'We dachten dat Gent een sociale stad was, maar zelfs hier zijn de mensen zo bang geworden van de ander dat ze elkaar niet meer willen helpen.’
Bert (31) en Sara (33) lieten 6 maanden lang een jonge vluchteling in hun garageflat wonen
Zij is architecte, hij is muzikant. Ze hebben boven hun garage een kleine flat, die ze als gratis verblijfplaats aan vluchtelingen wilden aanbieden. Daar woonde tijdelijk een Georgisch gezin en later een Irakese (erkende) vluchteling. Na een klacht van hun buurman besliste de dienst Stedenbouw echter dat dat niet mocht.
Sara: ‘We hebben zelf een klein jaar in het flatje boven onze garage gewoond terwijl ons huis werd verbouwd. Toen die verbouwing erop zat, kwam dat bijgebouwtje leeg te staan, en net op dat moment brak de vluchtelingencrisis uit. Ik werkte met m’n architectenbureau voor een daklozenorganisatie. Zo kwamen we een gezin uit Georgië op het spoor: papa, mama, hun 5-jarige zoon Nicolas en een tweede kindje in mama’s buik. Het was winter en er was nergens plaats voor hen. Ze waren illegaal in het land, maar we konden het niet over ons hart krijgen hen op straat te laten staan. Ze hebben hier een paar maanden gewoond.’
Bert: ‘Zij zijn uiteindelijk verder gereisd naar Slovenië, maar daarna wisten we dat we ons bijgebouwtje ter beschikking van een vluchteling wilden blijven stellen. Uiteindelijk hadden we met Fawzi, een 21-jarige jongen uit Mosoel, de beste klik. Hij trok er al snel in. De afspraak was dat ook hij enkel de kosten zou betalen. Hij had een leefloon van 800 euro en mocht niet werken omdat hij nog geen Nederlands sprak. Met zo’n bedrag spring je niet ver.’
De buurman vond dat de waarde van zijn huis daalde door een vluchteling.
Op het randje
Bert: ‘We wisten dat we wettelijk gezien op het randje balanceerden. Maar je leest over gezinnen die op straat moeten slapen, mama’s en kinderen die enkel in het park terechtkunnen, jonge gasten die hun weg niet vinden... Dat stuitte ons zo tegen de borst, dat we zo snel mogelijk wilden helpen. We zijn gaan aankloppen bij elke instantie. Mocht dit? Kon dit? Niemand kon ons een definitief antwoord geven en iedereen verwees ons door. We beslisten om er gewoon voor te gaan. Het OCMW erkende hem als afzonderlijk gezin, zodat hij zijn leefloon kon behouden.’
Sara: ‘Uiteindelijk was het onze buurman die een klacht indiende bij de dienst Stedenbouw. Volgens hem daalde de waarde van zijn huis, dat hij probeerde te verkopen, omdat er boven de garage die op de rand van zijn perceel staat, een vluchteling woonde. De politie kwam langs en die besliste dat ons gebouwtje geen woonfunctie had. Het mocht blijven staan, maar er mocht niet in gewoond worden.’
Alleen op een appartementje
Bert: ‘We hebben elke mogelijke politicus aangeschreven, maar vonden nergens gehoor. Tot we met ons verhaal naar de stadskrant stapten. Ineens konden we wel bij de bevoegde schepen terecht. Hij zei dat ze Fawzi niet bij ons konden laten wonen uit angst om een precedent te scheppen.’
Sara: ‘Ze zijn bang dat iedereen z’n garage zal ombouwen om er vluchtelingen in te laten wonen. Zo’n vaart zal het toch niet lopen? Ach, het was gewoon enorm frustrerend. Ondanks onze hoop dat we voor Fawzi een verschil konden maken, moesten we hem zeggen dat hij weg moest.’
Bert: ‘Uiteindelijk hebben ze voor hem een plek in een doorgangshuis gevonden en later een appartement even buiten Gent. Ons verhaal heeft wel een aantal vrienden geïnspireerd. Zo heeft iemand anders een appartement dat vrijkwam aan Fawzi’s broer Ahmed verhuurd. Nog zoiets kafkaiaans in ons land: de twee broers kunnen niet samenwonen of ze verliezen bijna de helft van hun uitkering. En ze krijgen elk maar 800 euro. Ze zitten dus nu allebei alleen op een appartementje, terwijl de huurmarkt oververzadigd is.’
Er zijn zo veel mensen die geen huis vinden, en de oplossing staat hier nu leeg in onze tuin.
Microgolfoven
Bert: ‘Toen ze kwamen controleren of Fawzi echt weg was, stond er nog een microgolfoven op dat kamertje. De inspecteur nam daar een foto van en later bleek dat die voor hen genoeg was om te concluderen dat bewoning toch nog mogelijk was. Een paar weken later hadden we een PV in onze brievenbus. Toen ben ik echt even uit mijn dak gegaan.’
Sara: ‘Ik ben architecte, dus ik begrijp dat er regels moeten zijn en dat men huisjesmelkerij wil voorkomen. Sommige mensen uit onze omgeving hadden ook weinig begrip. Maar jullie hebben toch iets fouts gedaan? zeiden ze dan. Misschien wel, maar wij zagen dat zo niet. Speciale tijden vragen om speciale maatregelen.’
Crowdfunding
Bert: ‘We hebben er nog even aan gedacht om Fawzi toch te laten blijven en een soort crowfundingsactie te organiseren. Als we dan veroordeeld zouden worden en bijvoorbeeld een dwangsom zouden moeten betalen, zou dat daarmee lukken.’
Sara: ‘Maar je hebt nooit zekerheid en wij zijn maar twee kleine zelfstandigen. Er was een kindje onderweg, dus dat risico wilden we niet nemen. Als je ziet hoeveel vijandige Facebookreacties er op ons verhaal kwamen… We dachten dat Gent een sociale stad was, maar zelfs hier zijn de mensen zo bang geworden van de ander dat ze elkaar niet meer willen helpen.’
Bert: ‘Het ergste vond ik al die stomme administratieve regeltjes. Zo bestaat er in Gent iets als hospitawonen. Volgens die wet mag je een kamer in je eigen huis verhuren aan een alleenstaande. Ideaal, dachten wij, want wij hebben zelfs een aparte kamer. Maar omdat het gebouwtje niet aan ons huis grenst, mag dat niet.’
Sara: ‘We kunnen dat gebouwtje niet ineens 20 meter verplaatsen. Volgens ons was die wet voor interpretatie vatbaar, maar de stadsdiensten hebben ervoor gekozen om die strikt toe te passen. Ik voel me soms schuldig. Kunnen we meer doen? Moeten we iemand in huis nemen? Maar we zijn jonge ouders – Max is nu 5 maanden – en ons huis is erg open en niet zo groot. Zo loopt de badkamer zonder deur door in onze slaapkamer. Iemand echt in huis nemen is zo goed als onmogelijk.’
Bert: ‘Fawzi is gelukkig goed terechtgekomen, maar er zijn nog zo veel mensen die geen huis vinden en de ideale oplossing staat hier nu leeg in onze tuin. We dachten dat we met ons bijgebouwtje de ideale oplossing hadden om toch te kunnen helpen, maar hebben flink het deksel op onze neus gekregen. En dat vinden we allebei nog altijd ongelofelijk jammer.’
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier