Filip: “Het gebeurde na een avondje stappen in Brussel. Mijn vriend was al weg, ik had het laat gemaakt. Ik heb er geen moment bij stilgestaan dat het gevaarlijk was om alleen over straat te lopen. Toen speelde het allemaal nog niet zo, en wie had ooit kunnen denken dat het mij zou overkomen?
Op een bepaald moment kruiste ik een groepje van drie jongens. ‘Vuile homo’, siste er eentje. Niet luid, maar ik hoorde het. Misschien was ik overmoedig, maar ja: ik stond er gewoon niet bij stil. Ik zei iets in de trand van: ‘Goh, wat zijn we interessant’, en wandelde door.
Ze zijn achter me aan gekomen en zonder iets te zeggen zijn ze me beginnen te schoppen en slaan. Ik kreeg een trap in mijn rug en viel op de grond. Met z’n drieën begonnen ze op me in te beuken. Als ik er nu, anderhalf jaar later, aan terugdenk, voelt het als een nare droom. Maar wel een levensechte. Ik zie flitsen. Voel de pijn nog altijd. Ik zie de haat in hun ogen, het roepen, het elkaar ophitsen.
Ik heb mijn handen voor mijn gezicht gehouden en me zo klein mogelijk gemaakt. Ik kon alleen maar wachten tot ze zouden stoppen. Na een paar minuten zijn ze gaan lopen omdat er een auto voorbijkwam en stopte. Nog altijd vraag ik me af wat er gebeurd zou zijn zonder die wagen. Hadden ze dan blijven stampen en boksen, tot ik dood was? Ik ben bang van wel.”
Lees de rest van Filips schokkende verhaal in Flair.