'Ze zien er slank uit maar hebben in verhouding veel vet tussen hun organen en kunnen grote gezondheidsrisico’s lopen zonder dat je het ziet.'
Dokter Servaas Bingé: ‘Door de Ozempic-hype komt er een leger schijnmageren’
We staan aan de vooravond van een medische revolutie, meent dokter Servaas Bingé. Van DNA tot eetgewoonten en slaapgedrag: álles zal gescreend worden. ‘Dan verdwijnt mijn job, en voor mij mag het.’
Tekst: Jef Van Baelen voor Knack
Nog even doorbijten, vrienden van het goede leven, en dan is het gedaan met al dat diëten. Want de wonderpil komt eraan. Het Deense bedrijf achter de afslankspuit Ozempic werkt aan pil die het verzadigingsgevoel stuurt. Proefpersonen vermageren nog dubbel zo snel als met Ozempic. De nieuwe pil, bekend onder de naam Amycretin, wordt verwacht tegen 2030. Hopla, vanzelf slank, alle dieetboeken in de fik!
Of is het toch weer zo simpel niet? Servaas Bingé giet meteen een emmer ijswater over het enthousiasme. ‘Wonderen bestaan niet, vrees ik. Sterker nog, we moeten ervoor waken dat Ozempic en consorten geen bedreiging voor onze gezondheid worden.’
Bingé, huisarts uit Deinze, heeft zeven boeken geschreven over gezonde voeding, goede voornemens en robuuste immuunsystemen, waarvan er verschillende zijn vertaald. Momenteel werkt hij aan een boek over anti-aging, of het tegengaan van veroudering.
Servaas Bingé: Op zich ben ik fan van Ozempic. Op korte termijn geeft het spectaculaire resultaten. Het is een interessant nieuw hulpmiddel voor diabetici en voor mensen met groot overgewicht. Door zulke eetlustremmers speel je op korte tijd een pak kilo’s kwijt, en dat kan een geweldige start zijn om je hele levenspatroon te herbekijken.
Maar wat met de lange termijn? Ozempic is nog maar een paar jaar op de markt en we weten nog niet veel. In principe is het enkel beschikbaar voor diabetici, maar bij patiënten die er toch mee experimenteerden, zie je gelijkenissen met crashdiëten. Wanneer mensen met Ozempic stoppen, verdikken ze weer en vaak worden ze zelfs zwaarder dan voor de kuur.
Vasten mag geen dieet zijn dat je een paar weken doet om kilo’s te verliezen.
Patiënten lijken die medicijnen te zien als een vrijgeleide om ongezond te eten, met alle schade van dien. En dat wordt dan zonder veel nadenken zó veel genomen dat er te weinig voorraad is voor diabetici, voor wie de medicijnen oorspronkelijk bedoeld zijn. Twee ethische grenzen overschreden, om een paar kilo’s af te vallen.
(op dreef) De Ozempic-hype dreigt ons op te zadelen met een leger aan ‘schijnmageren’: mensen die er slank en strak uitzien, maar in verhouding veel vet tussen de organen hebben zitten. Zij lopen grote gezondheidsrisico’s, al zou je het hen niet aangeven.
Sommige mensen mogen eten wat ze willen en komen geen gram bij. Andere diëten hun hele leven en verdikken toch. Maar je kunt dus ook een ‘schijnmagere’ zijn?
Bingé: Inderdaad. Soms lijkt men te denken dat je DNA een soort noodlot is dat bepaalt of je al dan niet dik wordt. Met je erfelijke materiaal kun je geluk hebben of pech, maar uiteindelijk is je eigen gedrag veel belangrijker, bewijzen de cijfers rond voortijdig overlijden.
Van de voortijdige doden om gezondheidsredenen spelen bij zo’n 30 procent erfelijke factoren een rol. 15 procent valt te linken aan de sociale omgeving, en nog eens 5 procent aan of je in een stad of een dorp woont: je postcode is met andere woorden bijna zo belangrijk als je genetische code.
Nog eens 10 procent hangt af van het systeem van gezondheidszorg in een land – dat in België bijzonder goed is uitgebouwd maar waar we ook sterk op leunen.
40 procent, de grootste factor dus, wordt ingevuld door gedragskeuzes: wat eten we, hoe slapen we, gaan we gebukt onder stress enzovoort. Daar valt de meeste winst te halen.
We wéten wat de gezonde keuzes zijn: een evenwichtig menu, sporten, genoeg slapen. Waarom doen we dat dan niet?
Bingé: Omdat we in de greep zijn van slechte gewoonten, die we zelf niet hebben gekozen. Hoe wordt ieder Vlaams kind beloond wanneer het flink is? Met een snoepje. Van jongs af worden onze synapsen bedraad om te verwachten dat stress of inspanning beloond wordt met ongezond eten. Dat is een sterke norm waar wij als kuddedieren moeilijk aan kunnen ontsnappen.
Daar komt nog bij dat de industrie voedsel ontwerpt dat ons een snelle dopaminepiek bezorgt. Een hele marketingmachine wil ons naar zulk voedsel drijven. De voedingsindustrie is er een meester in om onze gewoonten te vormen.
Maar de voedingsindustrie zou ons even makkelijk naar gezond eten kunnen leiden?
Bingé: Niet even makkelijk, want die beloningsmechanismes gaan al generaties mee. Maar je kunt ze wel doorbreken. Een groeiende groep mensen wil bewust kiezen wat ze eten, zonder beïnvloeding. De beste manier om daaraan te beginnen is met een ‘minimale interventiestrategie’: kleine dingen aanpassen en die drie weken volhouden, zodat ze ongemerkt een gewoonte worden. Leg daarbij de lat niet te hoog. Wie zich voorneemt nooit nog chips te eten, faalt gegarandeerd. Want dan reken je op je wilskracht, en wilskracht vraagt inspanning. Op een bepaald moment is de wilskracht op en sla je door in het andere uiterste: die zak chips zal leeg zijn voor je het beseft.
Mensen zijn niet perfect, je moet dat ook niet van jezelf verwachten. Wanneer ik na een stressvolle dag thuiskom en ik zie een stuk chocola liggen, wees dan maar zeker dat het in mijn mond verdwijnt. Als je gewoonten al goed zijn, dan heb je enige marge. Ik mik op 80/20: als 80 procent van mijn gezondheidskeuzes goed zijn, dan moet 20 procent mindere keuzes kunnen.
Op uw snoepkast hangt een papier met het woord ‘Waarom?’ Is dat dan de truc om gezond te eten: op het schuldgevoel spelen?
Bingé: Nee, zo bedoel ik het niet. Er bestaan twee soorten honger. Er is de fysieke honger van een lichaam dat moet worden gevoed om cellen te vernieuwen. Maar er is ook de goestinghonger, en die is veel sterker gekoppeld aan onze emoties dan we beseffen. Wanneer we een snack met veel suiker eten, krijgen we een dopaminepiek, vergelijkbaar met een sigaret of een lijn cocaïne. Met die ‘waarom’ wil ik mezelf de vraag stellen: waarom ga ik nu iets eten wat ik lichamelijk eigenlijk niet nodig heb? Wat geeft die chocolade mij waar ik nu blijkbaar naar verlang? Het antwoord kan zijn: ik heb stress en ik snak naar het aangename, volle gevoel in mijn maag dat mij eventjes troost, maar ook snel weer weggaat.
Ik raad mijn patiënten vaak aan om dieper in hun emoties te kruipen. We hebben het onszelf afgeleerd om te aanvaarden dat we soms verdrietig, angstig of jaloers zijn. Negatieve gevoelens duwen we weg en onze stress counteren we met een zoethouder. Maar als je emoties durft toe te laten, dan merk je dat ze voorbijgaan: ‘Ik heb stress en dat is oké.’ Je mag dat ‘rationaliseren’ noemen, maar ik zie het eerder als: luisteren naar wat je lijf vertelt. Je lijf mag ongelukkig zijn, dat is normaal. Maar er bestaan betere manieren om om te gaan met emoties dan ze te begraven in snoep en chocola.
Hoe staat u tegenover de body positivity-beweging, die vindt dat iedereen er mag zijn, dik of niet, en dat niemand daar een oordeel over moet vellen?
Bingé: Ik sta daar 100 procent achter. Minder oordelen, zowel over anderen als over onszelf, zou ons enorm vooruithelpen. Tegelijkertijd moeten we erkennen dat obesitas objectieve gezondheidsrisico’s met zich meebrengt. Dat is geen oordeel, dat is medische kennis.
Je lijf mag ongelukkig zijn, dat is normaal. Maar er bestaan betere manieren om om te gaan met emoties dan ze te begraven in chocola.
U bent medeoprichter van Leadlife, een firma die klanten na een DNA-analyse aanbevelingen geeft over voeding, welke sport ze het best doen en hoe ze reageren op medicatie. Ik wist niet dat de genetische wetenschap al zover stond.
Bingé: Dat DNA-profiel is maar de eerste stap. Het wordt aangevuld met een bloedanalyse, een lichaamsscan, een inspanningstest en een gesprek met een gezondheidsexpert die je levensgewoonten in kaart brengt. Leadlife staat op het punt om serieus op te schalen. Ik kan er nog niet veel over zeggen, maar we hebben een mooie deal gesloten met een verzekeraar.
Het gezondheidsprofiel zal toch niet de verzekeringspremie bepalen?
Bingé: Nee, zoiets zou compleet fout zijn. De wet op de privacy laat het, terecht, ook niet toe. De grote verdienste van Leadlife is dat het een aantal technische innovaties samenbrengt in één overzichtelijk dashboard. (neemt zijn gsm) Hier zie je de resultaten van mijn laatste bloedproef en van mijn laatste conditietest. Wanneer je dat combineert met informatie uit wearables zoals een Fitbithorloge, dat in real time allerhande lichamelijke parameters monitort, en je laat daar AI op los: dat is de gezondheidszorg van de toekomst. Het kan mij veel dichter opvolgen dan een dokter die één keer per jaar in mijn keel kijkt en mij gezond verklaart.
Maar kan iedereen dat betalen? Het meest uitgebreide pakket bij Leadlife kost 599 euro.
Bingé: Terechte opmerking. Iedereen weet dat we naar een digitale gezondheidsmonitoring à la Leadlife evolueren. Ik zou niet willen dat het een gezondheidszorg op twee snelheden wordt, één voor de rijken en één voor de mensen die niet meekunnen. Hopelijk gaat het zoals met de smartphone: ooit bijna onbetaalbaar, maar vandaag kun je voor een bescheiden bedrag een toestel krijgen met alle toeters en bellen.
De onstuitbare doorbraak van de wearables zal als gevolg hebben dat gezondheidszorg de norm wordt, en niet ziektezorg, zoals nu. Mensen gaan naar de dokter wanneer ze iets voelen, en verwachten dan een pil die hun probleem oplost. Maar bij welvaartsziekten is dat onbegonnen werk. Je krijgt niet opeens diabetes type 2. Nee, je suikerspiegel is al jaren aan het ontsporen. Je krijgt niet plots een hartinfarct. Nee, ontstekingen, slechte bacteriën en een verstoord microbioom verkalken je aders met het infarct als logische uitkomst.
Het ziektebeeld van zulke chronische lifestyleaandoeningen begint al op 20 jaar. Vanaf dan kunnen we redelijk voorspellen waar het naartoe gaat. De gezondheidszorg van de toekomst signaleert dat voordat de situatie uit de hand loopt en koppelt daar efficiënte preventie aan.
Preventiecampagnes hebben altijd iets betuttelends. Moet je mensen voor de duizendste keer vertellen hoe de voedingsdriehoek werkt?
Bingé: Wanneer het betuttelend aanvoelt, gaan we in weerstand en krijg je het omgekeerde effect. Maar degelijke preventiecampagnes met objectieve gezondheidsinformatie hebben zeker hun nut. Al blijft de keuze uiteindelijk aan jou. Het onderwijs heeft daarin een belangrijke rol.
Er wordt gezegd dat de bevolking almaar dikker wordt, maar eigenlijk is er een tweedeling aan het ontstaan. Enerzijds is een groep almaar fitter aan het worden – de gemiddelde tijden op de Antwerp 10 Miles worden ieder jaar scherper. Anderzijds is een groeiend deel van de samenleving in het geheel niet bezig met zijn gezondheid.
Bingé: O, maar de toplopers op de 10 Miles zijn niet noodzakelijk toonbeelden van gezondheid. Ik heb de 10 Miles ooit in 1 uur en 20 minuten gelopen. Trots dat ik was! Maar ik heb nadien wel vier weken zitten kwakkelen. Ik ben ploegdokter geweest bij wielerploeg Lotto Soudal (het huidige Lotto-Dstny, nvdr) en heb meermaals gezien hoe chronische sportstress een lijf uitwringt.
Maar als je een couch potato bent, verkleefd aan je sofa, dan is je risico om ziek te worden natuurlijk nog groter. Niet bewegen is slecht, te veel bewegen ook. De sweetspot ligt voor iedereen ergens anders, maar voor mij zou ik zeggen: een halve marathon kúnnen lopen, zonder een toptijd te ambiëren, is voor mij de perfecte graad van fitheid. Ook hier: leg de lat niet te hoog. Je doel wordt bereikbaarder en het is nog gezonder ook.
De grote groep mensen die hun gezondheid compleet verwaarlozen, is een veelkantig probleem. Kansarmoede is zeker een deel van de verklaring. Zou je een moeder die moet ploeteren om haar kinderen te eten te geven verwijten dat ze het geld of de energie mist om gezonde keuzes te maken?
De katholieke vastenperiode is net voorbij, de ramadan eindigt op 8 april. U schreef een boek waarin de voordelen van vasten prijst.
Bingé: Ik pleit voor intermittent fasting waarbij je al je maaltijden plant binnen 8 uur, en 16 uur per etmaal niet eet. Een eerste voordeel is dat je hormonale systeem en je spijsvertering tot rust komen. Onze darmen zijn ons grootste contactoppervlak met de buitenwereld, en voeding is nooit steriel. Telkens als je eet, geef je een inflammatieprikkel aan je darmen. Stel dat je ontbijt om 7 uur ’s ochtends en je snackt nog om 11 uur ’s avonds. Dan krijgt je lichaam maar acht uur om te herstellen.
Het tweede grote voordeel is dat ons lichaam door die hormonale reset anders leert omgaan met energie. Er bestaan twee grote energiebronnen: suiker, in de vorm van bloedsuiker of als kleine voorraad in het lichaam opgeslagen suiker, en vet. Een gezond lichaam schakelt vlot tussen die twee energiebronnen. Het wisselt snelle suikerverbranding af met vetverbranding. Wanneer je veel calorierijk voedsel eet – en dat is ons eetpatroon bijna standaard zo – dan leert het lichaam af om te switchen. Je hunkert bij iedere inspanning naar suikers en verbrandt nauwelijks nog vet. Een tijdje vasten brengt dat weer in balans. In feite duw je je lichaam een beetje over zijn limiet, om het weerbaarder te maken. Bij de mensen die ouder dan 100 worden, zie je trouwens één gemeenschappelijke factor: ze eten weinig.
Door de doorbraak van de wearables zoals de Fitbit zal gezondheidszorg de norm worden, niet ziektezorg, zoals nu.
Maar vasten mag geen dieet zijn dat je een paar weken doet om kilo’s te verliezen. Je integreert het beter in je leven als een gewoonte. Daar moet ik wél bij zeggen: extreme fasting protocols kunnen voor sommige mensen slecht uitpakken. Hun lijf zit zozeer in stress dat het gevaarlijk kan zijn om het via honger nog meer over de limiet te duwen. Dat is vrij nieuwe kennis, die ik in 2019 nog niet had toen ik mijn boek over de 16:8-methode schreef.
De kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten is ruim 90 procent groter bij mensen die aan intermittent fasting doen, vergeleken met een normaal eetpatroon, bleek uit een groot Amerikaans onderzoek dat u zelf deelde op sociale media.
Bingé: Het gevaar van alle artikels en boeken over gezondheid is dat je moeilijk nuances kunt aanbrengen. Want natuurlijk werkt niet alles voor iedereen even goed. De meeste mensen lezen alleen de titel. De beste geneeskunde is geneeskunst, waarbij een arts uitvist waarom een individuele patiënt zich voelt zoals hij zich voelt, en daar een heel persoonlijke remedie voor vindt. Maar zo werkt het natuurlijk niet wanneer je een gezondheidsboek schrijft dat grotere, ruimere tendensen probeert te vatten. En soms haalt nieuwe kennis oude inzichten onderuit.
Is het geen groot probleem dat voedings- en gezondheidsonderzoek moeilijk te staven valt? Daardoor kun je om het even wat beweren, en spreken de adviezen elkaar zelfs geregeld tegen.
Bingé: De klassieke wetenschappelijke methode is vooral geschikt voor geneesmiddelen. De ene groep mensen geef je pilletje A, de andere krijgt pilletje B. Je telt de ziektesymptomen, kiest de best presterende pil en klaar is Kees. Maar levensstijlonderzoek kun je niet standaardiseren, het is een web van keuzes die elkaar beïnvloeden. Je moet maar eens zien hoe je eet als je maar vier uur hebt geslapen, en waar je zin in hebt na een volledige nacht. Of hoe goed je eten verteert in die twee scenario’s. En zo bestaan er honderden variabelen, misschien wel duizenden.
Maar stilaan maakt de technologie een ander soort wetenschap mogelijk. Ik keer terug naar mijn verhaal over de gezondheidszorg van de toekomst, die AI loslaat op een enorme dataset van DNA-profielen, bloedwaarden en gegevens uit wearables zoals een Fitbit. De computer zal in die data trends zien die wij niet eens kunnen vermoeden, en zwart op wit bewijzen wat werkt.
Misschien betekent dit dat het beroep van huisarts overbodig wordt, en aan gezondheidsboeken is dan ook geen behoefte meer want het algoritme geeft iedereen persoonlijk advies. Ik kom dan zonder werk te zitten, maar voor mij mag het. We staan aan de vooravond van een prachtige revolutie.
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier