‘Er zijn periodes waarin ik van spanning vervuld raak, maar in plaats van ze bot te vieren op mijn lief, begin ik ’s nachts te dromen over mijn vrienden of ex.’
Astrid verlangt soms naar het vrijgezellen leven terwijl ze een relatie heeft
Ik heb nu drie jaar een relatie en die loopt goed, maar nooit meer verliefd mogen worden op iemand, nooit meer spontaan beginnen te kussen en samen naar huis gaan, dat maakt me een beetje droevig. Is mijn spannende liefdesleven nu definitief voorbij?
‘Geniet er maar van, want voor je het weet, is het gedaan’, zei een getrouwde vriendin toen ik vier jaar geleden nog single & ready to mingle was. Ik kwam met het zoveelste dramatische dateverhaal aanwaaien in een vriendinnengroep waarin iedereen een stabiele relatie had, behalve ik. Mijn dating day to day, met hoogte- en dieptepunten, was voor hen een welkome blik op het leven naast hun voorspelbare huisje- tuintje-boompje-beestje, maar ikzelf voelde me soms een entertainende clown. Met mijn drama hielp ik hun verveling uit de wereld.
Een verlangen dat eindelijk wordt beantwoord is zó vervullend. Alleen... dat gaat niet meer als je aan een monogame relatie begint.
Drie jaar later heb ik net zo’n stabiele relatie als mijn vriendinnen en snap ik dat ze hunkerden naar de hoogte- en dieptepunten (en wilde seks) die ik toen beleefde. Ook al kabbelt mijn leven nu lekker verder zónder existentiële crisissen (waarvoor dank), de intensiteit van toen mis ik soms. Mijn relatie gaf me liefde, stabiliteit, zekerheid en plezier, maar mijn impulsieve, stoute, wulpse kant verdween naar de achtergrond. Hoe kan ik die genoeg aandacht geven binnen mijn fijne, monogame relatie?
Versieren zonder verantwoording
‘Die ruiken dat jij single bent’, zei een vriendin toen ik voor de zoveelste keer thuiskwam met een wild verhaal. Ik zat op een sneltrein van Parijs naar Brussel toen een knappe man aan de overkant van het gangpad een cola bestelde. Maar zijn bankkaart werkte niet. Zou ik? dacht ik bij mezelf. Ik bestelde ook iets en zei: ‘Geef die man z’n drankje ook maar.’ Hij sputterde tegen en zei dat hij het alleen toestond als hij me straks terug mocht trakteren. Zo gezegd, zo gedaan. Op het perron vertelde hij dat hij naar Brussel verhuisde voor zijn job. Eenmaal uit Brussel-Centraal gingen we nog iets drinken op een terrasje, waar we na uren praten, lachen en drinken, samen incheckten in het hotel dat zijn werk voor hem had geregeld. We beleefden een heerlijke wilde nacht samen. Best spannend, maar hij moest vroeg op voor zijn eerste werkdag en haastte zich ’s ochtends zenuwachtig zijn hotelkamer uit. Urgh, wat heb ik toch weer gedaan?, dacht ik toen ik zelf opstond en katerig the walk of shame naar huis wandelde.
Soms verlang ik naar oogcontact, flirterige gesprekken en de spanning voelen oplopen.
Nu denk ik: goed gedaan! Toen was het de zoveelste zotte anekdote op rij, waarbij ik best wat gêne voelde, maar het desondanks aan mijn vriendinnen vertelde, deels uit zelfbescherming. ‘Is dit allemaal wel normaal?’ was mijn meest prangende vraag aan hen. Mijn vriendinnen smulden er gretig van en stelden me gerust. Zolang het veilig gebeurde, was er niks om me zorgen over te maken. Nu ben ik blij dat ik op zulke avonturen durfde in te gaan. Gaan en staan waar je maar wil, zonder verantwoording te moeten afleggen aan eender wie, zorgt ervoor dat je ‘ja’ zegt op wilde plannen, zonder je in te houden. Het zorgt ervoor dat je meer gaat experimenteren en dat je zonder rem op lééft. Achteraf ben ik net dankbaar voor mijn experimentele fase – en vind ik het zonde dat er toen zoveel twijfels mee gepaard gingen. Wanneer ik in een relatie zit, zoek ik de spanning buitenshuis niet op, uit respect voor mijn lief, maar af en toe komt de hunkering alsnog opduiken, en mis ik het om te versieren en versierd te worden en om mijn sensuele zelf los te laten op het lichaam van een ander.
Romcomrelaties en seksdromen
Opgroeien in tijden waarin romcomrelaties de norm lijken te zijn, was wellicht niet zo gezond, denk ik nu. Even verslingerd aan elkaar raken als Jack & Rose of Sandy & Danny werd het hoogst haalbare. Maar bestaat dat soort liefde wel in het echt? En heb ik ze dan simpelweg nog niet gevonden? Ik heb beseft dat het net mooi is om dankbaar te zijn voor datgene wat je hebt en niet te blijven zoeken naar net nóg dat tikkeltje meer. Ook al is en blijft dat een uitdaging. Vooral het vrij zijn om te jagen en bejaagd te worden, mis ik. Om uit te gaan en op de dansvloer oogcontact te maken, even mysterieus te glimlachen, meerdere blikken uit te wisselen, flirterige conversaties aan te gaan, de spanning te voelen oplopen, elkaar net iets te lang aan te raken op een onschuldige plek, samen te dansen en na een tijdje te beginnen kussen. De tinteling die dan door je lijf raast, is zó heerlijk. Er zijn periodes waarin ik van dat soort spanning vervuld raak, maar in plaats van ze bot te vieren op mijn lief, begin ik ’s nachts te dromen over mijn vrienden of ex.
Dat ik sinds drie jaar iemand aan mijn zij heb die me ziet en kent zoals ik ben, voelt óók heel vervullend.
Zo is er die terugkerende droom dat ik ergens in Italië aan de zee op de rotsen zit, en een van mijn goede vrienden zich speels van zijn kleren ontdoet en in het water duikt. Hij gebiedt me hem te volgen, ik zwem naar hem toe, we beginnen te kussen en onder water aan elkaar te frunniken. Een beetje zoals Johnny & Baby in “Dirty Dancing”, maar dan heter en in de Middellandse Zee. Even later word ik opgewonden wakker, naast mijn lief. Ik besluit er niks van te zeggen en de rest van de voormiddag voel ik een mengeling van verliefdheid en schuldgevoel. Ja, dat is verwarrend. Met een andere vriend hing er altijd wel wat spanning in de lucht, maar we gaven er jaren niet aan toe en gingen vrij gereserveerd met elkaar om. Toen er op een dronken avond wel iets gebeurde, kwam alles eruit. We gaven ronduit aan elkaar toe elkaar méga-aantrekkelijk te vinden, al jarenlang. Een relatie zat er niet in, we wilden onze vriendschap niet in gevaar brengen. We waren te verschillend, er stond te veel op het spel. En toch liep ik de dagen erna op wolkjes. Ook al gaven we het geen kans, op zijn uitspraken als ‘ik droom hier al heel lang van’ of ‘jij was altijd al mijn geheime fantasie’, heb ik weken- of zelfs maandenlang geteerd. Een verlangen dat eindelijk wordt beantwoord is zó vervullend. Alleen… dat gaat niet meer als je kort daarna aan een monogame relatie begint. Ik vond het een behoorlijke taak om de spanning tussen mezelf en de ander los te laten. Bij het schrijven van dit stuk wek ik ze zelfs weer op, terwijl ze al jaren veilig begraven lag. Ha!
Bemind en begrepen
Begrijp me niet verkeerd: ik ben echt heel blij met mijn relatie. Mijn vriend is een absolute schat, die me dagelijks aan het lachen maakt en bij wie ik mezelf kan zijn, ook in bed. Ik voel me veilig, bemind en begrepen. En ik wil het vrijgezellenleven ook niet verheerlijken. Als single, zeker tijdens corona, vond ik het best pijnlijk hoe koppels, en bij uitbreiding gezinnen, door de regering als maatstaf werden genomen. Alsof niet het individu, maar het koppel of het gezin met kinderen de standaard is waarop alle maatregelen moesten worden afgetoetst. Dat voelde best eenzaam en oneerlijk. In een land waarin alleenstaanden de grootst groeiende groep zijn, bleef in crisistijden alsnog het klassieke gezinnetje overeind. Dan word je als single twee keer gestraft. Ik geef toe dat, naast op mijn lief te kunnen rekenen en samen veel plezier te beleven, het ook makkelijker is om weer in dat maatschappelijke plaatje te passen en niet meer in de (ingebeelde) wachtkamer. Om niet elke dag spic en span (en overal gladgeschoren) buiten te hoeven komen, omdat je zomaar eens iemand zou kunnen tegenkomen. Om jezelf te kunnen zijn en je minder aantrekkelijke kantjes niet te hoeven verstoppen. Dat ik sinds drie jaar iemand aan mijn zij heb die me ziet en kent zoals ik ben en die me bijstaat, voelt óók heel vervullend.
Tekst: Astrid Gysels
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier