Als kind maakte je nieuwe vriendjes bij de vleet. Maar nu je je puber- en studentenjaren bent gepasseerd, is dat een pak moeilijker. Wij vroegen aan een expert waarom het moeilijker is om vrienden te maken na je 25ste.
Alain Van Hiel, sociaal psycholoog aan de Universiteit van Gent: ‘Ben je jong, dan heb je heel veel kansen om mensen te leren kennen: je hebt veel hobby’s, gaat naar school, volgt misschien een kamp hier en daar. Maar naarmate je ouder wordt, verandert dat: de collega’s op je werk blijven dezelfde, je gaat niet meer zo vaak op stap en hobby’s schieten er vaak bij in. Daardoor heb je veel minder opportuniteiten om nieuwe mensen te leren kennen.’
Dat bevestigt ook Ann Buysse, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Gent. ‘Wat we weten over vriendschapsrelaties is dat ze, onafhankelijk van de leeftijd van de vriendinnen, vooral om drie dingen draaien: iemand om mee te praten, iemand om op terug te vallen en te vertrouwen, en iemand om leuke dingen mee te doen. Dat blijven ons hele leven de verwachtingen van vriendschappen. Vriendschappen zijn ook altijd belangrijk en hebben een positief effect op ons (mentaal) welzijn. Het belang en de verwachtingen wijzigen dus niet voor en na je 25ste.’
Wat verandert er dan wel?
‘Het probleem bij twintigers is dat het vrijwillige karakter van vriendschap maakt dat het onderworpen is aan de grillen van het leven. Twintigers zijn bezig met een partnerrelatie uit te bouwen, kinderen te krijgen, een huis te bouwen, een carrière op poten te zetten… En waar je vroeger gewoon vroeg aan een vriendin of ze even tijd had om iets leuks te doen, moet je nu vragen of ze in de komende twee weken misschien eens een uurtje of twee tijd kan maken. Die levensveranderingen gaan samen met meer druk op de beschikbare tijd, soms met verhuizen naar een andere stad, het leven dat een andere richting uitgaat… Mijn inschatting is dus dat niet de aard of het belang van de relatie verandert na je 25ste, maar wel de omstandigheden. Die worden minder gunstig, of staan meer in competitie met andere belangrijke taken in je leven vanaf je 25ste.
Mijn inschatting is dus dat niet de aard of het belang van de relatie verandert na je 25ste, maar wel de omstandigheden.
Het vrijwillige karakter van een vriendschapsrelatie is dan tegelijk het voordeel – je kiest elkaar – en het nadeel – er is geen moeten, dus het schiet er rapper bij in. Als de prioriteiten in je leven verschuiven, heeft dat vooral een impact op je vriendschappen. Dat laatste is een beetje cynisch omdat vriendschappen vaak heel belangrijk zijn in het nemen van belangrijke levensbeslissingen: met wie ga ik mijn leven delen, ga ik trouwen of niet, kies ik voor kinderen of niet, aanvaard ik die job of ga ik toch voor een andere… Als die beslissingen eenmaal genomen zijn, is er nog weinig tijd en ruimte voor vriendschappen. Vriendinnen zijn dus belangrijk op het trouwfeest, maar daarna is er steeds minder tijd voor.’
Lees ook:
