Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Thomas Legrève

De actrice met Russische roots is vanaf vanavond weer te zien als Ella in het tweede seizoen van 'Over water'.

Evgenia Brendes: ‘Het is zo fijn dat ik in ““Over water”” gewoon een Vlaams meisje kan spelen’

Evgenia Brendes: met zo’n naam ben je bijna voorbestemd om op een podium terecht te komen, maar voor het tweede seizoen van ‘Over water’ stapte ze er met plezier even af.




Je had Evgenia Brendes vóór het eerste seizoen van ‘Over water’ nog nooit gezien? Dan ben je vermoedelijk geen theaterganger. Enkele maanden geleden werd de getalenteerde dame met Russische roots door haar collega’s van de Acteursgilde nog uitgeroepen tot beste theateractrice. Voor televisiekijkend Vlaanderen is Brendes echter Ella, de minnares/vriendin van John Beckers in ‘Over water’, de zoveelste straffe zondagavondserie op één. Laten we nog een paar dingen aan de beschrijving toevoegen: creatieve maker, geëngageerde madam, voormalig Belgisch kampioene latindance én gezellige gesprekspartner met wie je makkelijk meer dan een uur weg babbelt.

Je bent een rasechte theateractrice. Waarom heb je voor ‘Over water’ toch de overstap naar televisie gemaakt?

Evgenia: ‘Ik zie het niet als een overstap, meer als een zijstraatje. Ik wilde mijn horizon verbreden en ontdekken of televisie iets voor mij is of niet. Vanaf de eerste auditie had ik een heel goed gevoel bij de reeks. De tweede auditieronde was met Tom Dewispelaere (die John Beckers speelt, red.) als tegenspeler. Ik voelde meteen dat het goed klikte. Met Tom Lenaerts, de maker, had ik ook een klik, dus ik voelde na die auditie wel dat ze echt enthousiast waren over mij. Maar toen ze me vroegen, heb ik toch even moeten nadenken.’

Waarom?

‘Als debuutactrice meteen de minnares spelen is natuurlijk dubbel. Ella had ook veel vrijscènes. Daar heb ik een paar gesprekken over gevoerd met Tom Lenaerts en met Tom Dewispelaere. Achteraf is het niet voor niets gebleken dat ik erover nagedacht en gesproken heb, want ik merkte dat er bij de kijker toch iets getriggerd werd door die scènes (lacht). Mijn Facebook is totaal ontploft, ik kreeg brieven... Terwijl ik die naaktscènes eigenlijk net heel goed vond meevallen. Ik had ze explicieter verwacht.’

© Thomas Legrève

Ik kan me voorstellen dat zo’n stomende vrijscène opnemen een ongemakkelijk gedoe kan zijn.

‘Inderdaad. Maar ik merkte dat Tom bij sommige scènes dezelfde stress en onzekerheid had als ik, waardoor we er samen met humor en zelfrelativering mee konden omgaan. Ik had er op voorhand ook heel goede gesprekken over met de regisseurs, de schrijvers en mijn tegenspeler. Alles was helder en uitgeklaard voor we eraan begonnen, waardoor er op de set een heel veilige sfeer was. We hadden een gesloten set, wat betekent dat er alleen maar mensen aanwezig waren die er echt moesten zijn. Normaal gezien staan er twintig mensen te kijken op zo’n scène, nu waren het er maar vier of vijf. Dat maakt gevoelsmatig een gigantisch verschil.’

Je hebt een tweede seizoen van ‘Over water’ opgenomen. Is de conclusie dan dat televisie maken je wel bevalt?

‘Uiteindelijk vond ik het heel leuk, maar ik denk nog steeds dat mijn natuur meer bij het theater ligt. Ik voel dat ik veel meer mijn ding kwijt kan in het theater, dat ik daar meer voldoening uit haal. Televisie is voor mij bijna een ander vak.’

Ik vond het heel belangrijk om van Ella geen bitch of een dom, naïef meisje te maken.


‘Ik heb bij het aanvangen van het eerste seizoen dan ook tegen Tom Lenaerts gezegd dat ik niet wist hoe ik me zou voelen en of televisie überhaupt iets voor mij is. Ik was daar zo onzeker over. Ik heb hem eerlijk gezegd dat ik nog niet wilde tekenen voor een twee­de seizoen. Ik wilde niet twee jaar vastzitten aan projecten die ik echt niet wilde doen. Toen heeft hij gezegd: “Oké, maar dan moet je me de kans geven om je eruit te schrijven.” We hadden dus een soort overeenkomst, maar die is nooit nodig gebleken. Ik vond het ge­woon leuk en heb met liefde het tweede seizoen gemaakt. Ik heb trouwens het gevoel dat dit seizoen beter is dan het eerste, dus daar ben ik heel blij om.’

Wat is er beter aan?

‘De personages hebben allemaal wat meer body gekregen. In het eerste sei­zoen stonden de meeste personages in functie van het hoofdpersonage, John Beckers, terwijl ze nu op zichzelf staan. Het is normaal dat dat in het eerste deel zo was, maar ik vind het interessanter om de kleinere personages ook in hun eigen wereld te zien, zodat ze niet te tweedimensionaal worden. Elk persona­ge is nu inhoudelijk versterkt en er zijn betere dialogen, vind ik.’

Hoe zie je jouw personage, Ella?

‘Ella is in het eerste seizoen een jonge vrouw die best gelukkig is met haar leventje en haar bureaujob, maar dan wordt ze plots gigantisch verliefd op een getrouwde man. Ze wordt verblind door haar verliefdheid, maar het is wel heel oprecht. Ik vond het heel belangrijk om van Ella geen bitch of dom, naïef meisje te maken, want je zit natuurlijk heel dicht bij het clichébeeld van de secretaresse die de minnares is van de baas. Ik heb geprobeerd mijn personage te verdedigen door over te brengen dat ze gewoon een vrouw is die overvallen wordt door verliefdheid. Ze raakt verzeild in een situatie waarin ze te verknocht is aan een man om uit te zoomen op haar leven en goe­ de keuzes te maken. Dat gebeurt in de realiteit ook, dus ik probeer er begrip voor op te brengen. Nu, in het tweede seizoen, is Ella niet meer de minnares, maar de vriendin. Dat is weer een heel ander soort rol. In het eerste seizoen was ik meer de hartstocht en het probleem van John, een extra ding dat hij moest verbergen en het allemaal nog ingewikkelder maakte. Nu is Ella een vaste waarde die er gewoon is en waar John rekening mee moet houden.’

Hoe sta je tegenover de bekendheid die een rol in een reeks als ‘Over water’ met zich meebrengt?

‘Ik moet zeggen dat dat heel goed mee­valt. Het was niet dat ik ineens merkte dat er iets veranderd was toen het eerste seizoen werd uitgezonden. Ik kan de keren dat ik herkend ben nog op één hand tellen, denk ik. Het enige wat ik er wel een beetje vervelend aan vind, is als mensen mij enkel en alleen aan de serie gaan linken. “Over water” is een van de vele projecten die ik gedaan heb. Ik ben er trots op, dat zeker, maar voor mij telt meer de optelsom van waar ik allemaal mee bezig ben. Elk project dat ik doe, zelfs minder goede projecten, maken mij tot wat ik ben.’

Je allereerste televisie-ervaring was in ‘Matroesjka’s 2’ in 2007. Hoe kwam je daarin terecht?

‘Dat is via via gegaan. Ik was toen zeventien of achttien en een vriendin van mijn mama had gehoord dat ze Slavische meisjes zochten. Ik ben naar de casting gegaan, die letterlijk een uur voor de opnames plaatsvond, en toen ben ik gekozen om een Bulgaarse prosti­tuee te spelen. Het was gewoon edel­figuratie, hoor. Ik moest één zin in het Bulgaars zeggen, wat ik dus niet spreek, en die is volgens mij zelfs gesneuveld uiteindelijk. Ik denk dat er alleen nog een “Fuck you!” overbleef (lacht).’

Wist je toen al dat je actrice wilde worden?

‘Ik studeerde toen farmacie in Leuven (lacht). Iets totaal anders dus, al wist ik vanbinnen wel dat ik wilde acteren, maar ik durfde de stap nog niet te zetten. Ik stond nog niet sterk genoeg in mijn schoenen om tegen mijn ouders te zeggen dat ik een andere kant wilde opgaan. Maar die nood groeide en groeide, en twee jaar later kon ik er niet meer onderuit, en mijn ouders ook niet. Toen ben ik aan het Conservatorium in Antwerpen gestart.’

Je kan het niet horen, maar je moedertaal is eigenlijk Russisch. Is je Nederlands ooit een onzekerheid geweest?

‘Toen ik als twaalfjarige van Kazachstan naar België kwam, sprak ik geen woord Nederlands. Het heeft dus wel een tijdje geduurd voor ik me zeker genoeg voelde om de taal te spreken. Je kan wel veel begrijpen, maar zelf een nieuwe taal spreken is nog een totaal andere barrière. Ik had toen nooit durven dromen dat ik de taal zo zou beheersen als nu. Gelukkig, want taal is een heel groot deel van mijn vak. Ik vind het heel fijn dat ik in “Over water” gewoon een Vlaams meisje kan spelen. Dat is waar we volgens mij veel meer naartoe moeten: een samenleving waarin iemands afkomst niet als een sticker op die persoon geplakt wordt. Ik denk wel dat we daarnaar op weg zijn, maar het kost tijd.’

Krijg je specifieke rollen aangeboden vanwege je afkomst?

‘Nu niet meer, maar in het begin wel. Ik vermoed dat dat gestopt is door heel veel in theater te werken en door mijn rol in “Over water”, die niets met mijn afkomst te maken heeft. Maar vroeger werd ik heel vaak gebeld voor Slavische rollen. Dan zochten ze bijvoorbeeld iemand om een Roemeense te spelen. Als ik dan zei dat ik geen Roemeens spreek, was het antwoord: “Dat maakt niet uit. Doe maar gewoon iets.” Russisch, Roemeens: wat maakt het uit? Dan wil je gewoon de telefoon ophangen (lacht).’

Waarom zijn je ouders destijds van Kazachstan naar België verhuisd?

‘Dat is een vraag die ik al heel vaak heb beantwoord. Ik wil er wel op antwoorden, maar eigenlijk zou ik zo graag willen dat dat niet meer uitmaakt. Dat is wat ik bedoel met die hybride samenleving. Dat we in een soort fase kunnen komen waar het niet uitmaakt waar iemand vandaan komt. Voor mensen die uit oorlogsgebied komen is dat natuurlijk een ander verhaal, daar moet wel over gesproken worden. Maar dat is bij mij niet het geval.’

Ik ben heel erg op zoek naar wat ik juist ben en hoe ik me voel, maar ik heb er nog geen antwoord op gevonden.


‘Mijn ouders hebben die keuze twintig jaar geleden gemaakt omdat ze op zoek waren naar een beter leven. Wij komen niet uit een oorlogssituatie, mijn ouders hadden ook niet per se een financieel probleem, wij zijn geen vluchtelingen die door een grote, levensbedreigende noodzaak zijn gevlucht. Mijn ouders hebben de rationele beslissing genomen om weg te gaan, omdat ze op dat moment vonden dat er weinig toekomst was voor hun kinderen in de situatie waarin zij leefden. Ik denk dat ze het vooral voor de kinderen hebben gedaan, meer dan voor zichzelf. Daarom vind ik het des te knapper dat zij zich hier echt thuis kunnen voelen. Dat vind ik zo mooi.’

Voel je je nu helemaal Belgische?

‘Nee. Ik ben heel erg op zoek naar wat ik juist ben en hoe ik me voel, maar ik heb er nog geen antwoord op gevonden. Er zijn elementen van de Russische cultuur en elementen van de Vlaamse cultuur in mij samengesmolten. Ik voel me hier niet 100 % Belgische, maar als ik terugga, voel ik me ook niet 100 % Russische. Ik merk daar dat er een groot verschil is, dat ik heel westers ben. Logisch, want ik ben hier opgegroeid. Vreemd genoeg wordt die discrepantie nog groter naarmate ik volwassener word. Ik voel dat sommige dingen moeilijk met elkaar te verenigen zijn, maar het komt toch in mij samen, dus hoe ga ik daarmee om? Dat is iets wat me vaak bezighoudt. Ik ben anderhalf jaar geleden naar Brussel verhuisd en ik denk dat ik me daarom heel goed voel hier. Ik heb bijna twintig jaar heel graag in Antwerpen gewoond, maar die hybride samenleving waar ik het al over had, heb je nergens zoals hier in Brussel. Die is heel uniek in België en Nederland. Hier kijkt niemand van iets op. Talen lopen door elkaar, mensen lopen door elkaar: het is een heerlijke mix. Het voelt als een bevrijding dat niets gedefinieerd hoeft te worden. Ben je nu Vlaams of Russisch of Belgisch of Europees, het maakt niet uit.’

Je kwam al meerdere keren op straat tegen de besparingen in de cultuur­sector. Wat zijn de gevolgen daarvan volgens jou?

‘De gevolgen zijn gigantisch. Het is verschrikkelijk voor heel de sector, maar vooral de jonge kunstenaars die aan hun carrière beginnen worden afgestraft. Het is sowieso een heel moeilijke tijd om af te studeren nu, want er zijn in België geen vaste ensembles meer, dus het is als uitvoerend kunstenaar bijna ondenkbaar om nog vast werk te vinden. Je móét gewoon ook een maker zijn, want er is geen vraag meer naar puur spelers. Maar door te snijden in de projectsubsidies krijgen die jongeren geen ruimte meer om te maken. Terwijl acteurs zoals Tom Dewispelaere en Tom Van Dyck, die in het parlement gaan spreken zijn, óók allemaal zo zijn begonnen, als jonge afgestudeerden die konden genieten van een subsidie. Er moeten kansen gecreëerd worden om te kunnen groeien. Het is eigenlijk heel logisch. Ongelooflijk dat we dat nog moeten gaan uitleggen in het parlement.’

Je ziet het tweede seizoen van ‘Over water’ elke zondag om 20u50 op één. 

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '