Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

'Het is niet verstandig om consumenten aan te raden geen palmolie te gebruiken.'

Geen vlees, geen soja, geen choco: kunnen we het Amazonewoud redden met ons dieet?

Geen vlees, geen soja, geen choco. Om de verschrikkelijke praktijk van brandstichting door boeren in het Braziliaanse Amazonewoud te stoppen, zouden wij als consument ons steentje kunnen bijdragen door ons dieet aan te passen. Is dat zo?


 

Al weken staat het Amazonewoud in brand. Een zorgwekkende situatie die de wereld na dagenlang stilzwijgen dan toch aan het praten en aan het nadenken heeft gezet, onder meer over de mogelijk desastreuze gevolgen. Landbouwingenieur en hoogleraar aan de KU Leuven, Olivier Honnay:  ‘Op korte termijn leiden de branden in het Amazonewoud tot een toename van de koolstofdioxide in de atmosfeer. Dat is erg nefast, want we moeten net dríngend de CO2-uitstoot gaan reduceren. Op lange termijn kan het klimaat in het Amazonewoud volgens bepaalde wetenschappelijke modellen volledig omslaan door de vele bosbranden. Dat zou gebeuren wanneer er nog ongeveer 40% van het regenwoud overblijft. Op dit moment recupereert het Amazonewoud zijn eigen water: het pompt water op uit de grond, dat verdampt en stijgt op en valt terug neer als neerslag. Als een te groot deel van het Amazonewoud verdwijnt, zou het klimaat omslaan, waardoor die waterpomp stopt en de rest van het Amazone-bekken gewoon uitdroogt. Het volledige bos zou afsterven. Dat is geen wetenschappelijke zekerheid, maar wel een groot risico. Op dit moment is er in Brazilië al zo’n 800.000 km2 van de 4 miljoen km2 verdwenen.’

‘Wat de Franse president Macron tweette over het Amazonewoud als “de long van de aarde” klopt dan weer niet. Eigenlijk produceert een bos netto geen zuurstof. ‘s Nachts neemt een bos zuurstof op en overdag geeft het zuurstof af, dus netto gebeurt er niets. Wetenschappelijk gezien klopt de term “long van onze planeet” niet. Het probleem is niet dat we zonder zuurstof zullen zitten. Maar het feit dat er zoveel koolstof opgeslagen ligt in die biomassa, is reden genoeg om het Amazonewoud te redden en de branden te stoppen.’

Palmolie en soja


De vraag is of wij, consumenten, dat kunnen doen door enkele dingen van ons menu te schrappen. Heel wat berichten in de media en posts op social media beweren van wel. We zouden massaal palmolie (en dus choco), soja en vlees moeten schrappen. Honnay nuanceert de berichten.

‘Palmolie komt helemaal niet uit het Amazonewoud, maar uit Indonesië en andere landen in Zuid-Oost-Azië’, legt Honnay uit. ‘Met de problematiek in Zuid-Amerika heeft dit dus eigenlijk niets te maken. Het is bovendien geen probleem om palmolie te consumeren, tenminste als je weet dat die het RSPO-label (Roundtable on Sustainable Palm Oil, red.) draagt. Zo ben je zeker dat de olie op een duurzame manier geteeld is. Dat betekent: niet op een plek waar regenwoud stond, noch op een plek waar er veel veen in de bodem zit. Als men op plaatsen met veen palmolie ontgint, komt er tijdens dat proces heel veel koolstof vrij, wat bijdraagt aan het broeikaseffect. Palmolie op zich is dus niet slecht, maar je kijkt wel best uit naar olie die gecertificeerd is.’ Mocht je nog niet naar je keukenkast gerend zijn om het te checken, kunnen wij het bevestigen: ja, je pot Nutella heeft een RSPO-label. Halleluja.

Het is niet verstandig om consumenten aan te raden geen palmolie te gebruiken.


‘Een volledige boycot van palmolie is geen goed idee’, gaat Honnay verder. ‘Het is namelijk een heel efficiënt gewas. Je kan er veel olie mee genereren op een kleine oppervlakte. Er zou veel meer land nodig zijn om andere oliën, zoals koolzaadolie en maïsolie, te kweken. Het is dan ook niet verstandig om consumenten aan te raden geen palmolie meer te gebruiken, maar we moeten er wel op wijzen dat ze best gecertificeerde producten kiezen.’

Ook de focus op soja is niet helemaal terecht, aldus Honnay. ‘De branden die in Zuid-Amerika door de kleine boeren worden aangestoken, zijn meestal niet voor de sojateelt, zoals men weleens zegt. Er is heel veel ontbost geweest voor sojateelt, maar dat was vooral in de jaren 90. Soja is vandaag een minder groot probleem dan hier weleens gedacht wordt. Het is ook zo dat het overgrote deel van de geproduceerde soja gebruikt wordt voor veevoeder. Slechts een klein aandeel is voor sojadrankjes en dergelijke. Een verminderde vraag van zulke sojaproducten zal dus niet echt een verschil maken.’

Rundsvlees


Het is dan ook de veeteelt die het grote probleem vormt, aldus Honnay. ‘De branden die nu aangestoken worden in het Amazonewoud, zijn bijna allemaal om runderen te kunnen laten grazen. Wat wij als consument specifiek aan de bosbranden daar kunnen doen, is geen Braziliaans rundsvlees eten. Voor het klimaat in het algemeen en voor bossen over de hele wereld, eet je best zo weinig mogelijk rundsvlees, vanwaar het ook komt. Een rund is een herkauwer en is daarom heel inefficiënt in het omzetten van voeder in vlees. Je hebt 25 kg voeder nodig om aan 1 kg rundsvlees te komen. Er is dus heel veel oppervlakte nodig om rundsvlees te kweken, en dat is in veel gevallen grond waarop je bos zou kunnen planten. Ik begrijp dat rundsvlees helemaal bannen moeilijk zou zijn voor veel mensen, maar rund vervangen door kip, varkensvlees of vis is al een heel goed begin. Op die manier laat je een veel minder grote koolstofafdruk achter. Het allerbeste is uiteraard om helemaal geen vlees te eten, maar het is niet makkelijk om mensen daarvan te overtuigen.’

Als iedereen in België een beetje minder rundsvlees eet, al is het maar de helft minder, dan zal dat zeker een effect hebben.


Kan de kleine consument echt een verschil maken? ‘Ik merk een zeker bewustzijn op’, zegt Honnay. ‘Ik wil dat niet overdrijven en we kunnen zeker het probleem niet alleen oplossen. Maar als iedereen in België een beetje minder rundsvlees eet, al is het maar de helft minder, dan zal dat wel degelijk een effect hebben. Ik zeg zeker niet dat iedereen vegetariër of veganist moet worden. Dat is volgens mij totaal onhaalbaar. Maar gewoon een beetje minderen zou al een verschil kunnen maken.’

‘Elke beslissing die je als consument neemt, heeft uiteraard gevolgen voor de producent. Als de vraag naar rundsvlees drastisch daalt, maken we het de Braziliaanse boeren heel moeilijk, maar er is altijd de mogelijkheid om over te schakelen naar andere gewassen. Het zou een heel goede zaak zijn als we meer linzen en andere peulvruchten eten bijvoorbeeld, ook voor het klimaat. Je kan geen omelet maken zonder een ei te breken. De landbouwers zullen wel volgen als ze zien dat er meer vraag is naar andere producten.’

Centraal-Afrika brandt


Terwijl de ogen van de wereld op Brazilië gericht zijn, brandt ook het regenwoud in Centraal-Afrika weg. ‘In veel dramatischer mate’, aldus de media. Kunnen we daar helpen? ‘In Centraal-Afrika gaat het om kleine, arme boeren die geen toegang hebben tot moderne landbouwtechnieken’, verklaart Honnay. ‘Zij hebben geen meststoffen, geen tractors, geen bestrijdingsmiddelen,... Die boeren kappen een stuk bos of steken het in brand en doen er dan aan landbouw. Doordat ze geen toegang hebben tot goede landbouwtechnologieën, is hun stuk grond na twee jaar uitgeput, dus steken ze gewoon een ander stuk in brand. Shifting cultivation heet dat. Dat is een compleet ander probleem en daar kunnen wij helaas niets aan doen. De belangrijkste verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de lokale overheden, die boeren toegang moeten geven tot moderne technieken om zo de productiviteit van een stuk land te verhogen.’

‘In Congo is er echter ook ontbossing omwille van tropisch hardhout. Daar kan je als consument wel iets aan doen. Als je tropisch hardhout koopt, bijvoorbeeld om je terras aan te leggen, check je best of het gecertificeerd is, net als in het geval van palmolie.’

Lees ook: 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '