Wij spraken met 's werelds beroemdste dierenarts: 'The Incredible Dr. Pol'.
Dr. Pol: ’50 jaar geleden studeerden er amper vrouwen af, nu zijn ze onmisbaar in de dierenartsenwereld’
Exact 50 jaar geleden studeerde Jan-Harm Pol (77) af aan de Universiteit Utrecht. Vandaag woont hij in Michigan, is hij verantwoordelijk voor meer dan 25.000 (!) dieren én viert hij het 10-jarig jubileum van zijn reeks ‘The Incredible Dr. Pol’. Wij kregen de kans om een babbeltje te slaan met ‘s werelds beroemdste (én de ongelofelijke) dierenarts.
Dr. Pol, je hebt je televisiecarrière grotendeels aan jouw zoon te danken, maar waarom blijven we na maar liefst 9 seizoenen zo geïnteresseerd in jouw job?
‘Ik mag dan misschien al een oude knar zijn, maar ik haal nog elke dag heel veel voldoening uit mijn werk. Ik heb de indruk dat de kijker niet per se mijn job, maar wel de passie die ik uitstraal zo fascinerend vindt. Ik maak nog elke dag ongelooflijk veel plezier in mijn praktijk én in the field. En ik moet eerlijk toegeven dat ik dat ook grotendeels te danken heb aan de cameraploeg die mij volgt. Ik ken sommigen van hen al bijna 10 jaar en ze maken deel uit van mijn familie, hoe cliché dat ook mag klinken. Ik maak heel veel lol voor én naast de camera en dat maakt het zo fijn om naar te kijken, denk ik.’
We hebben jou in de serie al een paar keer heel kort terug zien keren naar Nederland. Staat er dit jaar ook nog een bezoekje naar je geboorteland op de planning?
‘Wel, we hebben twee jaar op rij een kleine theatertour georganiseerd in Nederland en waren van plan om dat in september opnieuw te doen. Helaas zal dat door het coronavirus waarschijnlijk niet kunnen doorgaan.’
Ik ben God niet en dat is iets wat men weleens durft te vergeten. Hoe graag ik het ook anders zou zien, ik kan niet elk beest redden.
Je hebt een heel trouw Nederlands publiek. Is het voor jou belangrijk om je roots af en toe in de verf te zetten?
‘Absoluut! Ik ben geboren en getogen in Nederland en ik ben daar fier op. Het is prachtig om te zien hoe populair we in Nederland zijn en hoe graag mensen naar mij blijven kijken. Daar ben ik hen heel dankbaar voor. Het is zelfs zo gek dat ik in Nederland niet over straat kan lopen zonder opgemerkt te worden.’
Wat ons heel hard opvalt, is dat jij voornamelijk vrouwelijke medewerkers en artsen in dienst hebt. Is dat puur toeval of domineert de vrouw de dierenartsenwereld?
‘Het is zeker en vast geen bewuste keuze om enkel vrouwen aan te werven. Het is nu eenmaal een feit dat er in de westerse landen meer vrouwelijke dan mannelijke dierenartsen zijn, en dat valt hier in de Verenigde Staten ook heel hard op. Als ik het goed heb, is 90% van alle dierenartsen die hier nu afstuderen een vrouw. Vrouwen zijn in onze contreien dus onmisbaar geworden in de dierenartsenwereld.’
In jouw tijd was het dus nog anders?
‘Ik studeerde 50 jaar geleden met 100 andere studenten af. Daar waren toen amper zes dames bij. Er is ondertussen natuurlijk wel al het een en ander gebeurd. Vroeger moesten wij zowel de kleine als grote huisdieren kunnen behandelen, terwijl je je nu kan specialiseren in bijvoorbeeld enkel kleine huisdieren. Ik denk dat er daarom steeds meer vrouwen zich aan de studies wagen. Ik ben er nochtans van overtuigd dat je niet sterk hoeft te zijn om ook koeien of paarden te verzorgen. Je moet vooral technisch sterk zijn en bepaalde methodes goed onder de knie hebben. Het is echt niet zo dat je veel spierballen nodig hebt om veearts te zijn, kijk maar naar mij (lacht).’
Jij draagt dierenwelzijn heel hoog in het vaandel. Is de manier waarop we met dieren omgaan ook veranderd in vergelijking met pakweg twintig jaar geleden?
‘Neen. Je zou nochtans denken, of in ieder geval hopen, van wel. Ik heb heel lang samengewerkt met een boer die paarden en stieren had om aan rodeo te doen. Zulke beesten kan je niet zomaar aaien en verzorgen. Daar leerde ik om hun lichaamstaal te vertalen en naar de blik in hun ogen te kijken. Die twee zaken zeggen heel veel over hoe een dier zich voelt. Ik pas die techniek nu ook toe in mijn praktijk. Ik kan nu perfect aan de blik en lichaamstaal van een hond afleiden of die goed of slecht behandeld wordt. Je kan de angst in hun ogen zien en dat is jammer genoeg iets wat ik nog te vaak meemaak.’
Je zegt wel vaker dat jouw lievelingsdier een gezond dier is. Doet het na al die jaren nog pijn als je een dier niet kan redden?
‘Ik ben God niet en dat is iets wat men weleens durft te vergeten. Hoe graag ik het ook anders zou zien, ik kan niet elk beest redden. Als ik een dier moet laten inslapen, doet dat nog altijd heel veel pijn. Omgaan met het verdriet van de eigenaars is niet altijd even makkelijk. Wanneer ik een huisdier niet kan redden, druk ik hen op het hart dat geen enkel ander dier hetzelfde zal zijn, maar dat dat niet wegneemt dat ze een nieuw huisdier niet even graag kunnen zien.’
Je kan de angst in de ogen van een dier zien en dat is jammer genoeg iets wat ik nog te vaak meemaak.
Je bent vorig jaar opnieuw opa geworden. Bestaat er een kans dat ‘The Incredible Dr. Pol’ het ooit eens wat rustig aan zal doen?
‘Ik moet eerlijk toegeven dat ik dat nog lang niet van plan ben. Zélfs in deze gekke tijden heb ik nog ontzettend veel werk. Ik ben verantwoordelijk voor tienduizenden dieren, dus ik kan mijn job niet zomaar opzeggen, en maar goed ook. Het is wel zo dat ik in het verleden dacht dat mijn succes na verloop van tijd zou afzwakken en ik zou kunnen uitbollen, maar niets is minder waar.’
Ook het tweede deel van seizoen 9 zal dus weer pittig zijn?
‘Een oude man als ik zit vol verhalen en avonturen, maar om heel eerlijk te zijn weet ik dat niet precies. De cameraploeg mag elke week 100 uur filmen, dus aan avontuur en nieuwe cases geen gebrek. (lacht)’
Dr. Pol houdt de spanning er dus graag in. Wat seizoen 9 nog in petto heeft, ontdek je vanaf nu elke weekdag om 17u op National Geographic.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier