'Designerkleding zegt me niet zo veel. Ik wil aan de schoolpoort kunnen staan zonder dat ik opval.'
Stephanie Planckaert (33): ‘In het ideale scenario hebben Iluna en ik later een kangoeroewoning mét een gedeelde dressing’
Bubbels, heerlijk gezelschap en al dan niet geslaagde cadeautjes. Reikhalzend kijken we uit naar de feestperiode! En dat is bij Stephanie Planckaert niet anders. Haar feestjurk hangt al een tijdje klaar, want die selecteerde ze eigenhandig voor het Belgische modelabel LolaLiza. Het uitgelezen moment dus om enkele modevragen op haar af te vuren.
Wat was jouw eerste reactie toen LolaLiza je contacteerde voor een samenwerking?
‘Ik was meteen heel enthousiast. Wij hebben eigenlijk al eens samengewerkt toen ik de opnames deed voor “Junior op zoek naar de liefde”. Dat was een hele leuke, warme setting, eentje waarin hun kleren perfect pasten. Bovendien matchen de collecties van LolaLiza volledig bij mijn persoonlijkheid. Ik ging daar al heel lang shoppen en in Wallonië is het een vrij bekend merk. Ik was dus heel enthousiast toen de vraag kwam.’
Hoe was dat om samen te werken als moeder en dochter?
‘We hebben elk onze eigen selectie gemaakt, Iluna koos vijf outfits uit en ik ook, en hebben elkaar daar volledig in los gelaten. Uiteraard gaven we wel onze mening en reikten we elkaar bepaalde dingen aan, maar het hele project voelde heel natuurlijk aan. Iluna en ik gaan sowieso graag samen shoppen. Als ik iets nieuws koop, is zij de eerste persoon aan wie ik het wil laten zien, en omgekeerd. Ik vind dat zij heel goeie smaak heeft en ze mij daarin soms echt raad kan geven. Gelukkig ervaart zij dat ook zo, dus dat is heel fijn.’
Hebben jullie dan een beetje dezelfde kledingstijl?
‘Iluna is natuurlijk een meisje van 17 en ik een vrouw van 33, dus er zit zeker verschil in. Daar waar Iluna haar outfits bijvoorbeeld makkelijk combineert met Dr. Martens zal ik sneller voor een iets gekleder laarsje gaan. Ze kiest dan ook vooral outfits uit die draagbaar zijn voor op school en waar ze zich comfortabel in voelt. Qua stoffen is zij namelijk een beetje hypersensitief. Synthetische stoffen of knitwear die prikt zijn uit den boze, net zoals spannende jeansbroeken. Dat vond ze dan ook een belangrijke pijler in haar selectie voor LolaLiza.’
Wij nemen Kerstmis heel serieus. Met veel te veel hapjes waardoor je aan tafel eigenlijk al geen honger meer hebt.
Roze, paars, appelblauwzeegroen... Het is een vrolijke selectie geworden. Draag je zelf graag kleur?
‘Ja, toch wel! Ik heb een periode gehad waarbij ik meer zwart en bruin droeg, maar ik denk dat dat ondertussen tien jaar geleden is. Nu ben ik daar helemaal in veranderd. Ik draag heel graag kleur en ik wil daar nog veel meer in uitbreiden. Dat geeft toch snel iets extra hé. Ik voel mij ook meer aangekleed als ik iets vrolijk draag, zonder dat het kitsch wordt.’
Heb je een favoriete tint?
‘Dat gaat een beetje in vlagen, maar ik ben momenteel helemaal weg van zalmkleurige tinten. Dat staat ook prachtig met fluoroze. In mijn outfits zal er altijd wel een pasteltint zitten, maar dan gecombineerd met een iets sterkere tint om er wat pit in te stoppen.’
In de campagnebeelden schitter je ook in een feestoutfit. Zijn de feestdagen je favoriete periode?
‘Uit de wintermaanden, zeker. Daarna duurt het me veel te lang. In februari vind ik al dat de lente mag komen. Ik heb vooral echt zin om nog eens een feestperiode door te maken zoals we het kennen van vroeger. Met veel volk en veel gedoe. Zowel Iluna als ik kijken er enorm naar uit om ons nog eens op te kleden, vandaar dat de partylooks die we geselecteerd hebben ook echt sparkly zijn. Ik hou ervan om dan net iets meer te mogen doen. Net iets meer lichtjes, net iets meer sparrengroen. Gewoon mezelf volledig laten gaan, zowel in mijn outfit als in de decoratie. Wij nemen Kerstmis ook heel serieus. Met veel te veel hapjes waardoor je aan tafel eigenlijk al geen honger meer hebt. Dit jaar gaan we het dus iets anders aanpakken en gaan we alleen maar hapjes doen. De hele avond door! ‘
Is er een kersttraditie ten huize Planckaerts?
‘Oh ja! Op Kerstdag blijven we de hele dag in pyjama en kijken we naar kerstfilms of spelen we gezelschapsspelletjes. Lang uitslapen en uitgebreid brunchen hoort daar ook bij. We houden het heel cosy en warm met een knisperend haardvuur om volop te genieten van de dag. Een kerstwandeling in het bos staat ook elk jaar op de planning.’
Je staat volop in de spotlights, ben je daardoor nu meer met je kleding bezig?
‘Nee, da’s helemaal hetzelfde gebleven. Ik heb kleding altijd al als iets voor mezelf ervaren. Zo legde ik als tiener de dag op voorhand al mijn kleren klaar om naar school te gaan. Ik was daar soms wel een uur mee bezig. Ik draag wat ik mooi vind, niet omdat ik dan bij een groepje zou kunnen horen. Er is niets leuker dan mijn mama of vriendinnen kledingstukken te laten passen die ze zelf eigenlijk nooit uit de rekken zouden nemen om dan te horen dat ze het de max vinden. Zo kreeg ik onlangs nog een berichtje van een vrouw die de trui-jurk uit onze selectie had gekocht. Ze had hem aangedaan om samen met haar gezin foto’s te laten maken voor hun kerstkaartje. Als ik dat dan binnenkrijg, krijg ik zo’n warm gevoel vanbinnen. Het zijn maar kleren, maar op deze manier krijg je toch een connectie met mensen en dat maakt me oprecht blij.’
In welke outfit kunnen we jou doordeweeks het vaakst terugvinden?
‘Eigenlijk wat ik nu aan heb. Een warme losse pul en een jeanske. Iets waar ik thuis comfortabel in zit, maar ook perfect boodschappen in kan doen of ergens naartoe kan. Ook de cargobroek van Iluna durf ik wel geregeld te stelen. Ik moet er eigenlijk dringend ook zo eentje hebben. Voor mij geen spannende broeken meer.’
Ze zenden momenteel “De Planckaerts” opnieuw uit en als ik mezelf dan als tiener in die heupbroek op mijn televisiescherm zie, denk ik van oh nee wat heb jij nu werkelijk aan.
Betrap je jezelf vaak op miskopen?
‘Ik durf weleens een miskoop doen met schoenen. Ik heb zo eens roze glitterschoenen gekocht. Eergisteren heb ik die voor de allereerste keer aangehad, na drie jaar in de kast te hebben gestaan. Al zal corona daar ook wel voor iets tussen zitten. Ik word daar dan helemaal verliefd op in de winkel, maar eens thuis besef ik dan dat ik dat eigenlijk niet vaak zal aandoen. Dan moet ik mezelf over de schreef trekken en ze toch aandoen.’
Is er een trend die je graag ziet terugkomen? Of liever niet?
‘Een stuk waar ik eigenlijk altijd al fan van ben geweest is de klassiekere mantel, mét lint zodat je je taille kan accentueren. Ik vind dat gewoon heel tijdloos, vrouwelijk en klassevol. Mijn mama heeft ondertussen zelfs dezelfde jas als ik. Heupbroeken vind ik dan weer verschrikkelijk. Die zijn totaal niet flatterend en als je iets van de grond wil oprapen wordt het alleen maar erger. Ik snap zelfs niet dat ik dat ooit heb gedragen. Ze zenden momenteel “De Planckaerts” opnieuw uit en als ik mezelf dan als tiener in die heupbroek op mijn televisiescherm zie, denk ik vaak: oh nee wat heb jij nu werkelijk aan. In de jaren negentig dachten we allemaal dat we Britney Spears of Christina Aguilera waren.’
Wanneer straal je het meest?
‘Eigenlijk is dat na een goeie wandeling. Als je terug in je woonkamer komt, je bloost en je een goeie koude neus hebt. Ik vind dat een mooi, puur moment. Je huid straalt daar ook van, vind ik. Je haar neemt dan ook het vocht buiten goed op. Veel mensen hebben dat niet graag, maar ik vind dat net heel tof. Da’s puur.’
Wat doe je op een dag waarop je je minder goed in je vel voelt?
‘Naar buiten gaan. Ik denk dat er nog niemand zich beter heeft gevoeld door tussen vier muren te blijven zitten en jezelf in zelfmedelijden te wentelen. Ik probeer het moois te zien wat de wereld ons te bieden heeft en dat kan heel simpel zijn. Zelfs gewoon met de auto naar een plek rijden waar ik het mooi vind om er dan van het uitzicht te genieten, kan me enorm deugd doen. Dat is voor mij therapie.’
Als je Iluna’s kleerkast zou mogen plunderen. Welk item zou je dan stelen?
‘Het mantelpakje dat ze selecteerde voor de feestdagen. Het bestaat uit een rokje en een bijpassende blazer. Als zij het niet gekozen zou hebben, zou ik het gedaan hebben. Ik heb de blazer trouwens al aan gehad.’
Weet ze dat?
‘Jazeker! (lacht) Wij wisselen heel vaak kleren uit. In het ideale scenario hebben we later een kangoeroewoning met in het midden een gedeelde dressing zodat we makkelijk aan elkaars kleding kunnen. Iluna is trouwens heel goed in handtassen kiezen. Beter dan mij. Haar tassen bengelen dus geregeld aan mijn arm.’
Is er een stuk in je garderobe dat je nooit zal kunnen weggooien?
‘Mijn trouwjurk, maar er is ook een kanariegeel jasje van Essentiel Antwerp. Een kort, speciaal exemplaar. Dat is het eerste kledingstuk dat ik met mijn eigen verdiende centjes had gekocht. Ik was alleen en ik dacht ik ga dat nu eens gewoon kopen voor mezelf. Ik vond dat een achievement.’
Je ziet altijd de minpunten bij jezelf. We zijn daar goed in getraind geweest door de maatschappij.
Koop je wel vaker duurdere stuks?
‘Ik heb bijna geen designerstuks en ik heb daar ook niet zo veel affiniteit mee. Ik ga nu wel niet zeggen dat ik zo’n stuks niet mooi vind, maar ik zie mezelf dat gewoon niet dragen. Ik wil aan de schoolpoort kunnen staan zonder dat ik opval. Ik moet me er gewoon goed in voelen. Zoals ik geen zetel zou kopen van meer dan 10.000 euro om er dan niet in te durven gaan zitten, zal ik ook niet snel kleren kopen waarin ik de afwas niet zou kunnen doen.’
Heb je nog een ultieme modetip?
‘Draag vooral wat je zelf mooi vindt en denk nooit aan wat anderen daarvan kunnen vinden. Kleding mag iets heel persoonlijks zijn en ik vind dat we ons daar ook helemaal in moeten kunnen laten gaan. Het zal nooit too much or too little zijn. Ik vind het jammer als sommige mensen denken dat ze niet het lijf hebben voor een bepaald kledingstuk. Er zijn altijd honderdduizend redenen om iets wat je mooi vindt toch niet te dragen en ik vind dat jammer. Twijfel niet aan jezelf. Je kan alles rocken wat je maar wil.’
Struggle je daar zelf dan nooit mee?
‘Tuurlijk wel. Je ziet altijd de minpunten bij jezelf. Dat is heel traditioneel en we zijn daar ook echt goed in getraind geweest door de maatschappij. Het heeft veel te maken met loslaten. Stel jezelf de vraag: “Moest ik alleen zijn of ik zou niet buiten moeten komen, zou ik het dan dragen?’ Als je daar ja op kan antwoorden dan moet je jezelf geen verdere vragen stellen. Dan weet je meteen voor wie je het niet zou dragen en dat werkt gewoon beklemmend.’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier