sebje sliep ’s nachts snel door, en ik heb totaal geen gêne om hem in het openbaar te voeden. Waarom zou ik het dan niet nog doen? Sebje is de meest tevreden, goede gevoede baby, die op elk moment van de dag zou kunnen drinken. (lacht) Borstvoeding is ook meer dan voeding: het is een slokje warmte, een slokje troost. Ik probeer hem zoveel mogelijk op vraag te voeden, er zijn dan ook momenten – als er een groeispurtje zit aan te komen – dat hij wat hongerig en huilerig is, dat hij ook letterlijk het grootste deel van de dag aan mijn borsten ligt. Ik heb een app die bijhoudt wanneer ik hem voed, dat is dan wel even confronterend! Anderzijds vind ik het net mooi om te zien hoe goed de natuur dat allemaal regelt: het feit dat hij meer aan mijn borsten drinkt, zorgt ervoor dat je borsten elke keer een signaal krijgen, zodat je melkproductie mooi op peil blijft zodat je aan zijn grotere nood kan voldoen.’
‘Ik zou nu heel graag voor de zes maanden gaan. Dat is zowat de gouden standaard, én langer borstvoeding geven zou ook grote gezondheidsvoordelen hebben voor de mama. Zo zouden vrouwen die hun kinderen langere tijd borstvoeden, een kleinere kans lopen om borstkanker te ontwikkelen dan vrouwen die geen borstvoeding geven. En hoe langer, hoe beter beschermd. Ik wist dat zelf niet, maar mijn gynaecoloog vertelde mij dat. Mijn mama en oma hebben allebei borstkanker gehad. De kans is dus groot dat er toch wat familiale aanleg is om de ziekte ooit te krijgen. Als ik mijn zoon het beste kan geven en tegelijkertijd mezelf beter kan beschermen, is het echt een win-win, toch?’
‘Pas op, dat betekent niet dat het allemaal eenvoudig is gegaan. Borstvoeding geven doet niet echt deugd in het begin. Het is eventjes doorbijten. Door de oxytocine die vrijkomt als je voedt, trekt je baarmoeder ook feller samen. Het voordeel is dat je baarmoeder sneller weer krimpt, maar ik voelde dat ook heel goed, wat een beetje ongemak geeft. En ook als je borstvoeding geeft, krijg je commentaar. Voed je niet te veel? Doe je het wel volgens het boekje? Terwijl ik net het gevoel heb dat je dat zelf het beste aanvoelt. Ook de combinatie met werken is zoeken naar een evenwicht: probeer maar eens vijf keer per dag te kolven op je werk! Daarom dat het zo belangrijk is dat je zelf overtuigd bent als je eraan begint. Als je het niet doet uit jezelf, maar door druk van anderen, kan het een lijdensweg worden voor jou en je kind.’
Rien (24) geeft dochter Maud (11 weken) flesjes nadat ze de eerste 6 weken borstvoeding gaf.
© Ellen Van den Bouwhuysen
‘Ik werd op 8 mei 2019 voor de eerste keer mama van een prachtige dochter, Maud. Ik was vanaf het begin vastberaden dat ik borstvoeding zou geven. Wat is er dan ook beter dan moedermelk voor zo’n klein zwijntje? Toen Maud voor de eerste keer moest drinken, hapte ze direct super goed aan, en ik was ongelofelijk trots. Mijn melkproductie kwam ook goed op gang, dus ik was ervan overtuigd dat ik dit ging blijven doen tot ik weer zou gaan werken.’
‘Wat ik totaal niet in mezelf had gezien en nooit had kunnen voorspellen, was hoe beschaamd ik me voelde als ik in het openbaar moest voeden. Op een terras gaan zitten en mijn borst uithalen: hoewel ik op voorhand dacht dat ik dat de normaalste zaak ter wereld zou vinden, ging het gewoon niet. Ik had te veel gêne, waardoor ik al stress kreeg als ik wist dat we weg moesten. Naar waar gingen we, zou Maud dan moeten drinken, hoeveel zou ze moeten drinken, enzovoort. En dan moest ik ervoor zorgen dat ik genoeg kon afkolven om haar te voorzien van drinken. Of ik sloot me op thuis, omdat dat me gewoon eenvoudiger leek.’
‘Rond haar 4 weken kreeg Maud een groeispurt, waardoor ze ineens elk uur wilde drinken. Ondanks een tepelhoedje deden mijn tepels ongelofelijk veel pijn. Ik sliep ook amper. Tel daarbij dat we midden in een verbouwing zitten, en je snapt wel dat ik het moeilijk had. Ik voelde mezelf steeds minder energie krijgen. Op dat moment heb ik voor mezelf de beslissing genomen om over te schakelen naar flesjes. Het beste van mijn moedermelk, die eerste paar weken, had ze toch gehad. Ik heb écht proberen te genieten van die laatste keren borstvoeding, want ik vond het wel een zalig, intiem moment. Alleen valt het dus niet te onderschatten. Ik voelde me ook wat schuldig: Maud dronk zo goed en was zo content aan mijn borst en ik nam haar dat weg. Maar ik voelde meteen dat het de juiste beslissing was. Want het was alsof er een immense last van mijn schouders viel. En Maud blijft het gewoon super goed doen, dat is het belangrijkste, toch?’
Emily (25) gaf haar eerste zoon flesjes, maar koos bij de tweede, Arthur (3,5 maanden), bewust wél voor borstvoeding.
© Ellen Van den Bouwhuysen
‘Eigenlijk wilde ik ook bij mijn oudste zoon Lowie borstvoeding geven, maar het werd een heel hectische, moeilijk bevalling. Ik heb daar 18 uur gelegen voor hij kwam en was te uitgeput om met borstvoeding te beginnen. Ik koos dus voor flesjes. Intussen werk ik in de kinderopvang en mijn bazin is heel erg into borstvoeding. Ook een aantal vriendinnen van mij geven borstvoeding aan hun kinderen. Ik heb er met hen veel over gesproken en merkte dat het bij iedereen anders loopt. Soms makkelijk, soms moeilijk. Het enige waar ik zeker van was, is dat je er 100 procent zelf moet achterstaan en met volle moed moet aan beginnen. Want als je stress hebt, vergemakkelijkt dat de situatie voor jou en je kind zeker niet.’
‘Arthurs bevalling ging makkelijker. Ook de borstvoeding verliep direct super goed. Ik doe het ook echt graag. Dat contact, het intieme … Bij een flesje is dat ook wel, maar het gevoel is toch anders: omdat het huid op huid is misschien? Ik heb nu beide gedaan en kan niet zeggen dit is beter of dat is beter. Het enige wat ik wel voel is dat de band met mijn baby met borstvoeding heel intens is, omdat elke voeding een moment van ons twee is. Ik zie hem letterlijk genieten van de warmte van mama. Het helpt ook voor je zelfvertrouwen als mama: is hij even onrustig, leg ik hem aan en kalmeert hij. Ik vind het ook makkelijk. Als we in de file staan of hij begint ergens te wenen, hop, pak ik hem op en kan hem eten geven. Nu zijn flesjes ook al op kamertemperatuur blijkbaar, maar in de tijd van Lowie moest ik die nog opwarmen. Mijn borsten heb ik altijd bij me, een microgolf niet.’
‘Ik heb wel een verschil gezien in die vijf jaar. Bij Lowie had ik niet het gevoel dat borstvoeding zo gepromoot werd, vanuit het ziekenhuis of de vroedvrouwen. Nu lag daar veel meer nadruk op. Ik ben in een borstvoedingsvriendelijk ziekenhuis bevallen: overal zie je de affiches, en ook de vroedvrouwen geven een duwtje om het zeker te proberen. Op zich vond ik dat niet erg, want ik wilde het echt, maar ik kan me voorstellen dat dit voor andere mama’s veel druk met zich kan meebrengen. Ik wist al: lukt het niet, dan wordt hij ook wel groot op flesjes. Dat is met zijn broertje ook perfect gelukt. Al kan ik wel getuigen dat je lichaam inderdaad sneller herstelt dankzij borstvoeding!’
‘Ik heb in het begin gekolfd. De bedoeling was ook dat mijn vriend Arthur regelmatig een flesje kon geven. Maar voorlopig weigert meneertje elke vorm van flesje of speen. Zelfs een tutje wil hij niet, de koppigaard. Tot grote teleurstelling van mijn vriend als hij hem de fles aanbiedt. (lacht) Je ziet gewoon aan Arthurs gezicht: Wat willen jullie mij hier geven? Voorlopig is dat allemaal niet zo erg, maar ooit moet ik hem wel uit handen geven natuurlijk. In september ga ik weer werken, en ik doe hem bewust naar een andere kinderopvang dan die waar ik werk. Zo kan ik me makkelijker op de andere kindjes concentreren. Het wordt dus nog wel even uitvogelen hoe ik die overgang moet maken. Hopelijk wordt dat geen al te erge strijd, maar ik ben ervan overtuigd dat ons dat ook wel weer zal lukken.’
[td_smart_list_end]
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier