‘Ontzeggen mijn vriend en ik onszelf het mooiste gevoel ter wereld als we er niet voor gaan?’
Redactrice Arkasha (35) twijfelt of ze nog aan kinderen wil beginnen
Ik word morgen 35. Vanaf dit eigenste moment gaan mijn eicellen in vrije val – of toch in theorie. Zal ik op de valreep nog aan kinderen beginnen? Of kies ik voor een leven waarin ik focus op andere dromen? Ik duik in dé vraag aller vragen: kinderen krijgen of niet?
Kinderen hebben lijkt heerlijk en soms ook verschrikkelijk. En wat ik wil, verschilt van dag tot dag. Het ene moment hoor ik mijn vriendinnen klagen over hun slepende slaaptekort, hoe saai het wordt om telkens met de dino’s te spelen, hoe ze hunkeren naar me-time en spontaniteit, maar in plaats daarvan een weekplanning moeten opstellen of zich haasten naar de schoolpoort. Maar ook hoe ze hun partner missen als partner – en niet als vader. ‘Is het het dan wel waard?’ vraag ik hen. ‘Raden jullie me het dan wel aan?’ ‘Ja, natuurlijk!’ besluiten ze. Maar ik weet eigenlijk niet waarom.
Dan is het dat andere moment, waarop ik een pasgeboren baby van een vriend in mijn armen neem, en mijn en haar ademhaling allebei vertragen. Na een paar minuutjes begint ze te sputteren, maar ik wrijf zachtjes over haar babybuik om haar te kalmeren. Het werkt. ‘Je bent er goed in’, zegt iemand. ‘Ja?’ hengel ik naar nog een extra compliment over mijn moederskills. Zelfs voor dit kind voel ik al vlinders in de buik. Ontzeggen mijn vriend en ik onszelf het mooiste gevoel ter wereld als we er niet voor gaan?
‘Ja natuurlijk!’ zeggen mijn vriendinnen als ik vraag of ze het ouderschap aanraden. Maar ik weet eigenlijk niet waarom.
Veranderende vriendschappen
Eigenlijk voelt het soms best eenzaam, als je halverwege de dertig bent en geen kinderen hebt. Zo rond je dertigste beginnen vrienden niet meer hun eigen verjaardag te vieren, alleen nog die van hun kroost. Plots gaat het op café niet meer over spannende dates of collega’s (of een combinatie daarvan), maar over rauwe tepels en reflux. Als je nog op café geraakt, want door kindjes die op tijd in bed moeten spreek je al sneller bij iemand thuis af.
Auteur Nathalie De Graef schreef met ‘Al mijn vrienden hebben kinderen’ een boek over haar bewuste keuze om kinderloos te blijven, maar hoe haar leven tóch is veranderd. Om haar vrienden te kunnen blijven zien, spendeert ze haar weekends in de speeltuin. Ze wordt minstens wekelijks opgeroepen om te babysitten en ze spreekt meestal bij haar vrienden thuis af, omdat zij Nathalies woning niet kidsproof vinden. Mijn raad voor wie zich in Nathalies situatie bevindt: de vriendschappen uit je jeugd zijn goud waard, maar zoek ook een ándere tribe. En ook: dank u aan mijn vrienden om een babysit te regelen om met míj te kunnen afspreken. Het laatste hoofdstuk van haar boek is vooral een gids over vriendschap tussen mensen met en zonder kinderen, waarin ze tools aanreikt om (opnieuw) te verbinden. Mooi!
Mijn andere tribe
In de afgelopen jaren cohousde ik met twee vrouwen die al na een paar maanden samenwonen hechte vriendinnen werden. Ze bevonden zich in exact dezelfde levensfase als ik (toffe job, geen eigen woning, geen lief, geen kinderen, wel veel feestjes en weekendjes weg). Ook zij maakten dezelfde struggles mee in hun eigen vriendenkring. Plots kwam de vriendschapsband niet meer op de eerste plaats. Dat ik er met deze twee over kon praten, deed wonderen – en ik merkte zelfs dat vrienden met een stabiel gezinsleven weleens wilden ruilen met míjn leven, waarin ik kon gaan en staan waar ik wilde, lekker eten kon klaarmaken (zonder dat de kinderen er hun neus voor ophalen) en spontaan een weekendje weg kon, al dan niet in het buitenland.
Toch werden mijn grootste beslissingen in de afgelopen jaren, die losstaan van kinderen krijgen, niet altijd op een gelijkwaardige manier bejubeld. Zo ging ik dit voorjaar samen met mijn lief tien weken lang op reis naar Centraal-Amerika. Bij terugkomst was ik blij om nog eens met al mijn vrienden op café te gaan en te kunnen vertellen over alle avonturen (we hebben leren golfsurfen en diepzeeduiken en dolfijnen en krokodillen gespot). Maar de vragen naar ons grote avontuur vielen tegen – de vriend die aankondigde voor de tweede keer vader te worden, ging met alle aandacht lopen. Best sneu als je net het avontuur van je leven hebt beleefd. Ik heb dat gelukkig benoemd, en mijn vrienden vertelden dat hun gebrekkige interesse eigenlijk uit jaloezie voortkwam. Daar kon ik dan weer begrip voor opbrengen. Communicatie is key, zo blijkt alweer.
Kan het überhaupt nog?
Of het überhaupt nog zou lukken om een kind te krijgen? Drie jaar geleden liet ik, nog voor ik mijn vriend ontmoette, bij de gynaecoloog nakijken of ik nog wel voldoende eicellen had. Ik had net het verhaal van een kennis gehoord die dertig was en al in de premenopauze was beland. Die situatie wilde ik vermijden. Als ik niet veel eicellen meer had, dan wilde ik dat tenminste weten. Tijdens de check kreeg ik een echo-apparaat over mijn lege baarmoeder en mijn eierstokken, waar nog wel wat in leek te zitten. Nadien deed ik een bloedtest voor een nauwkeuriger resultaat. Na een week belde ik de dokter op. ‘Je hebt nog het gemiddelde aantal eicellen voor je leeftijd’, was het verdict. Ik werd er euforisch noch wanhopig van en besloot nog even verder te gaan met het leven dat ik leidde, zonder hormonenkuur of invriezen. ‘Wie weet kom je binnenkort wel iemand tegen,’ zei de gynaecoloog nog, ‘dan kan het snel gaan.’
Zijn zegje
Ze kreeg gelijk dat ik kort daarop iemand zou ontmoeten. Mijn lief en ik zijn nu een dikke twee jaar samen en uiteraard heeft ook hij zijn zegje in dit verhaal. Ik heb lange tijd gedacht dat hij geen kinderen wilde. Hij begon er nooit over en wanneer hij iets over de toekomst fantaseerde, had een kind daar nooit een rol in. Hij zegt dat hij er niet snel de trekker in zal worden, maar dat, als we dit samen beslissen, hij er wel voluit voor wil gaan. En als we beslissen van niet, dan gaan we voluit voor een kinderloos leven. Want ook dát kan natuurlijk prachtig zijn.
De nadelen
In onze overbevolkte wereld nog een mens op de wereld zetten, die op zijn tijd ook tonnen CO2 zal uitstoten om in z’n leven te voorzien, is voor het milieu wel een héél slechte keuze. En het is (zeker als vrouw) ook een aanslag op je lichaam, op je slaap, op je geld, op je vrije tijd, op je carrière en vaak ook op je relatie, als je die hebt. In het geval van mijn vriend en mij bemoeilijkt het onze droom om nog eens ergens in het buitenland te gaan wonen. Dat kan zeker nog, maar de drempel wordt hoger.
Ook bevallen is nu niet meteen een heerlijk vooruitzicht. Ik hoor nogal wat horrorverhalen: een vriendin beschrijft het als beestachtig, een ander noemt het een middeleeuwse martelpraktijk, nog een ander kan het vanuit evolutieperspectief niet begrijpen dat mensen nog zulke pijn moeten lijden. Maar de dag erna schrijft iemand onder de insta-post van mijn pas bevallen vriendin dat zo’n bevalling ‘het mooiste is wat er is’. Toegegeven, dat was een man, wiens foef sowieso niet is opengereten of wiens buikspieren niet uit zijn buik zijn gerukt tijdens een (spoed)keizersnede.
De voordelen
‘Alles wordt lastiger, maar ik zie dat manneke zó graag’, vertelt een vriend me wanneer ik naar zijn ervaring met het vaderschap pols. Zijn leven is een pak minder rock-’n-roll dan vroeger, maar hij heeft het er (meestal) niet moeilijk mee. Kort daarna post zijn vriendin een foto van ‘het manneke’, al spelend op de camping, terwijl hij een paar onverstaanbare woordjes brabbelt. In drie seconden tijd steelt het kind alle harten, inclusief het mijne. De allesoverheersende liefde lijkt het effectief allemaal waard.
Een vriendin die tot een aantal jaar geleden in hetzelfde twijfelschuitje als ik zat, zei, nadat ze ongepland zwanger en moeder was geworden: ‘Ik weet niet waarom ik er zo lang over heb getwijfeld. Ik ben gemáákt om dit te doen.’ Ze heeft weliswaar minder vrije tijd en is vaker moe, maar wel écht gelukkiger dan voordien, vertelt ze. Prachtig, toch?
Een vriend van mijn vriend wenst het ons ook echt toe. ‘Ik zou het jammer voor jullie vinden als jullie er niet voor gaan, want het is oprecht het mooiste wat er is.’ Ik zie ook aan hem en zijn vrouw dat ze heel gelukkig zijn met hun baby. En deze mama en papa gingen ook gewoon samen combi naar Pukkelpop. Het hoeft geen of-ofverhaal te zijn.
Een andere vriend noemt het dé levenservaring aller ervaringen en nog een vriendin zegt dat het moederschap haar, na jaren van twijfelen over wat ze moest doen met haar leven, nu eindelijk richting geeft. Haar zoontje bleek de doorslaggevende factor om alle keuzes aan af te toetsen. Ze neemt nu snellere en betere beslissingen. Klinkt best aanlokkelijk voor zo’n eeuwige twijfelaar als ik.
Je moet er niet zo over nadenken...
… is een gedachte (ha!) die wel vaker in me opkomt. Tijdens mijn verkennende gesprekken vertellen heel wat mensen die al langer samenzijn, en die ook al even kinderen hebben, dat ze er allemaal niet zo over hebben nagedacht en er gewoon voor zijn gegaan. Maar hoe kan je nu niet een goed doordachte beslissing nemen over iets wat heel je leven definieert? Én je relatie én het leven van je nog ongeboren kind? Zijn deze mensen dan allemaal schapen die met oogkleppen op de kudde volgen? En kinderen maken omdat iedereen het doet? Of erger, omdat ze niet buiten de norm willen vallen? Of was en is hun kinderwens echt veel prominenter dan de mijne?
Sommigen zeggen ‘dat ze er gewoon voor zijn gegaan’. Maar hoe kan je nu niet een goed doordachte beslissing nemen over iets wat heel je leven definieert?
Kiezen voor iets positiefs
In een interview met auteur Jantine Jongebloed van het boek Soms wil ik een kind lees ik: ‘Als ik moeder word, moet ik de momenten van rouw of verdriet om het leven dat ik niet heb geleefd, omarmen. Maar als ik kinderloos blijf ook. Ik denk dat de keuze zo moeilijk blijft omdat die twee levens voor mij zo gelijkwaardig voelen.’ Zo is het maar net. Maar als er één ding is, wat ik zélf heb geleerd uit deze zoektocht, is dat ik wil kiezen voor iets positiefs, niet voor iets omdat ik bang ben om het andere te missen. Dat positiefs kan zijn: kiezen voor de extra levenservaring en voor die alles overweldigende liefde voor iemand die er nog niet is. Of voor een leven vol verre reizen, vrije tijd, boeken lezen, uit eten gaan en sporten wanneer je maar wil. Beide zijn valide opties. Beide mogen er zijn. En een combinatie van de twee al helemaal.
Tijdens het uittypen van deze laatste zinnen heb ik er net een weekendje Barcelona opzitten. Mijn lief en ik bezochten knappe musea, fantastische vrienden, heerlijke restaurants en de deugddoende Middellandse Zee. Beter dan dit wordt het niet, dacht ik bij mezelf. Maar dan begin ik op de metro bekken te trekken naar een jongetje van vier dat daar mégaenthousiast op reageert. Hij giert de hele wagon bij elkaar. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. We zwaaien elkaar fanatiek uit. In het vliegtuig zie ik op Instagram een filmpje van een zesjarige die verhuisde, maar zijn oude klasgenootjes nog eens bezoekt. Ze beginnen te gillen en vliegen hem rond de nek om hem te knuffelen. Ik laat een traantje. Misschien wordt het nóg beter, denk ik bij mezelf.
Tekst: Arkasha Keysers
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier