Het is vandaag Wereld Suïcide Preventie Dag. Lore overleefde haar poging en zet zich nu in voor nabestaanden na zelfdoding.
Lore (27) overleefde een poging tot zelfdoding: ‘Ik was ervan overtuigd dat de wereld beter af was zonder mij’
In Vlaanderen zijn er maar liefst 28 geregistreerde suïcidepogingen per dag. Op deze Wereld Suïcide Preventie Dag staan we hier extra bij stil. Ook Lore (27) was ervan overtuigd dat de wereld beter af was zonder haar, maar nu is ze net opgelucht dat ze er nog is. In september 2010 zat Lore zo diep in de put dat ze een zelfmoordpoging ondernam. Vandaag is ze coördinator-voorzitter van Werkgroep Verder en zet ze zich in voor nabestaanden na zelfdoding.
‘Als prille tiener zat ik al niet goed in mijn vel. Ik heb een moeilijke jeugd achter de rug. Op mijn negende ontwikkelde ik een angststoornis, die verergerde toen ik eenmaal in de puberteit belandde en steeds meer met mezelf begon te worstelen. Om een of andere reden voelde ik me stukken ouder dan mijn leeftijdsgenoten, waardoor ik naar mijn gevoel weinig of geen raakvlakken had met hen. Ik had wel vrienden, maar ik voelde me de vreemde eend in de bijt, en laat dat nu net het laatste zijn dat je tijdens je tienerjaren wil. Mettertijd werd ik steeds onzekerder en begon ik bepaalde zaken te vermijden. Zo durfde ik niet naar de bakker te gaan om een brood te halen. Ik was bang dat ik me zou misspreken en dat ik vervolgens door de medewerkers en de andere klanten uitgelachen zou worden.’
Steeds meer donkere wolken
‘Ik kon mijn gedachten geen halt toeroepen. Ik bleef elke situatie overanalyseren, en dat dag in, dag uit (stil). Dat kostte enorm veel energie, maar geen haar op mijn hoofd dat er toen aan dacht dat ik ooit depressief en suïcidaal zou zijn. Ik voelde me dan wel niet normaal, al had ik niet het gevoel dat mijn emmertje vol aan het lopen was. Maar in 2010, toen ik 18 jaar was en net mijn diploma van de middelbare school op zak had, kwamen er steeds meer donkere wolken opzetten. Mijn toenmalige vriend, de enige persoon die ik écht vertrouwde, zette na twee jaar een punt achter onze relatie via een sms. Ik had de breuk niet zien aankomen en belandde in een diepe put. In diezelfde periode verloor ik verschillende personen en begon ik mezelf veel vragen te stellen over het leven en de toekomst.’
‘Al die tegenslagen en twijfels, gecombineerd met mijn verleden en het beeld dat ik over mezelf had, zorgden ervoor dat ik in een neerwaartse spiraal terechtkwam. Het zijn de hoofdingrediënten van de cocktail waardoor ik depressief werd. In eerste instantie hield ik voor mijn familie en vrienden de schijn op, zoals ik – nu ik terugkijk – eigenlijk onbewust al jarenlang deed. Het ging zogezegd allemaal wel, maar steeds vaker bracht ik mijn dagen liefst in bed door. Zaken waar ik vroeger plezier en voldoening uit haalde, lieten me volledig koud.’
‘Na verloop van tijd zag ik werkelijk in niets meer het positieve, laat staan dat ik over mezelf iets positiefs kon zeggen. Elke poging om iets te ondernemen, om toch buiten en onder de mensen te komen, leidde tot nog meer teleurstelling, want dan werd ik telkens weer met mijn neus op de feiten gedrukt dat ik niet gelukkig was. “Het is allemaal toch zo erg niet”, zeiden mensen in mijn omgeving weleens. “Je gaat je niet beter voelen door een hele dag in bed te blijven liggen.” Allemaal goedbedoeld, maar daardoor voelde ik me nog schuldiger, zeker omdat de put alsmaar dieper werd. Ik zat zo diep dat ik dacht dat dit gevoel nooit zou stoppen, dat er voor mij geen licht aan het einde van de tunnel was.’
Geen toekomst, alleen duisternis
‘Tijdens die periode leek een seconde uren te duren. Als elke seconde in mijn leven zo lang duurt als het nu aanvoelt, hou ik dit niet vol, dacht ik steeds vaker. Hoewel ik eerst mijn ware gevoelens probeerde te verstoppen, was ik – zodra ik depressief en suïcidaal werd – net heel open over mijn donkere gedachten. “Ik wil dood zijn, en als je me graag ziet, help je me daarbij”, zei ik letterlijk tegen mijn mama, soms wel meerdere keren op een dag. Ik was er echt van overtuigd dat de wereld beter af was zonder mij, een gevoel dat nog meer werd versterkt toen ik zag hoeveel pijn ik mijn ouders deed. Ik zag geen toekomst meer, alleen duisternis. In mijn hoofd was er nog maar één uitweg, en dat was de dood.’
‘Mijn ouders – bij wie ik nog woonde – deden alles binnen hun mogelijkheden om mij te helpen. Zo namen ze me mee naar de huisarts, van wie ik antidepressiva kreeg voorgeschreven, maar die pillen werken pas na enkele weken, en die tijd had ik toen niet meer. Mijn ouders hebben allerlei zaken geprobeerd, maar stonden in feite met hun rug tegen de muur. Ze wisten niet bij wie of waar ze nog terechtkonden. Het enige wat ze nog konden doen, was voortdurend een oogje in het zeil houden, maar ik was een tikkende tijdbom die elk moment kon ontploffen, wat niet veel later ook werkelijk gebeurde op een septemberavond in 2010. Hoewel ik wilde dat het leven stopte, bleef ik tot op het laatste moment twijfelen, al zette ik mijn plan toch door.’
Toen ik bij aankomst metershoge prikkeldraad zag, voelde ik me een halve crimineel. Ik was in alle staten toen ik werd opgenomen.
‘Na mijn zelfmoordpoging was mijn leven niet in gevaar, maar toen ik werd gevonden, maakten mijn ouders meteen een afspraak met de dienst psychiatrie van het ziekenhuis, waar een psychiater oordeelde dat ik drie dagen moest blijven. Omdat ik dat weigerde, volgde op bevel van de vrederechter een gedwongen opname. Vanuit het ziekenhuis werd ik met een ambulance onder politiebegeleiding naar de spoedafdeling van een centrum voor geestelijke gezondheidszorg gebracht. Het kleine beetje zelfvertrouwen dat ik toen nog had, was ik op dat moment volledig kwijt. Toen ik bij aankomst metershoge prikkeldraad zag, voelde ik me een halve crimineel. Ik was in alle staten toen ik werd opgenomen. Ik was kwaad op mijn ouders dat ze me lieten opnemen en teleurgesteld in mezelf dat het zo ver was gekomen. In het centrum kwam ik op een kamer te liggen bij iemand die psychoses had en continu zei dat ze mij niet in haar buurt wilde, wat maakte dat ik al helemaal niet het gevoel had dat een opname mijn reddingsboei was. Bovendien lag ik op de spoedafdeling, waar je in feite een hele dag niets te doen had. Het voornaamste doel was rusten en dan had ik misschien – met wat geluk – eens een gesprek met een psycholoog of een psychiater. Ik moet hier zo snel mogelijk weg, was vrijwel het enige dat ik kon denken.’
Overlevingsdoel
‘Hoewel die opname in eerste instantie niets voor mij was en meer kwaad dan goed leek te doen, leerde ik er wel een goede psychiater kennen, bij wie ik ambulant begon te gaan zodra ik ontslagen werd uit het centrum. Ik moest het over een andere boeg gooien, ervoor zorgen dat ik ergens nog wel een toekomst in zag. Een overlevingsdoel dat de tijd weer normaal deed gaan, in plaats van tergend traag. Ik was het mezelf verschuldigd om iets te ondernemen om uit die put te geraken, of om mij tenminste een halfuur oké te voelen. Een proces dat gepaard ging met heel wat vallen en opstaan: na elke stap in de goede richting hinkte ik vervolgens weer vijf stappen achteruit. Ik kan niet exact zeggen wanneer ik niet meer depressief en suïcidaal was. Dat gaat natuurlijk niet over een nacht ijs, maar ik herinner me nog wel een moment dat ik in december de hogeschool verliet en het gevoel had: mijn dag was oké.’
De 18-jarige Lore zou nooit hebben geloofd wat ze allemaal kon bereiken. Die Lore zag geen toekomst, terwijl ik nu zie dat er altijd hoop is.
‘Nadat ik met een aantal studiegenoten een politiek debat had georganiseerd, schreef ik me in bij de politieke jongerenorganisatie Animo. Ik leerde er gelijkgestemde zielen kennen, die elk een doel hadden om voor te vechten. Ik had het gevoel dat ze me begrepen zonder woorden. Een van hen is Stijn, met wie ik niet veel later een relatie kreeg en die ik intussen mijn man mag noemen. Dankzij Animo kreeg ik er een hoop nieuwe vrienden bij en vertoefde ik in een omgeving waarin ik mezelf kon focussen op beleidsthema’s die me na aan het hart liggen, zoals welzijn en geestelijke gezondheidszorg. Door mijn opname had ik namelijk zelf ervaren dat de hulpverlening stukken beter kon. Het overlevingsdoel dat ik in eerste instantie had, mondde uit tot een passie: ervoor zorgen dat niemand ooit nog zo slecht in zijn vel zat als ik destijds. Dat is uiteraard een utopie, maar ik wilde er op z’n minst voor zorgen dat iemand met suïcidale gedachten meteen de juiste hulp krijgt.’
‘Om dat doel te bereiken, veranderde ik in mijn derde jaar ergotherapie zelfs van studierichting. Ik begon sociale agogiek te studeren aan de VUB, wederom een omgeving waar ik me onmiddellijk thuis voelde. Nog voor ik mijn diploma op zak had, begon ik te werken als medewerker bij werkgroep Verder Na Zelfdoding, waar ik nu aan de slag ben als coördinator-voorzitter.’
Altijd hoop
‘De 18-jarige Lore zou nooit hebben geloofd wat ze allemaal kon bereiken. Die Lore zag geen toekomst, terwijl ik nu zie dat er altijd hoop is. Ik wist destijds niet eens wat geluk was, terwijl ik dat nu elke dag aan den lijve ondervind. Ik ben getrouwd met Stijn, de liefde van mijn leven met wie ik ons droomhuis aan het renoveren ben. Ik heb een boeiende job die ik elke dag met veel goesting en passie doe. Ik geef gastcolleges in het onderwijs en word regelmatig gevraagd als expert binnen mijn domein. Vandaag ben ik zelfs boeken aan het schrijven over rouwen en zelfdoding voor vier leeftijdscategorieën: een vertelboekje voor kleuters, een verhaalboek met oefeningen voor leerlingen in de lagere school, een boek voor tieners dat vooral gericht is op preventie en dan nog eentje voor volwassenen.’
‘Ik geniet meer van de kleine dingen in het leven en gun mezelf ook wat grotere dingen, zoals een reis naar Zuid-Afrika. Mijn toekomst wordt steeds rooskleuriger, al bestaat elk leven uit ups-and-downs. Het leven is nu eenmaal geen ponykamp. Iedereen heeft weleens een slechte dag, en dat moet je ook kunnen aanvaarden. Zelfs als je al vanaf jonge leeftijd een zware rugzak met je meedraagt en het heden ook geen rozengeur en maneschijn is, wil dat absoluut niet zeggen dat de toekomst niets voor jou in petto heeft.’
‘Maar als je depressief bent en worstelt met suïcidale gedachten, is het belangrijk dat je geen masker opzet en doet alsof alles goed gaat. Zoek iemand bij wie je je hart kan luchten en die onbevooroordeeld naar je luistert, want iedereen heeft zo’n persoon in zijn leven nodig. Overweeg zeker ook om professionele hulp te zoeken. Toen ik 18 jaar was, wist ik niet eens wat een centrum voor geestelijke gezondheidszorg was. Je kon al wel bellen naar de zelfmoordlijn, maar dat durfde ik niet. In de voorbije negen jaar is er op vlak van preventie en hulpaanbod gelukkig al veel veranderd.’
‘Er zullen wel wachtlijsten zijn, maar er zijn nu ook laagdrempelige initiatieven, zoals zelfhulpcursussen en apps, om die tijd te vullen. Geef het een kans en onthou dat er na regen altijd zonneschijn komt, al moet je eerst op zoek naar piepkleine straaltjes.’
Heb je vragen over zelfdoding of wil je met iemand praten? Dat kan, gratis en anoniem. Op www.zelfmoord1813.be of www.tele-onthaal.be kan je chatten, bellen kan op de nummers 1813 (Zelfmoordlijn) of 106 (Tele-Onthaal).
Lees ook:
- Anna (30) was meer dan de helft van haar leven depressief en suïcidaal, tot een opname haar redding bleek
- ‘Loop ik meer risico op een burn-out dan anderen?’: deze persoonlijkheidstypes moeten oppassen
- De papa van Robinne (20) stapte uit het leven: ‘Als ik plezier maak of even niet aan hem denk, voel ik me slecht’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier