Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
© Romina Farias via Unsplash

Psychologen Els en An vertellen over de impact van covid-19 en leggen uit hoe we onszelf en/of iemand met een eetstoornis kunnen helpen.

Stijgt het risico op een eetstoornis sinds corona? ‘Het is een begrijpelijke reactie dat we nu anders eten’

Jolien Meremans
Jolien Meremans Webjournalist

Naar schatting ontwikkelt in ons land één op de tien vrouwen tussen 10 en 30 jaar ooit een eetstoornis. Tijdens het Canvas-programma ‘De Zevende Dag’ werd verteld dat er sinds de uitbraak van het coronavirus nog meer mensen kampen met een eetstoornis. Maar is dat wel zo? En hoe kunnen we mensen die eetproblemen hebben op de juiste manier helpen? Psychologen An en Els leggen uit.


Zonder er al te diep op in te gaan: ik kampte zo’n acht jaar geleden zélf met een eetstoornis. Dat het coronavirus ook op mijn eetpatroon én dat van duizenden andere mensen een serieuze impact heeft, staat buiten kijf. En dat is volgens psychologen Els (medewerker van ANBN, de vereniging Anorexia Nervosa – Boulimia Nervosa) en An (oprichtster van kenniscentrum Eetexpert.be) een heel begrijpelijke reactie. Zij vertellen over de impact van het coronavirus op ons eetpatroon, leggen uit hoe we onszelf of iemand met een eetstoornis kunnen helpen en benadrukken dat er een betere en vooral correctere media-aandacht moet zijn voor álle eetstoornissen.

Het aantal ziekenhuisopnames is toegenomen, maar betekent dat wel degelijk dat er tijdens de coronacrisis meer eetstoornissen werden ontwikkeld? 

An: ‘Dat weten we eigenlijk niet. Er zijn alleszins nog geen onderzoeken die dat bevestigen. Wat we wel weten, is dat mensen die aan het herstellen waren van een eetstoornis tijdens de eerste weken van de coronaperiode serieus op de proef werden gesteld. Er zijn geen cijfers die kunnen bewijzen dat er nu meer gevallen zijn, maar ik ben de eerste om te zeggen dat de risicofactoren die eetstoornissen veroorzaken nu wel sterker aanwezig zijn. Uit onderzoek blijkt ook dat het voor sommigen heel cruciaal is om een netwerk te hebben van sociale verbondenheid. Als mensen plots een andere dagstructuur moeten aannemen, maar wel een goed netwerk hebben, dan is dat dikwijls iets waar ze kracht uit halen. Maar als ook dat netwerk beperkt wordt, dan is het eigenlijk heel logisch dat mensen het moeilijker krijgen en opnieuw struggelen.’

Voor iemand die een speciale relatie heeft met eten, zullen moeilijke emoties ook een stuk in het eetpatroon voelbaar zijn.


Er wordt tijdens het interview heel hard gefocust op sociale media. Zij zouden de grote boosdoener zijn, maar is dat niet wat kort door de bocht? Tien jaar geleden had ik géén Instagram en ontwikkelde ik ook een eetstoornis. 

An: ‘Er speelt inderdaad veel meer dan dat, en zeker nu. Corona is iets heel onvoorspelbaars. Mensen zijn angstig, hebben geen controle en zoeken naar hulpmiddelen. En voor iemand die een speciale relatie heeft met eten, zullen die moeilijke emoties ook een stuk in dat eetpatroon voelbaar zijn. Mensen die herstellend zijn van een eetstoornis moeten met behulp van een structuur de nieuwe eetgewoontes automatiseren. En het is net die structuur die gedwarsboomd wordt door corona. De nood aan structuur kon de eerste weken niet ingewilligd worden, want er was niemand die voor structuur kon zorgen. Ik zou het dan ook graag uit de probleemhoek halen. Het is een zeer begrijpelijke reactie om nu anders te eten, maar we moeten extra zorgen voor mensen met eetstoornissen die aan het herstellen zijn. Hun ritme en reddingsboei zijn nu voor een stukje weggevallen.’

Tijdens de lockdown werd er heel hard de nadruk gelegd op het feit dat we moesten blijven bewegen. Iederéén leek plots te wandelen, fietsen en hardlopen, op het dwangmatige af. Moest dat niet wat beter genuanceerd worden? 

Els: ‘Er moet inderdaad altijd de nadruk gelegd worden op “met mate”, net zoals we moeten eten met mate, moeten drinken met mate en moeten slapen met mate. Als je een bepaalde gevoeligheid hebt voor eten, dan pik je er ook alleen maar die info uit die past bij je eigen denkkader. Dus in die zin: ja het is goed om mensen aan te moedigen en te motiveren om gezond te leven, maar gezond leven betekent evenwichtig leven.’

Door enkel en alleen naar typerende en extreme voorbeelden te kijken, verlies je heel wat andere mensen uit het oog.


Als het gaat over eetstoornissen, wordt er altijd heel hard gefocust op het gewicht. Maar als ik het goed begrijp, is dat volgens jullie een foute manier van communicatie.

An: ‘Dat opbod met kilo’s, daar heb ik een allergie voor. Het is niet omdat je niet veel afvalt dat je niet in een crisis zit. Het is belangrijker om te kijken naar de ernst van de volledige situatie. Daarnaast werkt die communicatie ook ziekmakend, het is al meermaals bewezen dat expliciteren hoeveel iemand afgevallen is sommigen kan aanzetten om door te gaan met lijngedrag.’

Els: ‘Het gaat inderdaad veel verder dan dat. Het gaat over impact op hoe je je voelt, over hoe je met emoties omgaat, over hoeveel tijd je besteedt aan piekeren, over of je nog contacten hebt of niet,… Door enkel en alleen naar zo’n typerende en extreme voorbeelden te kijken, verlies je heel wat andere mensen uit het oog.’

Soms zie je het inderdaad niet dat iemand een eetstoornis heeft. Hoe kunnen we die persoon dan toch helpen?

Els: ‘Stel aan je vrienden regelmatig de vraag “Hoe gaat het écht met jou?”. Als je een goed contact hebt met iemand, ga je het ook wel voelen als die persoon zich niet goed voelt, ook al zegt die daar niets over. Spreek vanuit een zekere bezorgdheid, zonder controlerend over te komen en stel daar een open vraag over. Die openheid geeft hen lucht en ruimte om te kunnen benoemen waar ze vastlopen.’

https://www.instagram.com/p/B7_EJA1pJWn/

Iemand met een eetstoornis stoot zijn omgeving vaak af. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dat niet gebeurt? 

An: ‘Blijf, ook al stoot hij/zij je af, contact houden met die persoon en praat niet altijd over de eetstoornis. Wat ik vaak zie, is dat die eetstoornis de voorgrond wordt. Het wordt dan hét gespreksonderwerp waar alles om draait, en het is belangrijk om dat niet te doen. Iemand is misschien voor 80 % gezond en heeft voor 20 % problemen met eten. Focus op die 80 %, en versterk het om aan die 20 % te werken.’

Stel: ik krijg het zelf weer moeilijk. Wat moet ik dan doen?

Els: ‘Het is eerst en vooral belangrijk om stil te staan bij wat je zelf nodig hebt en wat je in het verleden al geholpen heeft. Heel veel dingen die helpen, heb je vaak al in je eigen netwerk: vrienden, je partner die je kan aanmoedigen of je ouders. Zoek eerst uit wat je zelf kan doen. Als je het dan nog steeds moeilijk hebt, is het natuurlijk wel belangrijk om hulp in te schakelen.’

An: ‘In een ideaal scenario heeft iemand die aan het herstellen is een preventieplan gemaakt. Op die manier kan je jezelf en je omgeving voorbereiden op terugval: wat jouw signalen zijn en wat je ermee wil doen.’

En heeft iedereen evenveel kans om een eetstoornis te ontwikkelen of zijn er toch een aantal risicofactoren?

An: ‘Er zijn persoonsgebonden risicofactoren, maar vermits we in een maatschappij leven die heel veel belang hecht aan uiterlijk en eten, denk ik dat er veel risicosituaties zijn die niet persoonsgebonden zijn. Zo is Covid-19 voor iedereen een risicosituatie. Mensen die meer spanning voelen haperen in hun eetpatroon, net omdat we in een maatschappij leven waarin dat zo belangrijk is. Dat wil daarom niet zeggen dat iedereen nu plots eetstoornissen zal ontwikkelen. Het is een samenloop van risicofactoren én risicosituaties.’

We moeten inzetten op verbondenheid, leren omgaan met diversiteit en mensen leren respecteren, ongeacht welke kledingmaat ze hebben.


Er hangt nog steeds een groot taboe rond eetstoornissen. Zo wordt iemand die anorexia nervosa en/of eetbuien heeft vaak beschuldigd van aandachttrekkerij. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat zij niet meer op die manier gekwetst worden? 

An: ‘Dat is een vraag die mij al 30 jaar bezighoudt. We weten dat praten over probleemgedrag het stigma helaas niet doet afnemen, maar het probleemgedrag soms zelfs kan verergeren. Er meer en meer over praten is niet altijd de beste oplossing. Daarom proberen we ervoor te zorgen dat er goede informatie ter beschikking is voor wie het nodig heeft én dat we in de huiskamer, in de klas of op het werk wat minder gefocust zijn op eten en gewicht.’

Els: ‘Ik ga ervan uit dat als we daar als samenleving een antwoord op willen bieden, we respect moeten hebben voor diversiteit op alle domeinen. We moeten inzetten op verbondenheid, leren omgaan met diversiteit en mensen leren respecteren, ongeacht welke kledingmaat ze hebben.’

Om als afsluiter een van de grootste misverstanden de wereld uit te helpen: er wordt vaak beweerd dat een eetstoornis ongeneesbaar is, klopt dat? 

Els: ‘Je weet op voorhand niet of je zal genezen en ik kan mijn patiënten dat ook niet beloven, maar we weten uit onderzoek én ervaring wel dat het kan. Ongeveer 50 % herstelt volledig en ongeveer 30 % evolueert heel goed. De overige 20 % blijft problemen hebben. Maar dat betekent dus dat er wel degelijk heel veel mensen volledig genezen, en het is echt belangrijk om dat te benadrukken en die hoop te verspreiden.’

Zoek je zelf hulp of zit je met vragen? Zowel bij Eetexpert als bij ANBN kan je terecht met al jouw vragen en zoeken ze voor jou – als je dat nodig vindt – binnen de 48 uur naar iemand die je kan helpen.

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '