In haar nieuwe boek 'Handleiding voor de single' toont Stephanie Coorevits hoe het leven van een single vrouw er écht uitziet.
Stephanie Coorevits: ‘Ik geloof niet in ““de happy single””. We zijn niet gemaakt om alleen te zijn’
Weg met het cliché van de happy single! In haar nieuwe boek ‘Handleiding voor de single’ toont Stephanie Coorevits (34) hoe het leven van een single vrouw er écht uitziet… foute blind dates, vreemde Tindermatches en slechte openingszinnen incluis.
Spoileralert: Stephanie Coorevits heeft een lief! De West-Vlaamse schone, die net haar ‘Handleiding voor de single’ uit heeft, is zelf niet langer single. Blijkbaar heeft ze dus wel érg veel gehad aan haar eigen boek. Bijna drie jaar is ze alleen geweest, nadat ze was gescheiden van de jeugdliefde met wie ze veertien jaar samen was. Maar wees gerust: in die tijd heeft ze zeker niet de hele tijd stilletjes op haar kamer zitten huilen. Een onenightstand? Dat móét je doen als single. Een blind date? Uiteraard. Casual seks met een fuckbuddy? Welja, waarom niet.
En leuk voor ons: ze beschrijft al haar escapades tot in de meest hilarische en soms ietwat pijnlijke details. Of ze schrik heeft dat haar mama met het schaamrood op de wangen haar nieuwste boek zal lezen? ‘Maar neen! Die weet dat allemaal al!’, lacht Stephanie. ‘Wij zijn thuis nogal, euhm, open. Alleen mijn oma zal er misschien niet zo blij mee zijn…’
Proficiat met je nieuwe boek… en je nieuwe lief!
‘Dankjewel! Beetje ironisch wel, dat ik net weer iemand heb leren kennen terwijl ik de laatste hand legde aan mijn handboek voor singles. Ik dacht het nog even te verzwijgen, maar dat is moeilijk als je verliefd bent. Plus: het kan de singles die mijn boek lezen alleen maar hoop geven. Bij mij is het óók goedgekomen (lacht). Nu, het boek is meer mijn persoonlijke relaas dan een handleiding. Ik heb de wijsheid niet in pacht, hé, en dat pretendeer ik ook niet. Wil je wetenschappelijk advies, dan zijn er genoeg relatietherapeuten bij wie je te rade kan gaan. Ik ga voor herkenbaarheid, met hier en daar een serieus relativerende tip. Als ik het moeilijk heb, heb ik veel aan boeken of muziek van mensen die hetzelfde meemaken. Iederéén heeft ups & downs, het doet deugd om dat dan te beseffen. Ik lees dan ook liever iets grappigs dan iets triests. Daarom deel ik met plezier mijn eigen gênante verhalen als troost voor anderen (lacht).’
Heeft het schrijven van het boek jou ook geholpen in je nieuwe leven als single?
‘Tuurlijk. Schrijven heeft iets therapeutisch. Ik hield als kind al een dagboek bij. Als ik me slecht voelde of als er iets bijzonders gebeurde, dan schreef ik dat op. Maar dit is natuurlijk geen dagboek dat je verstopt voor je mama, iedereen leest mee. Daar gaat toch wat schaamte mee gepaard. Ik vond het lastiger om dit boek te schrijven dan ‘De romantische komedie’, net omdat ik er nog middenin zat. Ik kon er nog niet genoeg afstand van nemen. Het was ook een heftige periode, hé. De scheiding was een van de moeilijkste dingen die ik ooit heb meegemaakt. Je neemt niet alleen afscheid van je partner, maar ook van je leven zoals het tot dan is. Je huis, je vrienden, je financiële zekerheid, je gemoedsrust, je zelfbeeld… alles wordt anders. Je bent niet meer “de vrouw van”, maar wel de bitch die is weggelopen.’
Toen ik ging scheiden, was ik plots niet langer “de vrouw van”, maar wel de bitch die is weggelopen.
Wat dan met het cliché van de happy single?
‘Daar geloof ik niet in. Je kan happy zijn als single, maar ik denk niet dat je gemaakt bent om alleen te zijn. Ik zie dat nu ook bij mijn vriendinnen die geen vriend hebben. Die zijn áltijd op zoek. Ze hebben een geweldige carrière, een eigen auto en een tof appartement. Alles hebben ze zelf gedaan, helemaal Beyoncé-style! En toch. Ze hebben geen man nodig om spinnen te verjagen of een band te vervangen, maar wel om ’s nachts tegen aan te kruipen en ’s ochtends naast wakker te worden. Om graag te zien en graag gezien te worden. Ik geloof best dat heel veel singles een supertof leven hebben met hun vrienden, maar dat ze happy zijn om de rest van hun leven alleen te blijven? Dat denk ik niet.’
Je zegt dat je geen wetenschappelijk advies wil geven, maar je wil ons vast wel je ultieme singletip geven.
‘Wel, mijn beste vriendin en ik waren tegelijk single. We zeiden heel vaak tegen elkaar: hadden we maar een glazen bol, waarin we zouden zien dat het ooit wel goed zou komen. Dan maakt het zelfs niet uit wie of wanneer, maar dat je gewoon zeker weet dat je ooit weer iemand tegenkomt. Zo zou je veel meer kunnen genieten van je single-zijn. Het kan écht leuk zijn. Dus mijn tip: berust in de situatie en probeer te genieten van de tijd alleen. Het is vooral de angst dat je nooit meer iemand zal vinden die je ongelukkig maakt. Dan komt de paniek: shit, ik ga nooit nog iemand vinden! Been there, done that. Ik dacht echt: ik word de crazy tante Steph die mijn zussen moeten uitnodigen met kerst omdat ik anders maar alleen thuis zit met mijn veertig katten. Achteraf bekeken is het single-zijn een van de beste dingen die me is overkomen. De scheiding wás superpijnlijk, en je hébt diepe momenten, maar het is ook een unieke kans om jezelf te leren kennen. In een relatie geef je altijd een stukje van jezelf af, omdat je rekening moet houden met de ander. Als single kan je die periode gebruiken om echt jezelf te zijn. Ik denk dat ik nu beter in een relatie sta, omdat ik weet waar mijn zwaktes en sterktes liggen.’
Wat waren jouw diepe momenten?
‘De zondagen… die kunnen vréselijk zijn. Dat zijn dagen die de meeste mensen voorbehouden voor hun lief en familie. Voor een single kunnen die heel eenzaam zijn. Dan stond ik ’s ochtends op en besefte ik dat ik die dag tegen níémand zou praten. In de zomer trok ik er vaak op uit naar vriendinnen in Brussel – wijntjes hijsen op een pleintje, heel tof – maar in de winter ligt dat moeilijker. Soms ging ik wandelen met mijn ma in Ieper. Maar als ik dan met haar op een bankje zat, voelde ik me nog slechter. Twee oude vrijsters bij elkaar (lacht). Als ik echt niemand vond om mee af te spreken, dan probeerde ik het gewoon als me-time te zien. Ik ging een stevig tourtje lopen, nam een heerlijk lang bad, keek drie films na elkaar en maakte spaghetti. Ik heb echt moeten wennen aan het alleen-zijn. Ik kom uit een gezin met vier kinderen en Simeon was mijn serieuze lief. Ik was nog nooit echt alleen geweest. Dat was superscary shit! Ik kon niets. Ik wist niet eens hoe ik de rekeningen moest betalen! En dan is je auto perte totale en moet je een nieuwe kopen, een verzekering afsluiten, een verhuis regelen... Daarna voelde ik me zó sterk: check mij, ik heb het allemaal zélf gedaan.’
Ben je keihard loosgegaan toen je na veertien jaar weer single was?
‘Jaaaa! Ik dacht: ik moet losbreken. Ik moet nu de dingen doen die ik de voorbije veertien jaar nooit heb gedaan. Ik had tot dan toe netjes het geijkte pad gevolgd. Studeren, samenwonen, een job vinden, trouwen... Dat kon ik niet meer. Misschien wilde ik wel wat inhalen, ja. Jongens, is me dat een wilde periode geweest. Feesten dat ik deed, elk weekend tot 7 uur ’s ochtends, heerlijk nachtje door. Vroeger vond ik het al gewaagd als we op zaterdagavond pas om 2.30 uur in ons bed lagen omdat er vrienden waren blijven plakken. Nu denk ik om 2.30 uur: de nacht is nog zo jong, naar waar gaan we?! Eerlijk: ik ben er nog niet helemaal uit (lacht). Ik had voor mezelf een mentale bucketlist opgesteld. Een van de puntjes was een onenightstand. Dat moest ik toch eens doen? Die heb ik trouwens gehad op de trouw van mijn zus. Misschien niet het allerbeste plan, maar ik kon het dan toch afvinken. En ik heb nérgens spijt van. Dat heeft geleid tot wie ik nu ben, hoe ik nu in het leven sta, de vrienden die ik heb én de man met wie ik samen ben. Tussen ons gezegd en gezwegen: mijn lief Sander was eerst mijn friend with benefits.’
Soms dacht ik: ik word de crazy tante die alleen thuis zit met haar veertig katten.
Stond Tinder ook op die bucketlist?
‘Niet echt, ik heb dat geïnstalleerd onder de lichte dwang van een vriendin. Ik vond dat zó deprimerend. Toen ik begon te swipen, dacht ik echt: fuck, zijn dit dan de mannen uit wie ik kan kiezen? Is dit nu mijn vijver? Toen dacht ik écht dat ik altijd alleen zou blijven (lacht). Het is ook zo’n vleeskeuring, hé. Ik heb er één date aan overgehouden, en dat was dan nog iemand die ik eigenlijk via via kende. Puur voor de seks heb ik er nooit eentje naar rechts geswipet. Ik heb gelukkig nooit zo lang droog gestaan dat ik me tot Tinder moest wenden voor een bootycall. Er kwam altijd wel iemand op mijn pad. Eigenlijk heb ik heel weinig gedatet. Eén keer heb ik een blind date gehad, een vriend van een vriend van Olivier (Deschacht, de man van Stephanies zus Annelien, red.). En dat was, euhm, een tegenvaller. Hij was te laat in het restaurant, en ik wist niet eens op welke naam hij gereserveerd had. Gênant! Bovendien was hij écht mijn type niet. Een tip: ga als eerste date nooit uit eten, dat duurt véél te lang. Ach, ik heb er het beste van gemaakt. Dan had ik ten minste iets te vertellen aan mijn beste vriendin.’
Je hebt het ook over je relatie met een getrouwde man. Is dat het ultieme taboe?
‘Ik heb héél lang getwijfeld of ik dat zou vertellen. Dat hoofdstuk heb ik echt in één ruk en met rode wangen geschreven, omdat ik bang was dat ik het anders niet meer zou doen. Maar net omdat het zo’n groot taboe is, kon ik het niet uit de weg gaan. Ik ken heel veel single vrouwen en zowat de helft – of zelfs meer – heeft vroeg of laat een relatie met een getrouwde man. Geloof me: dat zijn geen homewreckers die eropuit zijn een gezin te verwoesten. Ze worden gewoon verliefd op de foute man. Ik dus ook… En hoe hard we ook beweren dat wij niet dat cliché van de minnares gaan worden, uiteindelijk loopt het bijna altijd op dezelfde, pijnlijke manier af. Nu, ik heb wel nooit gedacht of gewild dat hij zijn vrouw voor mij zou verlaten. Een man die zou scheiden voor mij én zijn kinderen zou meenemen… Nee, bedankt!’
Kinderen, het blijft precies een gevoelig onderwerp?
‘Ik dacht: ik begin er zelf over, voor ik de vraag weer krijg. Ik wéét niet of ik kinderen wil, en ik denk eigenlijk dat ik dat nooit helemaal zeker zal weten. Met het ouder worden begin ik wel te beseffen dat ik er eens langer dan vijf minuten bij moet stilstaan of ik er wil. Als ik ooit voor kinderen ga, twijfel ik vast tot op de dag van de bevalling. Op het moment dat ik moet beginnen persen, ga ik nog denken: fuck, wat heb ik gedaan! Misschien schrijf ik dáár dan nog eens een boek over. De vraag op zich stoort me wel verschrikkelijk, vooral het feit dat meestal alleen vrouwen die krijgen. Waarom wordt ze nooit aan mannen gesteld? En waarom wordt er bijvoorbeeld zelfs naar gevraagd tijdens een sollicitatiegesprek? Ik ben er zeker van dat vrouwen die even goed zijn als hun mannelijke tegenkandidaten soms een job niet krijgen omdat ze nu toevallig biologisch uitgerust zijn om kinderen te krijgen. Dan komt mijn feministische kant boven en word ik kwaad.’
Je kon het niet laten: er zit ook wat feminisme in je boek… Je hebt het over inspirerende vrouwen en over de vreselijke term ‘slet’.
‘Dat is nu eenmaal wie ik ben. Ik bén een feministe. Niet dat ik ga beweren dat je menstruatiebloed moet drinken zoals Germaine Greer, hé. Maar zeg nu zelf: het is toch ongelooflijk dat er geen mannelijke tegenhanger is voor het woord “slet”? Een player komt nog het dichtst in de buurt, maar dat heeft helemaal niet die slechte connotatie. Misschien vinden sommige mensen dat ik niet mag klagen, omdat ik als Vlaamse vrouw weinig last heb van seksisme. Maar zolang zowat vier vijfde van de vrouwelijke wereldbevolking er wel nog onder lijdt, kunnen we dat niet negeren. Ik kan mijn mannetje staan, maar als ik ’s nachts alleen over straat naar huis loop, zal ik altijd op mijn hoede zijn. Stel dat het een warme avond is, en ik in mijn korte rokje word lastiggevallen, dan is de kans groot dat ik de opmerking krijg dat ik het zelf gezocht heb. Daar word ik boos van. Ik zou bij wijze van spreken in mijn bikini over straat moeten kunnen stappen. Dan nog mag er niemand aan mijn lijf komen als ik dat niet wil. Nu, ik ben er door mijn oma wel al voor gewaarschuwd dat ik té feministisch ben. “Zo ga je nooit een man kunnen houden”, zei ze toen ze mijn boek las (lacht).’
Toch een beetje een wereldverbeteraar… Ben je daarom psychologie gaan studeren?
‘Ik had vooral een héle knappe leraar psychologie (lacht). In het middelbaar was het ook mijn beste vak. Ik had er 92 voor, zonder er iets voor te hoeven doen. Ik ben van nature ook wel heel empathisch, dus het past bij mij. In het begin denk je ook dat je de wereld kan verbeteren, dat moet wel, want anders hou je dat niet vol. Mijn werk in het ziekenhuis is een realitycheck. Ik doe crisisopvang van jongeren die geplaatst zijn door de jeugdrechter. Als ze het te bont maken in de instelling waar ze verblijven, komen ze bij ons in time-out. Ik zie dus echt de allerzwaarste gevallen. Daarom ben ik ook zo blij dat ik mijn job in het ziekenhuis kan combineren met opdrachten in de media. Ik kan af en toe wel wat luchtigheid gebruiken. Nu, ik zou ook niet alléén maar in de media willen werken. Mijn werk als psychologe houdt me met beide benen op de grond.’
Veel vrouwen zijn ‘eeuwig 29’. Jij bent onlangs 34 geworden… Heb jij het moeilijk met ouder worden?
‘Toch een beetje… Ik doe graag feestjes voor mijn verjaardag, maar vanaf nu hoeven we er niet per se meer een getal op te plakken. Ik wou echt dat ik een van die vrouwen was die waardig en gracieus oud worden, maar nope, dat zit er niet in. Van mij had het mogen stoppen op mijn 31ste. Het helpt ook niet dat Sander zeven jaar jonger is. Yep, ik ben een cougar (lacht). Maar ik sta er meer bij stil dan Sander. Als ik er het geld voor had, zou ik zeker iets aan mijn lichaam laten doen als ik dat nodig vond. Ik ben al eens bij de plastisch chirurg geweest voor mijn buikje – mijn grote complex! – maar die lachte me vierkant uit. Kom maar eens terug als je twee kinderen gehad hebt en het echt nodig is, kreeg ik als reactie. Over botox heb ik ook al nagedacht, maar dat wil ik precies nog niet doen. Ik ken mensen die regelmatig botox spuiten en die kunnen gewoon niet meer fronsen. Toch een beetje bizar.’
Dan helpt het vast niet dat je een zus hebt die Miss België is geweest?
‘Niet echt, neen. Ik ben thuis het lelijke eendje (lacht). Echt! Niet alleen Annelien is supermooi, ook Liselotte en mijn broer Robbert zijn razend knap. Of dat ooit voor een concurrentiestrijd heeft gezorgd? Totaal niet, eigenlijk. Als kind maakten we veel ruzie – over wie met welke Barbie mocht spelen – maar nu komen we heel goed overeen. We kunnen elkaar niet missen. We zijn acht handen op twee buiken, of zoiets (lacht). Wat niet betekent dat we niet heel verschillend zijn. Liselotte is hoogbegaafd, Annelien is een echt zondagskind en ik ben zo’n beetje de getormenteerde ziel van de familie. Ik weet ook wie ik wat moet vragen. Wil ik empathie en begrip, dan bel ik Annelien, wil ik een rationele oplossing om een einde te maken aan mijn zelfmedelijden, dan klop ik bij Liselotte aan.’
Heb je soms gevoel dat je in de schaduw staat van Annelien?
‘Goh, vroeger wel. Toen ze in 2012 Miss België werd, was ik supertrots, maar dacht ik ook wel: darn, vanaf nu zal ik altijd de zus van die Miss België zijn. Aargh, hoe vaak ik die vraag al niet gekregen heb. “Zeg, ben jij niet de zus van?” Meestal maken ze hun zin niet eens af. Ik ben niet alleen de zus van Annelien, hé, ik ben ook de zus van Liselotte en Robbert. En denk je echt dat die openingszin tot een boeiend gesprek zal leiden? Misschien ben ik dan de arrogante trut, maar ik ben de vraag gewoon beu. Ik krijg ze al twaalf jaar minstens één keer per week. En echt: ik kan ook dingen (lacht).’
Even serieus: jij kan toch ook niet klagen over hoe je eruitziet. Is het leven makkelijker voor mooie mensen?
‘Helaas en heel unfair, maar ik denk het wel. Maar het mes snijdt langs twee kanten. Van een mooie vrouw denken mensen algauw dat er bovenaan niet al te veel zal inzitten of dat ze razend arrogant is. Je kan als vrouw niet én mooi én slim én tof zijn, dat zou gewoon te veel zijn. Nochtans zijn al mijn vriendinnen én mooi én slim én tof. Als mooie vrouw zal je meer drankjes getrakteerd krijgen op café, maar krijg je bij een succesvolle carrière ook te horen dat dat wel met de beentjes open zal zijn geweest.’
Ik ken heel veel single vrouwen en zowat de helft – of zelfs meer – heeft vroeg of laat een relatie met een getrouwde man.
Jij en Annelien hebben twee jaar geleden samen ‘Temptation Island’ gedraaid. Voor herhaling vatbaar?
‘Dat was gewoon de max. Met je zus drie weken op een tropisch eiland zitten om te werken: is er iets beters? Ik ben gek op reizen, mijn droomjob zou er een zijn waarbij ik de wereld kan rondtrekken. Dit jaar ben ik niet meegegaan. Met het afwerken van het boek en mijn andere jobs had ik al genoeg omhanden. Maar het was wel altijd heel spannend om tijdens die drie weken ‘s ochtends de regiekamer binnen te komen om te vragen wie er die nacht wat had uitgestoken. Het was de editie met Marvin, dus er gebeurde wel wat. Maar ik schrik van niks meer, vergeet niet dat ik in de psychiatrie werk (lacht).’
‘Temptation Island’ draait om verleiden, overspel en trouw. Geloof jij in monogamie?
‘Nee, eigenlijk niet. Weet je, ik ben nu stapelverliefd op Sander, en ik kan me niet voorstellen dat ik ooit nog iets met iemand anders zou willen. Maar de realiteit is gewoon dat dat gevoel niet blijft duren. Iedereen zal ooit wel naar iemand anders verlangen. Ik geloof wél in echte liefde. Seks mag niet worden verward met liefde, dat zijn twee totaal verschillende dingen. Als mijn lief mij ooit bedriegt, wil ik het liever niet weten. Toch niet als het iets eenmaligs is. Dan steek je dat in je hoofd, begin je daarop te flippen en maakt dat te veel kapot. Eerlijk: mensen biechten het meestal op voor hun eigen gemoedsrust, niet om hun relatie te redden. Als hij eraan denkt om me voor een ander te verlaten, wil ik het wel weten. Dat het tenminste een fair fight wordt.’
Zou je zelf ooit meedoen aan zo’n programma als ‘Temptation Island’?
‘No way! Ik zou ’s werelds slechtste verleidster zijn. Als ik iemand echt leuk vind, verlies ik al mijn humor en intelligentie. Dan begin ik te stotteren en te stuntelen en maak ik ’s werelds meest socially awkward grapjes. In een film zou je in de daaropvolgende stilte wat tumbleweed voorbij zien rollen… of krekels horen tsjirpen (lacht). Nu merk je het misschien niet, maar als kind was ik ziekelijk verlegen. Ik durfde niet te praten in de klas. Bij een spreekbeurt stond ik met mijn hoofd naar beneden, het zweet liep over mijn rug, de tekst rammelde ik af. Hoe ik eruit gegroeid ben? Geen idee eigenlijk. Mijn deelname aan “De Beste Hobbykok van Vlaanderen” heeft wel geholpen. In de media kun je echt bejubeld worden, en dat heeft wonderen gedaan voor mijn zelfvertrouwen. Het contrast met de psychiatrie is groot, daar krijg je van sommige jongeren echt de hardste verwijten naar je hoofd. Ik was zelf eigenlijk ook een beetje verbaasd dat ik toch niet zo vreemd overkwam op televisie. Zelfs mijn vader zei toen dat ik er best normaal uitzag (lacht). Nu, ik vond het wél moeilijk dat ik uiteindelijk tweede geëindigd ben. Dat is het competitiebeest in mij. Ik ben er letterlijk ziek van geweest. Het waren ook geweldig vermoeiende opnames geweest, natuurlijk. Na de finale heb ik drie dagen in mijn bed gelegen. Compleet van de wereld.’
Ben je niet bang voor de reacties van sommige mensen die je in je boek vermeldt?
‘Goh, met mijn ex-man heb ik het er wel over gehad. We zijn heel vriendschappelijk uit elkaar gegaan, en ik voelde niet echt de behoefte om onze scheiding tot in de kleinste details te bespreken. Dit is míjn verhaal als single. Nu, ik denk ook niet dat hij het zal lezen (lacht). In de inleiding dek ik mezelf ook wat in, hé. Niet alles heb ik zelf meegemaakt, er zitten ook verhalen van vriendinnen in. Een paar toch (lacht). En wat de andere mannen betreft: ik noem geen namen, ze kunnen zelf maar raden of het over hen gaat of niet. De player vroeg me expliciet of ik over hem zou schrijven. Ja dus. Die gaat dat geweldig vinden.’
Heb je nog andere grote media-plannen?
‘Wel, Studio Brussel heeft net een nieuwe reeks van “Girls Talk” besteld, de reeks waarin ik bekende vriendinnen over taboes laat spreken. Ik kijk er enorm naar uit: die reeks is echt van míj. Ik heb bijna alles zelf gedaan. Ik heb het concept bedacht, het idee gepitcht bij Studio Brussel, de vrouwen gezocht, de piloot gedraaid en de reeks mee gemonteerd. Daarom ben ik er ook zo trots op. Dat het goed heeft gescoord, helpt ook wel natuurlijk. Waarover we het deze keer zullen hebben, weet ik nog niet. Taboes genoeg! Ik vind het geweldig om die te doorbreken, liever dan met een belerend vingertje te zeggen wat vrouwen moeten doen. Dat gebeurt al vaak genoeg.’
‘Handleiding voor de single’ van Stephanie Coorevits – € 19,99 – Uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts.
Interview door Barbara De Coninck
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier