We doen allemaal ons best om alles vanonder fris te houden, maar dat is soms niet genoeg. Integendeel! Wij gingen op consultatie bij de gynaecoloog en presenteren je: de basiskennis voor een gezonde vagina. Beter voorkomen dan genezen, toch?
1. Zeep helpt het om zeep
Handig: een vagina is zelfreinigend. Toch is de verleiding om met allerlei zeepjes en geurende doekjes aan de slag te gaan groot. Als er op de verpakking ‘intieme verzorging’ staat en het ook nog eens van bij de apotheek komt, zal het wel goed zijn voor je vagina. En als je die producten af en toe gebruikt, zal dat ook zeker geen kwaad kunnen. Maar: het is niet nodig. Je vagina heeft een zekere zuurtegraad en bij veelvuldig gebruik van zulke producten wordt die zuurtegraad verstoord, wat het risico op vaginale schimmelinfecties en andere vaginale kwaaltjes vergroot. Het beste product om je vagina schoon te houden? Water. En dan liefst nog lauwwarm. In dat opzicht is het misschien wel leuk om in bad te liggen weken, maar ook daar is enige zuinigheid aangeraden. Het is niet de bedoeling dat je vagina tweemaal per dag ligt te dobberen tussen bruisballen. Onthoud ook dat je vagina niet naar bloemblaadjes hoeft te ruiken. In dit geval geldt: hoe natuurlijker, hoe beter.
2. Een kruis door inlegkruisjes
Elke vrouw heeft dagelijks last van witverlies, en het gebruik van inlegkruisjes lijkt dan een aangename oplossing. Het kan best vervelend zijn om met een ‘vuile’ onderbroek rond te lopen. Met zo’n inlegkruisje blijft je ondergoed schoon en jij voelt je veiliger. Maar de kans op jeuk en irritatie en andere ongemakken vergroot wel, omdat ze het gebied rond de vagina kunnen verstikken. Gebruik ze daarom het liefst alleen voor en na de menstruatie. Kan je toch echt niet zonder op dagelijkse basis, probeer dan vooral ’s nachts die inlegkruisjes niet te gebruiken en vermijd geparfumeerde exemplaren, want die geurstoffen kunnen je vagina nog meer irriteren.
3. Katoen? Doen!
Je ondergoed mag dan nog zo mooi zijn, als het van een synthetische stof is, is het niet zo vriendelijk voor je vagina. Die stoffen nemen namelijk moeilijk vocht op, waardoor er een broeihaardje voor schimmelinfecties en andere ongemakken kan ontstaan. Ademend, katoenen ondergoed is daarom de betere optie. Nog beter is om ’s nachts geen ondergoed te dragen, zodat je vagina kan ademen.
Een lossere broek = letterlijk wat meer ‘ademruimte’ voor je vagina
4. Te strak is ook niet goed
De skinny jeans verliezen langzaamaan aan populariteit, en dat is maar goed ook. Te strakke broeken kunnen namelijk nogal eens last veroorzaken in die broek. Het is niet zo dat je per definitie een vaginale infectie krijgt als je vaak een strakke broek draagt. Maar toch: als je wel regelmatig last hebt van terugkerende schimmelinfecties, wissel je een te strak model het best in voor een lossere broek. Het is niet alleen comfortabeler, maar het geeft ook letterlijk wat meer ‘ademruimte‘ aan je vagina.
5. De duur van de kuur
Het is mogelijk dat je antibiotica of een ander geneesmiddel moet nemen om een vaginale kwaal te genezen. In dat geval is het belangrijk dat je die kuur helemaal afmaakt, ook als je geen klachten meer hebt. Je hebt misschien geen symptomen meer, maar dat betekent niet dat de infectie daarom ook helemaal verdwenen is. Als je dan de kuur vroegtijdig stopt, kan de infectie weer terugkomen. Bovendien kan je immuun worden voor de medicatie als je te vroeg stopt met de kuur. Een vaginale klacht zal daarna niet alleen moeilijker te behandelen zijn, maar ook andere ziektes kunnen moeilijker te genezen worden.
6. Als het kriebelt moet je niet sporten
Sporten is goed. Maar: na het sporten nog lang in je bezwete of natte kleding blijven rondlopen is niet goed. Warme, vochtige omgevingen zijn namelijk de ideale broeihaard voor schimmelinfecties. Het geeft micro-organismen de kans om welig te tieren en zo kunnen ze uiteindelijk een infectie veroorzaken. Ga dus na het sporten nog één keer voor de korte pijn en kleed je om of was je even.
7. Schoon spelen
Seksspeeltjes zijn er voor je plezier, maar de lol is er snel af als je weet dat die speeltjes ook bacteriehaarden kunnen zijn. Als je ze niet goed reinigt, tenminste. Als je bijvoorbeeld een vibrator hebt gebruikt terwijl je een vaginale infectie hebt en die vibrator daarna niet goed reinigt, kan je jezelf blijven besmetten met die infectie. Het is voldoende om het speeltje grondig af te spoelen en te drogen met een handdoek, al zijn er ook speciale wasmiddeltjes verkrijgbaar om speeltjes schoon te houden.
Plassen na de seks voorkomt blaasontstekingen! En oh ja: vrij veilig en verantwoord. Sowieso.
8. Schoon na de seks
In films en op televisie doet niemand het, maar het is wel aangeraden om je intieme zone na een vrijpartij even op te frissen. Na de seks kunnen er speeksel of andere lichaamssappen of restanten van glijmiddel achterblijven, en die kunnen voor infecties zorgen. Als je niet na elke vrijpartij onder de douche wil kruipen, kan je je zeker ook behelpen met intieme doekjes die je naast het bed of in de badkamer legt. Daarbij geldt ook weer: reinig de zone rond de vagina met zulke doekjes, maar ga er niet mee in de vagina. Zo zal de zuurtegraad weer verstoord worden en sta je nog niet verder. Ook belangrijk: plassen na de seks voorkomt blaasontstekingen! En oh ja: vrij veilig en verantwoord. Sowieso.
9. Scheer je niet te schoon
Er zijn veel manieren om je intieme zone te ontharen, als je dat zou willen doen. Toch is het belangrijk om te weten dat schaamhaar wel degelijk een functie heeft. Het beschermt de vagina tegen bacteriën, gisten en virussen. Allemaal dingen die kunnen leiden tot infecties als het gewicht verloren gaat. Bovendien kunnen groeiende jeukende stoppeltjes je vagina irriteren wanneer ze de hele dag tegen je slip schuren. Veel onthaarmethodes zijn agressief en laten je achter met kleine irritaties of wondjes. Kies daarom voor een methode die niet te agressief is voor je huid. Dat is voor iedereen anders, doorgaans is scheren de mildste. Als je een scheermesje gebruikt, maak je het na gebruik ook best grondig weer schoon en droog. Scheren geeft uiteraard wel snel stoppels. Waxen (als je het aankan) is een duurzamere oplossing.
10. Tampontijd
Wissel een tampon wanneer hij verzadigd is, of na maximaal acht uur. Het komt niet vaak voor, maar je loopt het risico op toxischeshocksyndroom als je een tampon te lang laat zitten. In het begin van je maandstonden zal je waarschijnlijk om de drie à zes uur moeten wisselen. Is je tampon ‘vol’? Trek even aan het koordje om te testen. Zit hij vast, dan kan hij nog even blijven zitten. Komt hij bij zacht trekken al van zijn plaats, dan moet je hem vervangen. Gebruik geen te ‘zware’ tampons, maar versies aangepast aan de hevigheid van je maandstonden. Gebruik ook geen tampons als je je maandstonden nog niet/niet meer hebt, omdat hij al het vocht uit je vagina zal opnemen. Een tampon te vaak verwisselen kan op zich geen kwaad, maar kan je vagina wel irriteren. Gebruik geen tampons waar de verpakking af is, de kans op infecties is te groot. Laatste tip: was je handen niet alleen na het inbrengen, maar ook vóór het inbrengen van een tampon.
11. Harde hand? Hoeft niet
De huid rond de vaginale zone is erg gevoelig. Daar moet dan ook op een even gevoelige manier mee worden omgegaan. Ga die huid dus niet scrubben of te ruw wassen, want dat kan wondjes veroorzaken die dan weer ideaal zijn voor het ontstaan van infecties. Breng liever water aan en was je intieme zone rustig. Gebruik per wasbeurt een schoon, zacht washandje, of je handpalm.
Lees ook:
