Erfelijkheid kan een oorzaak zijn wanneer meerdere eerstegraadsverwanten borstkanker hebben.
Mijn mama heeft borstkanker (gehad), loop ik nu meer risico?
Het is normaal dat de vaststelling van borstkanker bij je moeder, naast angst voor haar, ook een zekere angst voor je eigen gezondheid opwekt. Borstkanker kan nu eenmaal erfelijk zijn, waardoor de kans dat jij er ooit mee te maken krijgt aanzienlijk groter wordt. Maar wanneer is dit het geval?
1 op de 8
De kans dat je als vrouw ooit te maken krijgt met borstkanker, is ongeveer 1 op de 8. Zo’n 12 % van alle vrouwen krijgt dus borstkanker. We hoeven je niet te vertellen dat dat veel is, en het daarom altijd en voor iedereen belangrijk is je tijdig te laten controleren en je borsten te checken op mogelijke uiterlijke veranderingen. Maar het is ook mogelijk dat je een genetische afwijking geërfd hebt van je ouders, waardoor je kans op borstkanker groter wordt. Die afwijking opsporen is dan ook erg belangrijk.
Genetische mutatie
Erfelijkheid kan een oorzaak zijn wanneer meerdere eerstegraadsverwanten borstkanker hebben (gehad), en in het bijzonder als één van hen borstkanker kreeg op jonge leeftijd, zeg maar voor hun 40 jaar. Let op: het is niet per se omdat meerdere mensen in je familie borstkanker hebben of hadden, dat jij het ook zal krijgen. Maar als de beschreven situatie op jou van toepassing is, is het zeer aangeraden om een genetisch onderzoek te laten doen.
Slechts bij vijf tot tien procent van de borstkankers kan men bewijzen dat de oorzaak genetisch van aard is, en dus geërfd werd. Het merendeel daarvan wordt veroorzaakt door de mutatie van twee genen die BRCA1 en BRCA2 genoemd worden, wat staat voor Breast Cancer. De afwijking kan ontdekt worden door een genetische analyse, op basis van een bloedstaal. Als blijkt dat de mutatie van het gen aan jou doorgegeven is door je ouders, betekent dat niet noodzakelijk dat je borstkanker zal krijgen, maar wel dat het risico groter is. Je hebt dan genetische aanleg.
De BRCA-genen zorgen normaal voor het herstel van beschadigingen die het DNA regelmatig ondervindt. Wanneer die functie gewijzigd wordt door een mutatie, zorgt dat ervoor dat het risico op borst- en eierstokkanker stijgt. Van de vrouwen die het BRCA1-gen dragen, krijgt 55 à 65 % borstkanker. Bij het BRCA2-gen krijgt circa 45 % borstkanker.
Bij mannen verhogen diezelfde mutaties het risico op borstkanker ook, maar dan is de kans op borstkanker voor die man nog altijd kleiner dan voor eender welke vrouw zonder mutatie.
Wanneer wel en wanneer niet?
Er zijn geen strikte guidelines om te zeggen welke vrouwen een genetisch onderzoek moeten laten doen, en welke niet. Maar in de genetische centra hanteert men meestal deze criteria:
- minstens twee eerstegraadsverwanten met borstkanker*
- één eerstegraadsverwante die borstkanker kreeg op jonge leeftijd (jonger dan 40 jaar)
*Eerstegraadsverwanten zijn ouders, zussen en kinderen. Je tante en oma zijn eerstegraadsverwanten van je mama, dus als zowel je mama en oma of je mama en tante borstkanker kregen, is dit criterium op jou van toepassing.
Als een van beide situaties op jou van toepassing is, is het aangeraden het genetisch onderzoek te laten doen. Maar als bijvoorbeeld enkel je mama borstkanker heeft of had op latere leeftijd, maar de ziekte voor de rest niet in haar nabije familie voorkomt, is de kans dat de oorzaak van haar kanker genetisch is zo klein, dat dit onderzoek weinig tot geen zin heeft. Toch bestaat de kans dat het over een paar jaar mogelijk zal zijn om bij iedereen die dat wil een genetisch onderzoek te doen.
Praktisch: wanneer, waar, wat?
Het genetisch onderzoek naar erfelijkheid bij borstkanker, gebeurt met een bloedstaal. Eerst is er een bloedstaal nodig van de verwante – je mama bijvoorbeeld – die kanker heeft of heeft gehad. Als blijkt dat zij de genetische afwijking heeft, kan gecheckt worden of jij en eventueel je zus(sen) of broer(s) die geërfd hebben. De kans dat je ma of pa de afwijking heeft doorgegeven, is namelijk 50 %. De resultaten, die helaas enkele weken op zich kunnen laten wachten, worden persoonlijk meegedeeld. In het geval dat de mutatie gevonden wordt, kan je je opties bespreken met de dokter.
Een genetisch onderzoek wordt terugbetaald door de sociale zekerheid, als het uitgevoerd wordt in een van de acht genetische centra (of in de ziekenhuizen die samenwerken met die centra):
- Centre de Génétique Humaine, CHU Luik
Domaine universitaire du Sart Tilman Bât B35, 4000 Luik
Tel.: 04 366 72 38 - Universitair ziekenhuis Gent
Kliniek voor Kinderziekten “C Hoofdt”
De Pintelaan 185, 900 Gent
Tel.: 09 240 35 97 - Université Libre de Bruxelles (Erasmusziekenhuis en andere sites)
Service de Génétique Médicale
Route de Lennik 808, 1070 Bruxelles
Tel.: 02 555 64 30 - Vrije Universiteit Brussel
UZ Brussel – Dienst Pediatrie
Laarbeeklaan 101, 1090 Brussel
Tel.: 02 477 56 95 - Université catholique de Louvain
Cliniques universitaires Saint-Luc – Centre de Génétique Humaine
Avenue Hippocrate 10, 1200 Brussel
Tel.: 02 764 10 68 - Centrum Menselijke Erfelijkheid – KULeuven
UZ Gasthuisberg – Dienst Pediatrie
Herestraat 49, 3000 Leuven
Tel.: 016 34 38 20 - Centrum Medische Genetica – Universiteit Antwerpen
Koningin Paola Kinderziekenhuis
Lindendreef 1, 2002 Antwerpen
Tel.: 03 280 21 37 - Institut de Pathologie et de Génétique – Charleroi
Avenue Georges Lemaître 25, 6041 Gosselies
Tel.: 071 47 30 47
Jouw keuze
Het genetisch onderzoek is een keuze, geen verplichting. Er zijn vrouwen die ervoor kiezen het niet te laten doen, omdat het resultaat natuurlijk beangstigend kan zijn en ze liever niet met die wetenschap leven. Maar het is belangrijk te onthouden dat opvolging – wat heel zorgvuldig gebeurt, mocht je drager van een BRCA-mutatie blijken te zijn – en bijgevolg het vroegtijdig ontdekken van een kanker een belangrijke factor is bij een mogelijke genezing. En kennis is macht, toch?
Met dank aan Stichting tegen Kanker en dr. Mathijs Goossens.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier