Disneyland Paris viert dit jaar haar 25ste verjaardag, maar het moederpark in Californië mag vandaag 62 kaarsjes uitblazen! En met deze 7 weetjes wordt een bezoekje nóg leuker!
“To all who come to this happy place: welcome.” Met deze woorden opende Walt Disney exact 62 jaar geleden zijn Disneyland. Hoewel het park in Anaheim (Californië) veel kleiner aanvoelt dan dat in Parijs, is het minstens zo charmant. Let bijvoorbeeld eens op deze zeven details!
Op 17 juli 1955 opende het eerste Disneyland haar poorten, het enige park dat Walt Disney zelf zou bezoeken. Bij de bouw van zijn park liet hij zelfs een privévertrek installeren op de eerste verdieping van het fictieve brandweergebouw, aan het begin van Main Street. Net als bij een koning in zijn paleis, konden bezoekers zien wanneer de Grote Baas aanwezig was. Dan brandde de olielamp aan zijn venster.
Het appartement is ook vandaag niet toegankelijk voor publiek. Maar de lamp brandt nog steeds, als een symbolische aanwezigheid van de Grote Baas. Mooi, toch?
In vergelijking met het sprookjeskasteel in Disneyland Paris valt dat van Anaheim maar klein uit. Sleeping Beauty Castle is dan ook maar 23 meter hoog, de Franse tegenhanger 51 meter. Logisch, eigenlijk. Amerikanen kennen helemaal geen kastelen, dus kon Disney in 1955 bouwen wat hij wou. In dit geval, een bijna exacte kopie van het Duitse slot Neuschwanstein, maar dan roze geschilderd.
Om zijn belangrijkste sponsors te bedanken – het waren er destijds 33 – liet Disney een privéclub bouwen op New Orleans Square, buiten het zicht van het gewone publiek. Club 33 bestaat nog steeds, maar is enkel voor de gefortuneerden. Lid worden kost tussen de 25.000 en 100.000 dollar, het jaarlijkse lidmaatschap minstens 13.000 dollar. Daarvoor kan je wel onbeperkt reserveren in het clubrestaurant, waar menu’s maar een kleine 100 dollar per persoon kosten. Zei er iemand ‘dure hobby’?
Achter het Californische kasteel ligt een Alpenberg. Of beter, een fors verkleinde replica van de Matterhorn. Daarin zit een unieke Disneyattractie – een bobslee –, maar ook een heus basketbalveld. Toen Matterhorn Bobsleds in 1959 opende, werd de valse berg dagelijks ‘beklommen’ als entertainment voor de bezoekers. En zodat zij zich tijdens hun pauzes konden vermaken, liet Disney een basketbalveld installeren in de top van de berg.
Het is maar een klein kraampje, ergens in een uithoek van New Orleans Square, maar er staat altijd een lange rij mensen aan te schuiven. Alleen in de Mint Julep Bar verkopen ze de exclusieve Mickey-shaped beignets, of oliebollen met muizenoren. Ook populair op de menukaart: de Mint Julep zelf, een groene limonade van munt, limoen en citroen.
Treinen waren een uit de hand gelopen hobby voor Walt Disney. Er liep een miniatuurspoorweg door zijn tuin, later ook door zijn filmstudio, en sinds 1955 dus rond zijn themapark. En een van de vijf treinen van Disneyland heeft een wel heel bijzondere wagon: de Lilly Belle, genoemd naar Disneys vrouw Lillian. Presidenten en celebs mogen er plaatsnemen wanneer ze het park bezoeken. Maar dagelijks valt die eer ook te beurt aan een handvol gewone bezoekers. Loop bij openingstijd naar Main Street Station en vraag naar Lilly Belle. Met wat geluk mag je die dag mee voor een ritje. All aboard!
Het klinkt als een ouderwetse regel, maar in Disneyland mag er al 62 jaar lang geen alcohol worden gedronken. Jammer, want het park heeft met de Enchanted Tiki Room sinds 1963 een attractie waar lekkere tikicocktails niet zouden misstaan. Gelukkig is daar intussen een oplossing op gevonden. In het Disneyland Hotel, naast het park, werd zes jaar geleden een echte tikibar geopend, geïnspireerd op de originele attractie. (Toen Disneyland opende in Parijs, mocht er trouwens ook geen alcohol geschonken worden. Maar de Fransen willen wijn bij hun eten, dus werd die regel al snel opgeheven. Schol!)
Foto’s: Robin Broos
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
