Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...
OCD
© Valeriia Miller via Unsplash+

Trek je meerdere keren aan de deurklink om zeker te zijn dat de deur toe is? Of zet je je wekker altijd op oneven getallen?

OCD of gewoontegedrag: wanneer is het meer dan een onschuldige handeling?

Dewy De Leeneer

Élke avond wanneer ik mijn wekker zet, betrap ik mezelf erop dat ik vijf seconden naar het groene icoontje op mijn scherm kijk: ‘8u13, 8u13, 8u13’, herhaal ik dan in mijn hoofd. Als dat niet zo is, kan ik niet gaan slapen. Klinkt raar, I know, maar wanneer ik het met mensen in mijn omgeving besprak, leek ik toch niet de enige met zulke gedachten.

Een vriendin van me trekt exact zes keer aan de deurklink voor ze vertrekt om zeker te zijn dat de deur dicht is. Iemand anders trekt altijd alle stekkers uit de stopcontacten voor ze de deur uit gaat. Mijn mama wil wanneer ze haar wekker zet, dat alle getallen opgeteld oneven zijn. Of we allemaal OCD hebben door zulk gedrag? Nee. Maar wat is het dan wel?

We spraken met Jos Jazie, cognitief gedragstherapeut en coach bij het Angstcentrum. Hij heeft intussen al 28 jaar ervaring met het behandelen van dwangstoornissen of OCD (obsessieve-compulsieve stoornis). Voor hem is het verschil tussen redelijk onschuldig gewoontegedrag of dwanggedrag dat kan leiden tot een stoornis heel duidelijk.

Gewoontegedrag versus dwanggedrag

Gewoontegedrag is een reeks handelingen die we regelmatig en automatisch uitvoeren zonder er veel bij na te denken. Denk aan je aankleden volgens een vast ritueel, op een bepaalde manier afwassen of controleren of alles in huis goed is afgesloten voordat je vertrekt. ‘Bijna iedere mens heeft wel wat dwangmatige handelingen’, zegt Jos. ‘Zolang deze handelingen jouw dagelijkse leven niet nadelig beïnvloeden en jij of anderen er geen last van hebben, is er niets aan de hand. Soms helpt het ons zelfs om dagelijkse taken efficiënter uit te voeren.’

‘Dwanggedrag gaat een stapje verder. Hier wordt het “moeten” een eis. Dit gedrag wordt niet langer gedreven door gemak of routine, maar door een interne drang die spanning, onrust, of zelfs angst veroorzaakt als de handeling niet wordt uitgevoerd’, verklaart Jos. ‘Als deze handelingen je dagelijks leven significant verstoren, spreken we van dwanggedrag.’

‘Gewoontegedrag hebben we allemaal. Jij en ik ook’, vertelt Jos. ‘Het grote verschil tussen gewoontegedrag en dwang is: van gewoontegedrag hebben we geen last en ervaren we vooral geen nare emotionele reacties. Daarbij is gewoontegedrag makkelijk af te leren. Dwang is héél moeilijk te veranderen. Er zal bij mensen met dwang altijd “iets” van de dwang blijven bestaan.’

Wat maakt het een dwangstoornis?

‘Er zijn specifieke criteria die duidelijk aangeven dat iemand te maken heeft met dwanghandelingen in plaats van gewoontegedrag’, gaat Jos verder. ‘Deze worden in de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, n.v.d.r.) duidelijk beschreven.’

‘Zo is de aanwezigheid van obsessies en/of compulsies een duidelijk kenmerk van OCD. Zeker als de obsessies (of dwanggedachten, voorstellingen of impulsen) hardnekkig en steeds terugkerend zijn en als deze obsessies ongewenst als binnendringend worden ervaren. Zo veroorzaken ze angst, ongemak, onrust, stress en/of zelfs lijdensdruk. Vaak hebben deze obsessieve gedachten het karakter van “twijfelgedachten”.’

Dat zorgt dan voor compulsies: ‘Vaak proberen mensen met dwanggedachten die obsessies te onderdrukken of te negeren én te neutraliseren met een andere gedachte, handeling en/of rituelen. Die rituelen worden compulsies genoemd. Dat zijn dus repetitieve handelingen zoals handen wassen, dingen tellen of zaken meerdere malen controleren. De compulsies hebben als doel om angst, onrust en spanning te voorkomen en/of te verminderen.’

‘Zowel die obsessies als de compulsies zijn tijdrovend en duren vaak meer dan een uur of zelfs véél meer per dag’, verklaart Jos nog. ‘En de handelingen hebben niet per se een reëel verband met datgene (het vermeende risico) wat daardoor moet worden geneutraliseerd. Als er geen andere (diagnostische) verklaring is voor bovenstaande OCD-symptomen, geen andere stoornis en/of middelengebruik bijvoorbeeld, zouden deze een verklaring kunnen zijn voor een dwangstoornis.’

Niet per se OCD

‘Bij andere angststoornissen kunnen bepaalde handelingen lijken op dwang, maar ze hebben een ander doel’, verklaart Jos. ‘Iemand met paniekaanvallen zal uit veiligheidsgedrag bijvoorbeeld altijd z’n smartphone bij de hand hebben om te voorkomen dat men een paniekaanval krijgt. Iemand met hypochondrie zal vaker de handen wassen om te voorkomen dat ze een ziekte krijgen, maar dat maakt het niet meteen smetvrees. Bij dit soort handelingen spreken we niet van dwanggedrag, maar van vermijdingsgedrag en veiligheidsgedrag.’

Waarom is gewoontegedrag zo herkenbaar?

‘Gewoontegedrag is ofwel aangeleerd, maar kan ook deels erfelijk zijn. Mijn vrouw zegt wel eens: “Je loopt net zoals je moeder”. En dat is wat mensen vaak bij zichzelf herkennen als het gaat om gewoontegedrag. Daarnaast is men het gewoon zich zus of zo te gedragen, zonder dat dit een nadelige invloed heeft op hun dagelijks leven. Denk maar aan de volgorde waarop je moeder bijvoorbeeld strijkt, een routine die jij misschien overneemt, maar wat helemaal anders kan zijn dan hoe een ander dat doet.’

Zelfdiagnose

Mensen diagnosticeren zichzelf soms ten onrechte met een dwangstoornis. Of het nu is omdat ze iets op TikTok zagen passeren, omdat ze ergens onjuiste informatie meekregen óf de juiste info verkeerd interpreteerden. ‘Mocht men twijfels hebben, dan kan een psycholoog met kennis over dwangstoornissen uitsluitsel bieden. Er bestaan ook heel specifieke vragenlijsten om na te gaan of er wel of niet van dwang sprake is én of dit met OCD gerelateerd is. Mijn advies is dus absoluut: stel geen diagnose zonder professionele toetsing.’

Als je dan toch twijfelt of het bij jou gaat om gewoontegedrag of dwang, zijn er vijf belangrijke signalen die kunnen helpen om de stap te zetten naar professionele hulp.

  1. Je hebt voortdurend opdringerige gedachten zonder je het zelf wilt.
  2. Het gaat om twijfelgedachten met een risicocomponent (wat als, stel dat, dan kan dit of dat gebeuren).
  3. Je ervaart een angstig of een zeer onaangenaam gevoel.
  4. Je MOET handelingen of rituelen uitvoeren om rust te vinden.
  5. De twijfelgedachten komen steeds weer terug.

(Zelf)hulp

Zoals Jos al vertelde, is het voor mensen met een dwangstoornis heel moeilijk om er zomaar van af te geraken. Daarom is het belangrijk dat je in dat geval professionele hulp zoekt. Voor zij die eerder hun gewoontegedrag willen afleren, geeft de expert wel nog een gouden tip. ‘Wees je heel bewust van het gewoontegedrag en ga na of dit komt door bepaalde triggers’, vertelt Jos. ‘Zo bijten sommige mensen alleen op hun nagels als ze achter hun computer zitten. Is de computer aanzetten een trigger om te gaan nagelbijten? Zo ja, gebruik dan die trigger als exposure oefening zodat je op termijn niet meer met hetzelfde gedrag op die trigger ingaat.’

Lees ook:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '