Gen F

Join onze community en krijg extra toegang tot artikelen, deel jouw verhaal & ...

Redactrice Lies probeerde twee weken afvalloos te leven

Uitgetest: redactrice Lies ging voor de ‘Zero Waste Challenge’

De redactie

De Zero Waste week ligt al een tijdje achter ons, maar toch blijft het onderwerp nog zeer actueel. Het initiatief wil wereldwijd meer aandacht vestigen op de grote hoeveelheid afval die we dagelijks produceren. Volgens de Wereldbank is dat meer dan 1 kilogram per persoon, per dag. Die afvalberg moet in de toekomst een pak kleiner. Redactrice Lies ging alvast de uitdaging aan. Zij probeerde twee weken lang haar afval tot het minimum te beperken.

Tekst: Lies Van Kelst


19 kilo. Zo veel restafval produceerden mijn lief en ik afgelopen jaar. Dat blijkt bijzonder weinig te zijn, aldus de statistieken, want de mediaan in onze gemeente ligt boven 115 kilo per jaar. Toch ben ik niet een of andere groene hippie. Echt niet. De reden dat ik netjes sorteer en mijn (rest)afvalberg probeer te beperken, is geen nobele daad voor het milieu of een poging tot een politieke lidkaart van Groen. Wel het gevolg van de hoge prijs van afval in onze gemeente. De vuilbakken worden hier bij elke ophaling gewogen en aan het einde van het jaar krijgt elk huisgezin een – al dan niet gepeperde – rekening toegestuurd. Zelfs het containerpark is hier voor een groot deel betalend (en beperkt in aantal bezoeken). Maar hoewel ik een goeie sorteerder ben, ben ik allesbehalve een milieubewuste consument. Dagelijks neem ik een plastic flesje water mee naar mijn werk, in de supermarkt stop ik elke groente- of fruitsoort in een apart plastic zakje en ik koop mijn yoghurtpotjes liever wat kleiner (wegens handiger) dan één grote pot. Dat ik de komende twee weken voor een niet al te makkelijke opdracht sta, mag dus duidelijk zijn.

 

De oude doos

‘Een kilo gehakt, alstublieft, maar kan u dat in deze container doen?’ hoor ik mezelf vragen, terwijl ik een grote roomijsdoos bovenhaal. De slagersvrouw fronst haar wenkbrauwen.


Geen supermarktbezoeken voor mij de volgende dagen, net zomin als afhaalmaaltijden en eten uit de eigen voorraadkast (want sowieso verpakt). Dus neem ik mijn grote zak met doosjes en potjes allerhande en trek ik naar de slager. ‘Een kilo gehakt, alstublieft, maar kan u dat in deze container doen?’ hoor ik mezelf vragen, terwijl ik een grote roomijsdoos bovenhaal. De slagersvrouw fronst haar wenkbrauwen en kijkt behoorlijk bedenkelijk, maar doet wat ik haar vraag. Zelf voel ik me in alle eerlijkheid redelijk gegeneerd en ik heb de neiging me meteen te verantwoorden. ‘Het is voor een project’, zeg ik snel, vooral als zo’n doos nogal een gedoe blijkt en de weegschaal opnieuw moet worden afgesteld, want zo’n bakje weegt meer dan papier. Ietwat opgelucht wandel ik weer naar buiten, met voldoende vleesvoorraad voor mijn afvalloos project, allemaal verzameld in aparte containers. De kop is eraf. Op naar winkel nummer twee. Eieren, yoghurt, platte kaas en verse melk haal ik bij een lokale boer die zelf zuivelproducten maakt én werkt met een statiegeldsysteem. Alles is vers én – belangrijk detail – niet duurder dan in de supermarkt.

 

Dag 1: gered door mama


 

Ik ben nog maar een dik uur bezig met mijn experiment en nu al compleet de mist ingegaan.


Op de eerste dag trek ik ’s morgens meteen naar de markt, met twee grote zakken en een voorraad dozen en potten. Aan het groentekraam vraag ik uitdrukkelijk om alle groente en fruit los in mijn winkelzak te stoppen. Als ik de verkoopster toch naar een papieren zakje zie grijpen, roep ik nét iets te enthousiast ‘Nee, écht geen zakjes, alstublieft’. Ik blijf me ietwat ongemakkelijk voelen als ik mijn potjes bovenhaal, maar de vrouw van het snoepkraam reageert enthousiast. ‘Handig!’ zegt ze vriendelijk. Vol goeie moed pak ik thuis alles uit. ‘Dit gaat me nog lukken ook’, denk ik enthousiast. Maar al snel wordt mijn optimisme de kop ingedrukt. De selder blijkt namelijk verpakt in plastic folie. WTF? Ik ben nog maar een dik uur bezig met mijn experiment en nu al compleet de mist ingegaan. Toch laat ik me niet meteen ontmoedigen (wat is één plasticje in 14 dagen?) en begin ik vrolijk aan de voorbereidingen van de spaghettisaus. Maar als zo goed als alle groentes zijn gesneden, bedenk ik plots dat ik geen tomatensaus heb. Of toch niet in glazen potten. En meteen na het selderincident ook een brik passata openmaken vind ik nét iets te veel van het ‘goede’ tijdens een no waste challenge. Een telefoontje naar mijn mama later heb ik niet alleen een voorraad mama-made passata in huis, maar ook rodekool én aardappelen (die mama rechtstreeks bij de boer haalt). En nu ik toch bezig ben, maak ik ineens een grote pot tomaten-pompoensoep, om ook tijdens de middagpauzes niet verleid te worden door de broodjeszaak om de hoek of de supermarkt even verderop.

Dag 2: dan toch geen freak


De volgende dag breng ik een bezoek aan Robuust, de verpakkingsvrije winkel in Antwerpen. Met (alweer) een hele voorraad dozen en potten onder de arm haal ik pasta, bloem, olie, suiker, ontbijtgranen, havermout, kaas, chocolade, noten, bananenchips en (losse) thee in huis. De winkel oogt helemaal niet geitenwollensokkenachtig, maar net heel leuk en hip. Voor het eerst voel ik me ook niet die rare met haar potjes. Iedereen wil hier zijn steentje bijdragen aan een verpakkingsvrije wereld en de winkel trekt duidelijk de meest uiteenlopende types aan. Van de man in het pak of het jonge, hippe koppeltje tot de mama met haar baby in een draagdoek. Ik besluit de verkoopster raad te vragen om ook van mijn shampoo- en zeepflessen af te geraken. Ze legt me uit dat ik kan kiezen voor lopende shampoo, die ik in een (herbruikbaar) glazen flesje kan meenemen, of een stuk shampoo, zoals zeep. Dat laatste lijkt me wel wat, en ik schaf me ook meteen herbruikbare make-updoekjes aan. Ze hebben zelfs wasbaar maandverband en menstruatiecups, al gaan die me voorlopig nog een stap te ver. Blij gemutst rij ik naar huis. Maar terwijl ik voor het rode licht sta te wachten met mijn voorraad verpakkingsvrije spullen én mijn bijdrage aan een beter milieu, zie ik hoe de vrachtwagenchauffeur voor me uitstapt, een groot, log spul de gracht in kiepert en snel weer verder rijdt. Compleet verbouwereerd staar ik de wegrijdende vrachtwagen aan. Wat was dit? Zelfs claxonneren (wat ik anders maar al te graag doe in het verkeer) komt niet in me op. Dat, dames en heren, is dus hoe al mijn én uw inspanningen in één beweging teniet worden gedaan door een gewetenloze pummel in een gele vrachtwagen. De rest van de week vind ik het vooral wennen. Ik moet mijn leven behoorlijk reorganiseren, met een uitgekiend weekmenu en voldoende eten en drinken bij de hand telkens als ik de deur uitga. Eigenlijk ben ik niet zo’n georganiseerd type als het op eten en drinken aankomt, want meestal beslis ik vijf minuten voor ik wil eten wat en of ik kook. Toch trek ik vanaf nu elke dag met een brooddoos, drinkbus, soepvoorraad en potje wortelen in de (stoffen) zak richting werk. Nu nog een bakfiets, en ik voel me compleet.

Red de wereld met pandaogen


Zodra ik ermee weg ben, valt het afvalvrije bestaan best mee. Al moet ik ook toegeven dat ik mezelf af en toe wel iets ‘extra’ toesta. Na een dag of vijf besluit ik dat ik mijn oren écht een keer wil uitkuisen met een (uiteraard niet-herbruikbaar) wattenstafje en bezwijk ik alsnog voor de fles conditioner op de badrand. Het stuk shampoo dat ik aankocht, doet zijn werk best goed (al is het wennen dat mijn lokken niet zo schuimen), maar mijn haar voelt minder zacht aan dan toen ik er nog een dagelijkse portie conditioner op smeerde. Bovendien betrap ik mezelf erop dat ik vaker in de spiegel kijk, aangezien ik mijn waterproof mascara inruilde voor een gewoon exemplaar (wegens makkelijker te verwijderen met mijn herbruikbare make-updoekjes) en de kans op panda-ogen aanzienlijk is toegenomen. Ook in de sportclub vraag ik steevast een cola zero zonder rietje en de verleiding tot afhaalsushi of -frietjes blijft beperkt. Zelfs mijn tweede bezoek aan de markt voor een nieuwe lading groenten, fruit en zoets verloopt met wat minder gêne dan de eerste keer. De vrouw van het fruitkraam kijkt niet raar of bedenkelijk deze keer (misschien omdat ík er nu minder moeite mee heb en dus doe alsof het de gewoonste zaak van de wereld is), en de dame achter het snoepkraam herkent me nog van de week voordien. ‘Ah ja, dat is toch makkelijk, hè, madammeke, dat gij uw eigen pottekes meepakt.’ Zo’n weirdo blijk ik dus toch niet te zijn.

Schrap die koffie maar

De cadeaus die ik kocht voor mijn neefjes en nichtje wil ik graag inpakken. Maar wacht ik er nog een paar dagen mee en ben ik dus een beetje hypocriet?


De laatste dagen van mijn zero waste challenge staan er behoorlijk wat etentjes op het programma, en die blijken mijn ecologische voetafdruk toch weer de hoogte in te jagen. Servetten zijn zelden van stof, en bestek wordt vaak in papieren zakjes gestopt. Bovendien heb ik geen flauw benul wat er achter de schermen gebeurt en hoeveel plastic en consoorten er dus aan te pas komen. Ook als ik een koffie wil bestellen, geraak ik behoorlijk gefrustreerd, want koffie op restaurant staat gelijk aan een verpakt suikerklontje, melk én koekje, en dat valt niet echt onder de noemer ‘zero waste’. ‘Of nee, schrap die koffie maar’, zeg ik op het laatste moment, als ik tot het besef kom dat ik moet opletten met mijn afval. Om me nog wat extra te plagen, trakteren mijn vrienden me na een wc-bezoek op een hele hoop koekjes en suikertjes voor mijn neus aan tafel. Hilariteit alom. Ook thuis merk ik soms een tweestrijd bij mezelf. De cadeaus die ik kocht voor mijn neefjes en nichtje wil ik graag inpakken. Maar wacht ik er nog een paar dagen mee en ben ik dus een beetje hypocriet? Of voeg ik nu de plastic verpakking van de nieuwe rol toe aan mijn afvalpotje? Ik kies voor de laatste optie: ik wil mijn leven niet helemaal on hold zetten, want dat is ook helemaal niet de bedoeling van de challenge. En net dat maakt deze uitdaging soms bijzonder frustrerend. Hoever moet ik gaan in mijn zero waste? Het drankje dat ik expliciet had besteld zonder rietje en waarvan dat laatste er vlak voor mijn neus uit wordt gezwierd, wegens ‘vergeten door de serveuse’, bezorgt me een instant schuldgevoel. Het lijkt alsof ik deze uitdaging nooit 100 % kan doen, en daar hou ik niet van. Ik ben zo’n beetje een ‘alles of niks’-vrouw in die zaken, en het feit dat dat eigenlijk niet kan, geeft de hele uitdaging soms een ietwat wrange nasmaak. Toch ben ik blij dat ik mijn afval heb weten te beperken tot een amper één bokaal. Nogal indrukwekkend, vind ik van mezelf, die zelfs drie weken na haar challenge haar fancy drinkbus nog steeds overal mee naartoe neemt. Speekmedaille!

Tips voor een afvalvrij bestaan


#1: Het zit in de details

Een zero waste-bestaan, daar hoef je echt niet plotsklaps mee te beginnen. Begin geleidelijk aan, door de producten in je kast stilaan te vervangen door een milieuvriendelijker alternatief. Het heeft geen zin je hele kastvoorraad weg te kieperen, omdaarna alles te vervangen.

#2: Weiger

Neem je eigen zak mee naar de supermarkt of zelfs naar de klerenwinkel en zeg nee tegen elk plastic zakje dat je aangeboden krijgt. Kies een komkommer zonder folie en wees niet te gegeneerd om je fruit en groenten in de supermarkt allemaal los in je kar of desnoods in één zakje te stoppen.

#3: Reduceer

Haal geen grote voorraad eitjes of kaas in huis als je weet dat die zal bederven. Koop liever een paar keer een kleinere voorraad,en sta stil bij wat je allemaal in huis haalt.

#4: Recupereer

(Her)gebruik alle potjes, zakjes en doosjes die je huis binnenkomen. Maak van alle kliekjes een nieuwe maaltijd, breng je kapotte schoenen naar de schoenmaker (in plaats van ze weg te gooien) en gebruik je broodzak als lunchzakje. Huishoudelijke spullen die je niet meer gebruikt, kan je van de hand doen op tweedehandssites of breng je naar de kringloopwinkel. Je kan ze ook weggeven in een geefgroep op Facebook

#5: Recycleer

Probeer wat je niet meer kan (her)gebruiken zo veel mogelijk gescheiden in te leveren: papier, glas, pmd, batterijen, kleding...

#6: Composteer

Gooi alle groente- en fruitafval in je groene container of op je eigen composthoop.

 

Afvalvrije winkels in Vlaanderen


• Antwerpen: Robuust, The Zero Waste Shop (www.berobuust.be)

• Gent: Ohne (www.ohne.be)

• Leuven: Content (www.contentleuven.weebly.com)

• Brussel: Chyl (www.chyl.be) en Almata (www.almata.be)

• Mechelen: Kabas (www.facebook.com/dekabasmechelen)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content

' ' ' '